Intern salderen aan banden gelegd, ook gevolgen voor extern salderen

De mogelijkheden voor intern salderen worden beperkter. Dat geldt ook voor de mogelijkheden voor extern salderen. Dat is de conclusie na uitspraken van de Raad van State in zaken rondom natuurvergunningen voor de Amercentrale en destructiebedrijf Rendac.

Intern+salderen+aan+banden+gelegd%2C+ook+gevolgen+voor+extern+salderen
© Dirk Hol

In de kern komt het erop neer dat intern salderen niet meer mag worden betrokken in de zogenoemde voortoets, dus bij de vraag of een natuurvergunning voor een project nodig is. Intern salderen mag wel worden betrokken bij de vraag of een natuurvergunning voor een project kan worden verleend. De mogelijkheden voor intern salderen worden hierdoor beperkt, aldus de Raad.

Het nieuwe beoordelingskader is direct van toepassing en heeft gevolgen voor alle lopende en toekomstige vergunningsprocedures, maar heeft ook gevolgen voor activiteiten die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 met toepassing van intern salderen zijn gerealiseerd en waarvoor tot op heden geen natuurvergunning nodig was. Wel gaat er een overgangsregeling gelden tot 1 januari 2030.

Intern salderen is het wegstrepen van stikstofgevolgen van een nieuw project tegen de stikstof die het oude, vergunde project op die locatie al veroorzaakte. Extern salderen is juist het wegstrepen van de stikstofneerslag van een bedrijf op een andere locatie. Door de uitspraak van de Raad van State zijn de voorwaarden voor intern salderen, tot op heden soepeler dan voor extern salderen, nagenoeg gelijkgetrokken.


Voortoets en passende beoordeling

Het natuurbeschermingsrecht eist dat eerst wordt onderzocht of de uitbreiding of wijziging van een bedrijf significante gevolgen heeft voor beschermde natuurgebieden. Dit wordt de voortoets genoemd. Als significante gevolgen niet kunnen worden uitgesloten, is een natuurvergunning nodig en moet een passende beoordeling worden gemaakt. Daarin moet worden onderzocht of het bedrijf de beschermde natuur aantast.


Tot vandaag mochten in de voortoets de vergunde stikstofgevolgen van het oude project worden weggestreept tegen de stikstofgevolgen van het nieuwe project. Dat verandert. Vanaf nu mag in de voortoets alleen nog worden gekeken naar de gevolgen van het project op zichzelf, zónder rekening te houden met de gevolgen van de oude situatie. Er mag nog wel intern worden gesaldeerd in de stap die daarna komt: de passende beoordeling.

Structureel onbenutte ruimte in een milieutoestemming maakt geen deel meer uit van de referentiesituatie. Dit betekent dat de mogelijkheden voor intern salderen met een milieutoestemming beperkter zijn dan voorheen. Dit werkt ook door als er extern gesaldeerd wordt met een milieutoestemming van een gestopt bedrijf.

Omdat intern salderen, net als extern salderen, op grond van het nieuwe beoordelingskader veelal leidt tot de verplichting om een natuurvergunning aan te vragen, wordt het voor provincies mogelijk beleid te voeren over de mogelijkheden voor intern salderen. Zij doen dat nu al bij extern salderen, door bijvoorbeeld de omvang van de referentiesituatie te beperken.


Vaker vergunningplicht

Niet alleen zijn de mogelijkheden voor intern salderen beperkter, er zal ook bijna altijd sprake zijn van een vergunningplicht. En dus zal ook vaker een passende beoordeling moeten worden gemaakt. Dat heeft gevolgen voor bedrijven, stelt de Raad in een toelichting op de uitspraken. Ook de mogelijkheden voor extern salderen zullen als gevolg van de wijziging van de rechtspraak naar verwachting beperkter zijn dan voorheen.

Bedrijven die de afgelopen vijf jaar intern hebben gesaldeerd en die op basis van het oude beoordelingskader geen natuurvergunning nodig hadden, krijgen ook te maken met de gevolgen van de uitspraak. Hun activiteiten zijn onder het nieuwe beoordelingskader mogelijk wél vergunningplichtig. Tot 1 januari 2030 geldt een overgangsperiode, waarbinnen provincies niet kunnen handhaven tegen het voortzetten van deze activiteiten zonder natuurvergunning.


Bedrijven kunnen de vijf overgangsjaren gebruiken om te bepalen of er een natuurvergunning nodig is, of de betreffende activiteit aanpassen. Overigens kunnen provincies wel handhaven in voorkomende gevallen als dat nodig is om te voorkomen dat een Natura 2000-gebied verslechtert.

Voor zowel Rendac als de Amercentrale hebben de uitspraken tot gevolg dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant nieuwe besluiten moeten nemen over de aangevraagde projecten. Bij de nieuwe besluiten moeten zij het nieuwe beoordelingskader toepassen. Dat betekent dat voor beide projecten moet worden beoordeeld of deze significante gevolgen hebben voor de nabijgelegen Natura 2000-gebieden.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    8° / 5°
    15 %
  • Zaterdag
    9° / 6°
    85 %
  • Zondag
    7° / 5°
    95 %
Meer weer