'Wij mogen graag denken dat wij het heel goed doen in Nederland'

Ruben Exterkate omschrijft zichzelf als een boer die 'internationaal georiënteerd is, met de basis hier'. En 'hier' is dan het biologisch varkensbedrijf in het Overijsselse Bentelo. Niet raar dat het internationale Nuffield-programma hem wel past. Hij gaat daarin op zoek naar de gunst van de burger.

%27Wij+mogen+graag+denken+dat+wij+het+heel+goed+doen+in+Nederland%27
© Léonie Vaarhorst

Als het aan varkensboer Ruben Exterkate ligt verdwijnt de kloof tussen boer en burger. Maar hoe doe je dat? Daarvoor gaat hij ruim een jaar onder de vleugels van het Nuffield-programma een onderzoek doen in binnen- en buitenland. Hij denkt dat boeren veel kunnen leren van voedselproducenten in het buitenland. En van bedrijven uit andere sectoren dan de agrarische. En ook van de burgers die het voedsel consumeren. Want de stedeling weet misschien weinig van het boerenbestaan, maar weet de boer wel wat de stedeling wil?

Consumenten willen tegenwoordig overal meer invloed op hebben, ook op de productie van hun voedsel

Ruben Exterkate, biologisch varkenshouder in Bentelo (OV)

Hoe bent u op het spoor van Nuffield gekomen?

'Ik las in vakbladen over het Nuffield-scholarship en dat triggerde mij wel. Het zijn gewone boeren die een soort internationale studie kunnen volgen. Toen Annechien ten Have in 2017 voorzitter werd van Nuffield Nederland heb ik haar eens gebeld. Er ging een paar jaar overheen, maar het bleef in mijn achterhoofd malen.'

'Mijn vrouw zei: 'Dit is wel iets waar je over tien of twintig jaar nog over praat'. Ik had dus groen licht uit de keuken, om het zo maar te zeggen. Dan is het een kwestie van inschrijven via de website en een voorstel doen. Eigenlijk een soort sollicitatieprocedure.'


U wilt nieuwe verdienmodellen onderzoeken die 'aansluiten bij een veranderende maatschappij'. Wat bedoelt u daarmee?

'Onze rol als producent verandert. Mensen hebben bepaalde ideeën over hoe voedsel gemaakt zou moeten worden. In het verleden kon je een investering in je bedrijf in twintig yoy dertig jaar terugverdienen en dan deed je hetzelfde kunstje gewoon op precies dezelfde manier weer. Dat is niet meer zo. In Nederland niet en elders in de wereld ook niet.'

'Dat intrigeert mij en dat komt ook wel voort uit wat ik bij mijn eigen bedrijf zie. Ik heb de onderzoeksvraag bewust heel breed gehouden, want ik denk dat we veel kunnen leren van andere sectoren en andere productiewijzen. Op dit moment ben ik nog bezig met het onderzoeken wie waar bezig is met draagvlak voor voedselproducenten.'


Moet u daarvoor met een Nuffield-programma naar het buitenland?

'Als Nederlanders mogen we graag denken dat wij het heel goed doen. Maar we moeten onze ogen niet sluiten voor wat er in het buitenland gebeurt. En soms moet je dat gewoon in levenden lijve zien en ervaren. Je kunt niet alles doen via het computerscherm.'


Welke verandering ziet u als producent in de maatschappij?

'Er was altijd het hoge doel 'nooit meer honger in Europa'. Dat is in de jaren vijftig geformuleerd, wij zijn nu veel verder dan toen. We moeten niet denken dat Nederland niet zonder ons kan. Ook zonder Nederlandse boeren, komt de Nederlander wel aan eten. Het moet ons gegund worden om te boeren. Daarom moeten wij laten zien wat we doen, ook in de intensieve veehouderij. Ook daar moet je je verhaal kunnen of durven vertellen.'


Willen mensen wel zien hoe de intensieve veehouderij werkt?

'In Amerika is een enorme boerderij die met bussen rondtochten houdt alsof het een pretpark is. Dat is allemaal intensief en de mensen accepteren dat. Misschien is de maatschappij daar anders, maar het toont ook aan dat als je het verhaal eerlijk vertelt, er begrip is.'

'Ik probeer een aantal jaren vooruit te denken, over waar wij als samenleving naartoe gaan. Mensen willen overal meer invloed op hebben, ook op de productie van hun voedsel. Laten we dat dan zo ontwikkelen dat wij als boeren iets goeds doen voor de maatschappij, de dieren en onszelf. Dan moet je kijken naar hoe je onderneemt. Mijn overtuiging is dat niemand meer dieren gaat houden omdat zij dat fijner vinden. Het gaat ze er om hun verdienmodel overeind te houden.'


Sommige boeren zullen zeggen dat groter worden juist goed boeren is.

'Het is maar net waar je als ondernemer het label succes aan hangt. Voor mij zit dat niet in het aantal dieren dat ik houd. Ik wil gewoon een financieel gezond bedrijf in stand houden, zodat dat ik 's nachts niet wakker hoef te liggen van de wereldmarkt en de schuldenlast op mijn bedrijf.'


U gaat dit voorjaar naar Australië en Nieuw-Zeeland. Neemt u uw zwembroek en slippers mee?

'Ik zal niet zeggen dat ik het erg vind, maar de locatie is een beetje toeval. Daar had ik geen keus in. De scholarship wordt afgetrapt met een internationale bijeenkomst voor alle deelnemers in de wereld. Elk jaar is dat in een ander land. Dit jaar is dat Nieuw-Zeeland, een paar jaar geleden was dat Nederland.

'Wij sluiten vanuit Nederland tevoren aan bij de Australiërs. In dat land is Nuffield echt heel groot. We gaan daar een vol programma afwerken, waarbij we naar bedrijven gaan, maar ook naar de overheid. Ik meen dat we ook een gesprek hebben met de minister van Landbouw. Op die internationale bijeenkomsten kan ik al contacten leggen voor mijn onderzoek. Verder kan ik meedoen met het Global Focus-programma. Je gaat dan met tien tot twaalf andere Nuffield-scolars vijf weken de wereld over om te zien hoe ze elders voedsel produceren. Dat is natuurlijk heel waardevol.'


Dat betekent wel dat u het komend jaar weken achter elkaar weg bent. Kan uw bedrijfsvoering dat aan?

'Daar komt mijn ondernemerschap om de hoek kijken. Ik krijg de reizen van Nuffield vergoed, maar de kosten die ik voor het bedrijf maak, zijn voor mijzelf. Ik vind dat wel een leuke uitdaging. Het thuisfront en de medewerkers steunen mij hier goed in. Ik streef ernaar dat mijn bedrijf zo in elkaar zit dat het ook zonder mij door kan gaan.'


Autofabrikant aan de basis van boerenbeurs

Een Nuffield Farming Scholarship is een van de meest prestigieuze agrarische beurzen in Nederland. Ieder jaar worden slechts een paar toegekend aan personen die worden gezien als toekomstige leiders in de agrarische sector. Komend jaar krijgen vijf mannen en één vrouw de beurs. De scholarships geven ondernemers de mogelijkheid hun kennis te vergroten door te leren in landen die het beste bij het gekozen onderwerp van de studie past. In Nederland wordt van de beurzen verwacht dat ze actief hun kennis verspreiden onder agrarisch ondernemers en een bredere doelgroep. De beurs is in 1947 ingesteld door William Morris, lord Nuffield. Boerenzoon Morris was oprichter van het gelijknamige automerk. In 2014 sloot Nuffield Nederland zich aan bij het internationale netwerk. Dat ging in 2011 en 2012 vooraf door vier Nederlandse Nuffield 'associate scholars'.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Donderdag
    11° / 8°
    10 %
  • Vrijdag
    8° / 6°
    10 %
  • Zaterdag
    6° / 5°
    5 %
Meer weer