Vijf vragen over nieuwe strategie FrieslandCampina

Waarom vooroplopen met gezonde voeding?

De wereldbevolking neemt naar verwachting toe met 2,2 miljard mensen in 2050 tot ruim 9,7 miljard. Door deze groei en de toenemende welvaart neemt de vraag naar voedsel toe. FrieslandCampina wil met zijn zuivelproducten een bijdrage leveren aan het voeden van de wereldbevolking. De focus ligt hierbij op het verbeteren van de recepturen van de producten en op het betaalbaar houden van zuivelproducten, om voor alle inkomensgroepen relevant te blijven.

Wat wordt bedoeld met 24 uur per dag van dienst zijn?

De 24 uurseconomie en het internet zorgen voor snel veranderende consumptiepatronen. De tijd dat zuivel alleen thuis aan de keukentafel wordt geconsumeerd, is verleden tijd. De producten van FrieslandCampina moeten niet alleen verkrijgbaar zijn op de traditionele verkoopplekken zoals de supermarkt, maar ook op de plek en tijd waar die consument is, zoals tankstations, sportkantines en dergelijke. En online dus.

Waarom leiden in duurzaamheid?

Duurzaamheid wordt steeds belangrijker. De markt vraagt daar om. Niet alleen de rechtstreekse consument, ook de afnemers van de ingrediënten die FrieslandCampina maakt. Daarnaast zijn er nationale en internationale klimaatafspraken waaraan FrieslandCampina, net als de rest van het bedrijfsleven, moet voldoen.

Hoe haal je meer winst uit basiszuivel?

De onderneming wil winstgevende posities opbouwen met kaas onder merk en in merkloze kaas en minder melk verwerken in onrendabele producten. Een flexibele melkverwerking moet helpen om die producten te maken die nieuwe mogelijkheden bieden in de markt. Dat betekent dat de capaciteit van de 65 fabrieken die FrieslandCampina wereldwijd heeft beter en continu moeten worden afgestemd op de vraag.

Wat betekent dit alles in de praktijk?

FrieslandCampina wil de best betalende grote coöperatie zijn met betrekking tot de prestatieprijs. Daarnaast streeft het zuivelconcern naar een jaarlijkse organische groei van toegevoegde waarde van 2 procent en een brutowinstmarge met meer dan 1 procentpunt groei. Het rendement op geïnvesteerd vermogen moet met meer dan 100 basispunten toenemen. Het uiteindelijke doel is zoveel mogelijk waarde aan de melk toe te voegen om zo een maximale bijdrage te leveren aan de inkomsten en de continuïteit voor meerder generaties melkveehouders.