Minder melkkoeien, varkens, vleeskalveren en schapen in Nederland

Het aantal schapen in Nederland komt dit jaar uit op 732.000. Het blauwtongvirus, dat al sinds september 2023 voornamelijk schapen treft, ligt hieraan ten grondslag. In provincie Utrecht was de afname van het aantal schapen het grootste, met een min van ruim 27 procent. Noord-Holland (-21 procent) en Flevoland (-20 procent) volgen daarna.

De afname van het aantal melkgeiten komt uit op 3 procent, wat resulteert in een totale veestapel van bijna 475.000 dieren. In vergelijking tot zeven jaar geleden is de geitenstapel overigens met 26 procent gegroeid. Meer dan de helft van deze dieren wordt gehuisvest in Noord-Brabant (137.000) en Gelderland (118.000).

In provincie Noord-Brabant is het aantal melkgeiten dit jaar met ruim 4 procent toegenomen, in Gelderland ging het om een plus van 1 procent. Ten opzichte van 2017 is in deze provincies respectievelijk een toename van 17 procent (Noord-Brabant) en 32 procent (Gelderland) gerealiseerd.

Bijna 2 procent minder koeien

Uit de cijfers van het CBS blijkt dat er dit jaar 1,54 miljoen melkkoeien waren. Dat zijn er 30.000 (of 1,9 procent) minder dan in 2023. Het aantal stuks jongvee voor de melkveehouderij is met bijna 25.000 dieren afgenomen naar 967.000 (-2,5 procent).

Het aantal bedrijven in Nederland dat melkkoeien houdt, is met 2,6 procent gedaald naar 13.900 bedrijven. Ten opzichte van 2017 gaat het om een afname van bijna 23 procent. Het gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf is wel toegenomen, tot 111 dieren. Vorig jaar telde een bedrijf met melkkoeien gemiddeld 110 dieren per bedrijf, in 2017 was dat nog slechts 94 dieren.

De grootste bedrijven bevinden zich dit jaar in Flevoland, met gemiddeld 157 melkkoeien per bedrijf. Groningen (136), Fryslân (129) en Drenthe (127) volgen op plaats twee, drie en vier. De gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren telden de meeste melkkoeien, respectievelijk 65.000 en 34.000 dieren.

Ten opzichte van 2017 waren er dit jaar 7,8 procent minder runderen. Reden hiervoor is dat in 2017 het fosfaatreductieplan in werking trad. Bedrijven moesten hierdoor melkvee van de hand doen om de groei van de veestapel te stoppen. Het aantal runderen is vlak daarna gedaald tot onder de 4 miljoen. Na een lichte stijging een paar jaar later, zet de daling dit jaar weer door.

Kleine daling in vleeskalverhouderij, ook minder varkens geteld

Het totale aantal vleeskalveren in Nederland is in 2024 met 1,7 procent gedaald, tot iets meer dan 1 miljoen dieren. In vergelijking tot 2017 is een plus zichtbaar van ruim 5 procent. Bijna de helft van de vleeskalveren bevindt zich in Gelderland (466.000). De meeste vleeskalveren zijn te vinden in de gemeenten Ede (125.000) en Barneveld (118.000).

Ook de varkensstapel is gedaald, met 2,6 procent tot 10,6 miljoen dieren. Deze daling komt volgens het CBS onder meer door de stoppersregeling en de Subsidieregeling sanering varkenshouderij (Srv), die in 2020 zijn geïntroduceerd.

Het aantal bedrijven met varkens is met 3,5 procent gedaald, naar bijna 3.000. In zeven jaar tijd is het gemiddelde aantal varkens per bedrijf sterk gestegen, met 19 procent tot 3.400. Bijna de helft van de varkens is gehuisvest in provincie Noord-Brabant. In deze provincie nam het aantal bedrijven met varkens in zeven jaar tijd wel met 37 procent af, het aantal varkens daalde met bijna 18 procent minder hard.

Land van Cuijk (646.000) en Venray (518.000) zijn waren dit jaar de gemeenten met de meeste varkens.