Boeren in Drentsche Aa zoeken naar systeem om boer te blijven
Boeren in het kwetsbare beekdalenstelsel van de Drentsche Aa zoeken manieren om ook in de toekomst te kunnen blijven ondernemen. Een voorbeeld is telen met zo min mogelijk toevoegingen.
Op het DAW-demobedrijf Nieuw Altinge in Anderen beproeven Albert Jan Knijp en Geertje Enting via mechanisch onkruidbeheer en regeneratief boeren een nieuwe manier om met zo min mogelijk toevoegingen aan de gewassen wel een goede opbrengst te halen.
'We willen af van de afspoeling van herbiciden en daarnaast de aanwezige stikstof zoveel mogelijk vasthouden. Gezien onze bedrijfslocatie in het Drentsche Aa-gebied, een brongebied van de drinkwaterwinning voor Groningen, is het belangrijk voor onze toekomst om te weten of je met minder en het liefst zonder de inzet van chemische middelen kunt', zegt Enting.
Met hun regeneratieve en natuurinclusieve teeltaanpak willen ze de bodem in optimale conditie krijgen. Bijvoorbeeld door vocht en organische stof in de bouwvoor te behouden en de natuurlijke processen te benutten van wat het bodemleven aan de gewassen kan geven.
Je zult moeten meegaan met de veranderende omstandigheden
De stap die het bedrijf nu zet, gaat verder dan eerdere pogingen om uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten tegen te gaan. Daarbij werden tussen de sloot en het gewas bloemenmengsels ingezaaid en moesten sleuven langs de randen afspoeling bij extreme neerslag tegengaan. Ingrepen die volgens Knijp en Enting zeker hebben geholpen.
Nu zetten ze een flinke volgende stap door te kiezen voor praktijkonderzoek en een nieuw teeltsysteem. Het afgelopen seizoen werd als proef 8 hectare van de in totaal 125 hectare alleen mechanisch bewerkt. Maar in 2024 was het bepaald niet makkelijk om de nieuwe aanpak uit te proberen, geven Knijp en Enting grif toe.
In het droge jaar ervoor werden de ondernemers benaderd door teeltadviseur Arjan Mager. Hij vroeg of ze wisten hoeveel stikstof er in hun bodem zat. 'Dat is een goede vraag, want daar meet ik nooit aan', reageerde Knijp.
Veel neerslag in 2024
Op het droge 2023 volgde het grillige 2024 met veel neerslag, waarbij het vanggewas bladrammenas opnieuw omhoog schoot. 'We willen zoveel mogelijk stikstof en organische stof vasthouden, zonder een jaar later veel last te hebben van het nagewas', vertelt Enting. 'De kunst is om het vanggewas zo goed mogelijk in de grond te werken.'
Onderdeel van de proef op het demobedrijf is om groenbemesters in de winterperiode slechts licht in te werken om te voorkomen dat de vertering dan al start en er verlies optreedt. Knijp: 'Vanwege het natte najaar, gevolgd door een nat voorjaar hebben we de bladrammenas in de winterperiode niet bewerkt.'
Het perceel lag er na het klepelen later in het voorjaar in eerste instantie goed bij, maar de bladrammenas kwam toch weer opzetten en zette snel zaad. 'Uit deze zaden ontstond massaal opslag. De druk van de bladrammenas was dusdanig hoog en hardnekkig dat we toch moesten spuiten', vervolgt Knijp.
Meer stikstof aanwezig
Metingen aan de stikstofvoorraad in de bodem en het vanggewas in 2023 wezen overigens uit dat er halverwege oktober veel meer aanwezig was dan verwacht: zo'n 142 kilo stikstof per hectare. Enting: 'We zijn duidelijk aan het leren, één onderzoeksjaar is immers geen jaar. Maar ook: hoe snel verteert het vanggewas, kunnen we de achterblijvende stikstof beter benutten en blijven we de onkruiden ook met alleen mechanisch bewerken de baas?'
Dat het tweetal dit nu doet via niet-kerende grondbewerking zou volgens de literatuur op zandgrond en met een gemengd bouwplan van zetmeelaardappelen, grasland en mais niet kunnen. De onkruiddruk is daar doorgaans veel hoger dan op kleigrond. 'Toch zetten we door. Vooral in droge periodes zijn we kwetsbaar omdat we niet mogen beregenen. Eerdere jaren ging het altijd net, maar in de toekomst zal het steeds vaker langer droog zijn', vertelt Enting.
Knijp vult aan: 'Als je op deze plek wilt blijven boeren, dan moet je meegaan met de veranderende omstandigheden, anders heb je hier geen toekomst.'
Plezier in experimenteren
Enting wijst erop dat de laatste jaren veel is gedaan om als landbouw in het Drentsche Aa-gebied de omgeving zo min mogelijk te belasten. 'Boeren nemen al maatregelen. Maar we zijn er nog niet. Dat geeft het laatste evaluatierapport van de provincie ook aan. Gelukkig houden wij als bedrijf van experimenteren en delen we de resultaten graag, zodat we van elkaar kunnen leren.'
Naast de toepassing van nieuwe technieken, zoals een speciale zaaimachine, moet het ook gewoon meezitten met het weer, erkent het tweetal. 'En dit afgelopen jaar was het echt een ramp. We zaten al snel vast in de modder en veel onkruid dreigde te blijven staan. Dan moet je chemisch kunnen ingrijpen. Want het gaat er uiteindelijk wel om dat je een oogst hebt en dat je de koeien kunt blijven voeren. Die middelen moeten we daarom wel achter de hand blijven houden.'
Enting is overtuigd dat ook andere boeren de stap zullen zetten naar minder chemisch en meer mechanisch en een andere manier van werken. 'Veel collega's vinden al die machines ingewikkeld, maar de systeemverandering spreekt ze tegelijkertijd wel aan. We krijgen dan ook vaak suggesties aangereikt.'
Ondanks dat het gemengde bedrijf dicht op beschermde natuur zit en het experiment veel extra tijd, geld en energie kost, willen Knijp en Enting er zeker niet weg. 'We zijn hier diep geworteld: als mens, Drent en bedrijf. Iedereen lijkt te weten hoe het niet moet. Hoe het dan wel moet, dat zoeken we nu uit.'
Meerjarige veldproef kan nog verrassingen opleveren
Het proefveld van DAW-demobedrijf Nieuw Altinge in Anderen is opgedeeld in een blok met niet-kerende grondbewerking met directzaai met de flexeeder-zaaimachine Koeckhoven, gecombineerd met wiedeggen en schoffelen en een blok gereduceerde grondbewerking. Dat gebeurt via ecoploegen met het Koeckhoven-systeem en met mechanisch onkruidbeheer via wiedeggen en schoffelen. Het bouwplan bevat gerst-erwten met onderzaai van gras-kruiden-klaver, zetmeelaardappelen met nateelt van rogge, snijmais met nateelt van bladrammenas en tweejarig gras-kruiden-klaver. De proef duurt vier jaar. Deze winter worden nitraatmetingen gedaan via peilbuizen in het ondiepe grondwater. Onderzoeker Arjan Mager vindt het project een mooie uitdaging, omdat het veel meetwerk met zich meebrengt. 'De stroken die zijn aangelegd verschillen erg, bijvoorbeeld in de gehalten organische stof. En omdat we ook de werkzaamheden die er plaatsvinden meenemen, kunnen er dingen uitkomen die je niet verwacht.' Voor het bodemonderzoek meet Mager op meerdere dieptes: 15, 30, 60 en 90 centimeter, naast de monsters die worden genomen van de plant en het grondwater. 'De meetdiepten 15 en 30 centimeter zijn gekozen omdat we denken dat door ondiepe grondbewerking vooral in de toplaag verrijking plaatsvindt en daaronder verschraling. Op deze manier hopen we over vier jaar een beeld te hebben over hoe we het vervolg moeten invullen.'Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Toro Z-MASTER 4000
2024, P.O.A.
-
Gewichtblok 450 KG ECO
Gebruikt, P.O.A.
-
Massey Ferguson 6S.165 Dyna-6 Efficient
Nieuw, P.O.A.
-
John Deere - 6155R AP CP FH PTO
2022, P.O.A.
Vacatures
Proefveldmedewerk(st)er
Corteva agrisciences - NL
Weer
-
Vrijdag7° / 0°10 %
-
Zaterdag6° / -2°10 %
-
Zondag4° / -4°10 %