Koeien & Kansen-bedrijven opnieuw onder 155 gram ruw eiwit

Het landelijke doel is om in 2025 het gemiddelde ruweiwitgehalte in het rantsoen van de totale melkveestapel te verlagen naar 160 gram. Dit is 7 gram lager dan het gemiddelde niveau in 2019. De deelnemers aan het project Koeien & Kansen willen verder gaan dan dit doel, om te zien of dit in de praktijk haalbaar is zonder problemen. De veehouders in het project hebben vanaf 2020 maximaal 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof in hun melkveerantsoen voor ogen. Vanaf dit jaar wordt dit maximaal 153 gram.

Het is opvallend dat de ondernemers op hetzelfde niveau zitten als in 2021. Het ruweiwitgehalte van vers gras was in 2022 gemiddeld 9 gram per kilo droge stof hoger dan in 2021. Ook in bijproducten en krachtvoer zat meer ruw eiwit, terwijl in gras- en maiskuil juist minder ruw eiwit zat. Gemiddeld bestaat 36 procent van het rantsoen op deze bedrijven uit graskuil, 23 procent is krachtvoer, 20 procent is mais en 15 procent is vers gras.

Minder grote verschillen

De verschillen tussen de Koeien & Kansen-bedrijven voor 2022 waren minder groot, elf van de vijftien bedrijven haalden het doel van onder de 155 gram. De Marke was koploper met 141 gram per kilo droge stof, met een melkproductie van meer dan 9.700 kilo. Dit bedrijf voert wel relatief veel bijproducten: 13 procent van het totale rantsoen.

'De Marke doet niet aan derogatie en heeft dan ook veel mais. Het wegvallen van de derogatie kan een positief effect hebben op de hoeveelheid mais en het rantsoen, en daarmee op het ruweiwitgehalte in het totale rantsoen', zegt onderzoeker Aart Evers van Wageningen University & Research. 'Daarbij zit De Marke in een droge regio, waardoor er vorig jaar minder gras groeide. Ook hierdoor moeten meer bijproducten worden gevoerd.'

Bovengemiddelde hoeveelheid graskuil

De koploper zat in 2020 nog op 177 gram. In 2022 kwam deze melkveehouderij, net als in 2021, uit op 162 gram. 'Dit bedrijf voert een bovengemiddelde hoeveelheid graskuil. En met 169 gram ruw eiwit per kilo droge stof zit er ook nog meer eiwit in dan het gemiddelde van 155 gram. Hij zou dit omlaag kunnen brengen door later te maaien', aldus Evers.

Een ander bedrijf met veel ruw eiwit in het rantsoen voert veel vers gras en geen mais en bijproducten. Hierdoor heeft dit bedrijf minder sturingsmogelijkheden en is het sterk afhankelijk van de groeiomstandigheden van het gras. De jaren ervoor, toen minder vers gras werd gevoerd, wist dit bedrijf wel aan de norm van 155 gram te voldoen.