Gelijkzaai blijft elke keer maatwerk

Achtergrond Melkvee Pieter Stokkermans 22 jan 2020 om 06:46uur

Het goed beoordelen van het vanggewas en de mais is een must om dit vanggewas niet te veel te laten concurreren met de mais. Het weer maakt het ieder jaar anders om aan het eind van het maisseizoen rietzwenk te hebben staan zonder dat dit al te veel ten koste gaat van de maisplant. Dat stelt Brigitte Kroonen van WUR Open Teelten.

Op proefboerderij Vredepeel en in het kader van het project 'Grondig boeren met mais' wordt er al jaren ervaring opgedaan met gelijkzaai en onderzaai. 'De kans dat er bij gelijkzaai na de teelt van de mais een vanggewas staat, lijkt groter dan bij onderzaai', zegt Kroonen.

'Aan de andere kant moet je jezelf afvragen wat het effect is op de maisteelt. Dit wordt geschat op gemiddeld 1 tot 5 procent minder opbrengst. Wel hebben ondernemers die bij nazaai kiezen voor een extra vroeg ras, ook minder opbrengst. Bij onderzaai heeft het vanggewas tijdens de maisteelt een groeiachterstand, waardoor dit minder speelt. Dat is de grote plus van onderzaai.'

Herbicidenmix

Toch ziet Kroonen dat de gelijkzaai in 2019 goed was gelukt. 'De mais groeide aanvankelijk wat traag. Het rietzwenkgras ontwikkelde goed. Dan is het de kunst om bij de bespuiting een herbicidenmix te gebruiken die het rietzwenkgras voldoende remt. Doel is dat de mais geen last heeft van rietzwenk, maar dat er wel rietzwenk blijft staan. Vorig jaar was dat lastig. Toen werd het rietzwenkgras te hard geremd, waarop het verdween.'

Bij een zwakke groenbemester en goede mais is remming niet nodig

Brigitte Kroonen, WUR Open Teelten

Ed Boerboom van Alliance vindt dat de juiste herbicidencombinatie soms lastig is. 'Stel dat je bijvoorbeeld Frontier inzet in combinatie met de werkzame stof nicosulfuron en de omstandigheden zijn ideaal voor beide middelen, dan kan het vanggewas een te harde tik krijgen.'

Ondergrondse groei

Kroonen en Boerboom adviseren om niet alleen naar de rietzwenkplant te kijken, maar ook naar de ondergrondse groei. Boerboom: 'De beworteling zegt veel over het groeistadium van de plant. Bij weinig beworteling is een minder ingrijpende aanpak nodig. Bij veel beworteling mag de dosis wel wat hoger. Stel dat de mais in groei stilvalt en de groenbemester maakt een groeispurt, dan wordt dit plots een flinke concurrent.'

Kroonen: 'Bij een zwakke groenbemester en goede mais is remming niet nodig.' Zij adviseert bij voldoende ondergrondse groei Frontier. 'Wij hebben afgelopen jaar tot een halve liter Frontier per hectare ingezet. Dat remde voldoende. Er zijn mensen die met succes nicosulfuron hebben ingezet, maar bij scherp weer kan dit tot schade leiden.' Boerboom is hier minder bang voor: 'Als er veel gewas staat, heb je nicosulfuron juist nodig.'

Traaggroeiende rassen

Verder vraagt Kroonen aandacht voor traaggroeiende rietzwenkrassen. 'Dan hoef je het gras niet of minder snel te remmen met herbiciden. Een van de satellietbedrijven binnen 'Grondig boeren met mais' heeft hier in 2019 goede ervaringen mee opgedaan. De concurrentie met de mais was beduidend minder.'

Ook bij Alliance wordt gebruikgemaakt van traaggroeiende rietzwenkrassen. Boerboom: 'De ontwikkeling na de oogst verloopt dan ook wat trager, maar uiteindelijk krijg je, bij goed slagen, wel voldoende bodembedekking.'