LTO: nieuwe vondsten van bruinrot in pootgoed zijn flinke tegenslag

Uit een traceringsonderzoek blijkt dat verspreid over Nederland zo'n 22 pootgoedbedrijven betrokken zijn bij de vondsten van bruinrot. 'Na de incidentele bruinrotbesmettingen van voorgaande jaren is dit weer een flinke uitbreiding en ook een flinke tegenslag. Als sector schrikken we hiervan. Hier hadden we niet op gehoopt en dit is zeker ongewenst', stelt Berghuis, die voorzitter is van de LTO-werkgroep pootgoed.

De NVWA gaat ervan uit dat voor alle vier de nieuwe bruinrotgevallen oppervlaktewater de meest waarschijnlijke besmettingsbron is. De autoriteit ziet een verband met het overwaaien van besmet water over percelen. Verder kan ook besmetting plaatsvinden als beregeningswater van aangrenzende percelen vernevelt en verwaait over een pootgoedaanplant.

Zomerstorm Poly

Berghuis refereert aan het feit dat vorig jaar besmettingen zijn vastgesteld door de zomerstorm Poly in juli 2023. 'Het onderzoek van de NVWA moet aantonen of de besmettingen van dit jaar daar wellicht nog verband mee houden. Vast staat in elk geval wel dat wij telers er nogmaals op moeten wijzen dat zorgvuldig beregenen in de buurt van pootgoed enorm belangrijk is.'

Voor de gevolgen van bruinrot bij de export van pootgoed maakt Berghuis zich overigens geen zorgen. 'Deze vondsten in de algemene pootgoedcontrole van keuringsdienst NAK tonen aan dat besmettingen zoals altijd goed te traceren zijn. Daarmee kunnen we ook garanderen dat we als Nederlandse pootgoedsector gezond uitgangsmateriaal afleveren.'