Vrij van school

'Vind je het leuk om woordjes te oefenen? Een boekje met me te lezen?' vraag ik daarom de oudste (6). Hij zit in groep 3. 'Ik wil liever schrijven', zegt Olle. 'Net als jij.' 'Goed', lach ik. 'Dan mag je op mijn computer en leg ik je uit waar alle knoppen zitten.' Zijn koppie glundert. 'Kom ik dan ook in de krant?'

Ik denk even na. Dat is eigenlijk wel een leuk idee. En we slaan twee vliegen in één klap: hij leert typen en schrijven en ík kan mijn aandacht bij de kinderen houden. 'Moet je wel een verhaaltje over de boerderij schrijven.' Olle knikt en zoekt met zijn wijsvinger de lettertjes op het toetsenbord.

Hallo. Ik wort graag politie. Ik vind papa helpen leuk. Vooral melken. En maaien. De herfst vind ik het leukst. Dan gooi ik met bladeren. Een hond is mijn lievelingsdier. Onze hond heet Senna. Ze is zes jaar. Ik vind het leuk om op de boerderij te wonen omdat er veel ruimte is. En een trampoline. Ik vind koeien ook leuk. Ik aai ze soms en vind ze zacht. Doei.

'Mag ik ook? Mag ik ook?' Joris (4) klimt op mijn schoot. 'Ik wil ook in de krant.' 'Goed, dan ga ik je een paar vragen stellen. Wat vind je het leukst op de boerderij?' Verbaasd kijkt Joris me aan. 'Dat weet je toch?' 'Ja, maar de mensen die dit lezen weten dat niet. Dus we doen even alsof ik het niet weet. Antwoord maar gewoon. Wat vind je het leukst?' 'Koeien melken.'

'Waarom vind je dat leuk?' 'Omdat ik dan van papa met de waterspuit mag.' 'En zijn er ook dingen die je niet leuk vindt op de boerderij?' 'De modder. Daar val ik steeds in en dat vind ik niet leuk.'

'En wat wil je later worden?' 'Ook politie. Net als Olle.' 'Dankjewel, ik zal het opschrijven. En nu naar buiten jullie. Het is lente.'