Ctgb ziet zelf ook kansen voor betere beoordeling middelen

Collegevoorzitter Rob van Lint van het Ctgb noemt in antwoord op vragen van Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) drie beperkingen waar het Ctgb naar eigen zeggen tegenaan loopt. Ten eerste is dat de stapeling van effecten van gewasbeschermingsmiddelen. 'We weten lang niet alles van cumulatieve effecten. We willen daar meer wetenschappelijke inzichten in hebben.'

Nicole van Straten, manager gewasbescherming bij het Ctgb, voegt daaraan toe dat er een complexe methodiek is om de cumulatieve effecten vast te stellen. 'Vanaf volgend jaar neemt het Ctgb in de beoordeling van residuaanvragen mee wat al die verschillende stoffen met een toxisch effect samen doen. Voor de consument is daar een methodiek voor ontwikkeld. Voor het hele milieu is het ingewikkelder. In het milieu moet je naar duizenden organismen krijgen. Dat duurt veel langer voor we een methode hebben.'

Parkinson

Als tweede punt waarover meer kennis nodig is, noemt Van Lint het verband tussen middelengebruik en neurodegeneratieve ziekten zoals parkinson. 'We vinden het belangrijk dat er snel duidelijkheid over komt, zodat we dat kunnen meenemen in de beoordeling. We ervaren dat als een gemis, terwijl er wel allerlei zorgen over zijn. We hebben onvoldoende regelgeving om erop te kunnen toetsen.'

Tot slot benoemt de collegevoorzitter de verschillen tussen de toelatingsnormen van het Ctgb in het oppervlaktewater en de normen van de Kaderrichtlijn Water. 'We vragen om regelgeving en ons handvat te bieden om daarmee om te gaan. Dat is er niet en dat is bij uitstek een politiek besluit.'

Marcel van Raaij, secretaris-directeur van het Ctgb, benadrukt dat het Ctgb niet gaat over het volume dat van bepaalde middelen wordt gebruikt en of mensen zich aan de gebruiksvoorschriften houden. 'We zien met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ook dat de naleving van de voorschriften kan worden verbeterd. Op verschillende plekken is verbetering mogelijk. Een van die punten is de toelating. Een ander punt is de handhaving.'

Financiering

Op het vraagstuk van financiering van het Ctgb, waarbij de fabrikanten betalen voor de toetsing van hun eigen middelen, heeft Van Lint een passend antwoord. 'Dat ik moet betalen om mijn rijbewijs te halen, geeft me ook geen garantie op een rijbewijs', zegt de collegevoorzitter. 'We staan voor onze onafhankelijkheid, ondanks dat de industrie betaalt. Dat kan ook anders worden geregeld, maar dat is aan de politiek.'

De toelating van nieuwe groene gewasbeschermingsmiddelen gaat de Tweede Kamerleden veel te traag. Van Raaij stelt dat er in Europa een gebrek aan capaciteit en expertise is op dit gebied. 'Als Ctgb hebben we hiervan een speerpunt gemaakt. De middelen worden met prioriteit beoordeeld. Het Ctgb heeft een groot deel van de Europese aanvragen op het bord liggen. De manier waarop wij dit doen, met een apart team, leidt tot gesprekken in Europa en de vraag of andere landen dit ook niet moeten doen.'

Het Ctgb levert dit jaar 70 procent van de beoordelingen van niet-chemische stoffen. Dit jaar levert het college de beoordeling van acht nieuwe stoffen. Daarna volgen de middelaanvragen voor middelen met die stoffen. 'Dat is de reden dat er niet zoveel middelen van microbiologische oorsprong op de markt komen', legt Van Straten uit.

Bodemprocedure

Het Ctgb reageerde ook op de recente uitspraak van de rechter in Groningen. De rechter oordeelde dat de provincie niet voldoende heeft onderbouwd waarom er geen vergunningplicht is voor het middelengebruik door een boer in het Friese Boijl.

Van Lint stelt dat deze uitspraak nu geen gevolgen heeft voor de werkwijze van het Ctgb. 'Wat ik ongelukkig vind, is dat het de uitspraak van een kort geding is. Ik kijk uit naar een bodemprocedure. Dat kan leiden tot een ander toezichtbeleid. Daarmee is de Tweede Kamer of de Europese Raad aan zet.'