Levensduur of aanhoudingscijfers, dat is de vraag

Een stier als Skjenaust, een Noorse roodbont, doet het goed qua aanhoudingscijfers. Binnen de NVO is hij met een fokwaarde van 114 zelfs de tweede beste, vlak achter kruislingstier R David. Qua levensduur doet R David het op zwartbontbasis redelijk, maar Skjenaust komt uit op 'slechts' 283 dagen. Opvallend genoeg staan meer kruislingrassen hoog bij de aanhoudingscijfers.

Dit heterosiseffect als gevolg van kruisingen wordt bij de fokwaarde voor levensduur uitgefilterd. NVO-secretaris Joop Olieman stelt dat het heterosiseffect wordt onderschat. Hierdoor blijven dieren gemiddeld 250 dagen langer op het bedrijf, stelt hij.

Zuivere fokkerij

In de zuivere fokkerij doet een Holsteinstier als Hoekland Maik het met 113 goed in de aanhoudingscijfers, wat niet helemaal terugkomt in zijn 532 dagen levensduur. Prince, ook 113 voor aanhoudingscijfers, komt wel op 880 dagen levensduur.

Beide fokwaarden hebben plussen en minnen. De aanhoudingscijfers geven een reëel beeld van wat daadwerkelijk wordt aangehouden. Hiervoor moeten de dochters enkele jaren aan de melk zijn. Dat is erg laat bij de huidige snelheid in de fokkerij als gevolg van de toepassing van genomics. Ondertussen kan van die stier al een kleinzoon op de kaart staan.

Bedrijfsinvloeden

Ook zijn de aanhoudingscijfers niet gecorrigeerd op bedrijfsinvloeden. De koeien blijven bij de ene melkveehouder langer lopen dan bij de ander. De aanhoudingscijfers van een stier kunnen worden beïnvloed wanneer zo'n melkveehouder die stier veel kansen heeft gegeven.

De levensduur is eerder bekend, maar werkt op basis van voorspellers. Dat verdient aandacht. Nog altijd wordt uierdiepte hierin meegenomen, wat door het hoge niveau van de uierkwaliteit haast overbodig is.

Aanpassing

GES, verantwoordelijk voor de fokwaardeschatting, werkt aan een verbetering van deze fokwaarde. Die aanpassing komt op zijn vroegst in 2018. Dat is het jaar waarop de Nederlandse veehouder met fosfaatrecht wordt afgerekend op iedere aanwezige koe of kalf. Een goed beeld van de levensduur van de melkkoe is dan broodnodig, zodat de ondernemer met minder jongvee uit kan.

De tijd dat een melkkoe wordt vervangen omdat er jongvee klaarstaat, is dan voorbij. Dit vertroebelde de afgelopen decennia de levensduurcapaciteit van veel koeien. In deze barre tijden voor de melkveehouderij gaat het bij het voortbestaan daadwerkelijk om de langste adem, niet alleen voor de melkkoe.