Verplichte bestrijding IBR en BVD krijgt vorm

Na jaren van uitstel komt er vanaf volgend jaar een verplicht bestrijdingsprogramma voor IBR, en mogelijk ook voor BVD. Vrijblijvendheid is daarmee van de baan. Vooral bedrijven met rundvee anders dan melkkoeien moeten stappen nemen.

Verplichte+bestrijding+IBR+en+BVD+krijgt+vorm
© Twan Wiermans

Zuivelafnemers stellen de bestrijding van IBR en BVD al verplicht. Daardoor hebben melkveehouders al grote stappen gezet. In andere sectoren met runderen leeft deze bestrijding veel minder. Maar nadat verplichting al meerdere keren is uitgesteld, komt die er naar verwachting volgend jaar echt.

De verplichte bestrijding van IBR (Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis) kende eind vorige eeuw een moeizame start in Nederland. De toenmalige vaccinatie leidde tot ernstige diergezondheidsproblemen. Om die reden werd de verplichting weer snel geschrapt.

De daarop volgende vrijwillige aanpak wierp vervolgens wel vruchten af, stelde IBR-specialist Frederik Waldeck van diergezondheidsorganisatie GD tijdens een symposium van Hipra in Soesterberg.

Vooral aankopen van vee vormt een risico op insleep

Frederik Waldeck, Royal GD

Minder IBR uitbraken

‘Vijftien jaar geleden communiceerden we dat minder dan 1 procent van de melkveebedrijven die IBR-vrij waren alsnog te maken kregen met een uitbraak',
stelt Waldeck. 'Gelet op de afgelopen vijf jaar gaat het nu om tienden van een procent. Het gaat gemiddeld om pakweg twintig melkveebedrijven per jaar. Wel zagen we begin 2023 een aantal uitbraakjes in Noord-Nederland.’

BVD (Bovine Virus Diarree) komt iets vaker voor, gaf BVD-specialist Emma Strous van diergezondheidsdienst Royal GD aan op het symposium. Sinds 2018 is het aantal herinfecties teruggelopen van 0,8 procent van de melkveebedrijven naar onder de 0,3 procent vorig jaar.


In tien maanden vrij van BVD

‘De BVD-bestrijding heeft altijd al in de lift gezeten, zeker nadat de aanpak ook hier verplicht werd voor melkveehouders. Zo werden in 2019 nog 1.798 dragers gevonden, vorig jaar waren dit 457. Wie echt wil, kan na tien maanden vrij zijn met het opsporen en afvoeren van dragers’, ervaart de BVD-specialist.

Volgens Strous komt de daling doordat veel melkveehouders ook de voordelen van de BVD-vrijstatus zien. ‘Je ziet dan ook dat er langzaam een plateaufase is bereikt.’


Vervelende en hardnekkige virusziekten

De aanpak van Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis (IBR) en Bovine virale diarree (BVD) wordt niet voor niets verplicht. Beide ziekten zijn hardnekkig. Zo kan het BVD-virus leiden tot tal van ziektebeelden, waaronder diarree, mastitis, een dalende melkgift, maar ook jongveesterfte. Het virus vermindert ook de weerstand. Daarbij kan een geïnfecteerd dier ook de ongeboren vrucht besmetten. Gebeurt dit in de eerste vier maanden van de dracht, dan kan het kalf BVD-drager worden en het virus levenslang uitscheiden. Overigens sterft 90 procent van de BVD-dragers binnen twee jaar. BVD-bestrijding bestaat uit het opsporen en afvoeren van dragers. Het virus wordt overgebracht door dragers op onbeschermde dieren. Maar BVD verspreidt zich ook via bijvoorbeeld erfbetreders die contact hadden met een drager.

De virusziekte IBR veroorzaakt onder meer neusuitvloeiïngen, verminderde eetlust, koorts, verwerpen en sterfte. Een besmet rund is levenslang geïnfecteerd, waarbij het virus plots weer actief kan worden, bijvoorbeeld bij ziekte of stress. Hoewel de ziekte meestal wordt overgedragen door direct contact, is overdracht via mensen en materiaal ook mogelijk.


Vanaf 1 juli 2025 wordt bestrijding van IBR verplicht voor alle rundveehouderijen, met een overgangsperiode van een halfjaar. De Algemene Maatregel van Bestuur die dit regelt is nu door de internetconsultatie gekomen. Voor BVD wordt nog aan de regelgeving gewerkt.


Voordelen vrijstatus

Heleen Prinsen, themaspecialist Gezonde Dieren bij LTO Nederland, is hier blij om. ‘We zijn hier al vanaf 2012 mee bezig. Het is goed dat nu alle veehouders meedoen. De vrijstatus leidt tot een betere diergezondheid, minder economische schade en een beter imago en betere handelspositie voor Nederland.’

De nieuwe regelgeving, die voortborduurt op het programma van de afgelopen jaren, gaat in juli volgend jaar voor alle rundveesectoren in. Bedrijven hebben daarbij de keuze om vrij te worden of ieder halfjaar te vaccineren.

Wanneer minimaal 99,8 procent van alle Nederlandse houderijen met rundvee vrij is van IBR, kan de nationale IBR-vrijstatus worden aangevraagd. Met de vrijwillige aanpak van de afgelopen jaren was dit percentage niet haalbaar.
Als Nederland 100 procent vrij wil worden, moeten dus ook andere sectoren met rundvee meedoen. ‘We hebben in Nederland dertienduizend melkveebedrijven en achttienduizend Unieke Bedrijfsnummers die niet onder de melkveesector vallen’, schat Waldeck in.


Andere rundveehouders

Het gaat om jongveeopfokbedrijven, zoogkoeienhouders, kleinschalige bedrijven met minder dan twintig volwassen runderen en handelsbedrijven, somt hij op. ‘Daarvan doet 22 procent wat aan IBR. Samen met de melkveebedrijven doet dus iets meer dan de helft van de rundveebedrijven mee aan IBR-bestrijding.’

De IBR-specialist ziet dat groot deel nog in beweging moet komen. ‘Van de niet-melkveebedrijven is 22 procent IBR-vrij en 16 procent BVD-vrij’, zegt Waldeck.

De ziekten nemen bij de overige bedrijven wel af, ziet Strous. ‘Je ziet het voorkomen van IBR en BVD op zowel zoogkoeienbedrijven als kleinschalige bedrijven kleiner worden. Zo kwam in 2023 bij 2,9 procent van de zoogkoeienbedrijven en 1,4 procent van de kleinschalige houderijen IBR voor. BVD kwam bij 2,3 procent van de zoogkoeienbedrijven en 0,5 procent van de kleinschalige houderijen voor.


Alvast aan de slag

Kijk alvast naar de IBR-status op het bedrijf, raadt IBR-specialist Waldeck vleesveehouders aan. ‘De verplichting komt eraan. De kans dat je bij een steekproef helemaal geen positieve dieren vindt, is 85 procent. Bij de 15 procent die wel positief is, gaat het vaak om één of enkele dieren.’

Vaak gaat het om oude of aangekochte dieren. Vooral aangekochte dieren vormen een risico op insleep. ‘Om vervolgens een goed beeld te krijgen om welke dieren het gaat, is het daarom goed om bij die dieren te beginnen. Vervolgens is het de afweging om alles te tappen en dragers te ruimen of te kiezen voor twee keer per jaar vaccineren’, concludeert Waldeck.


Verplicht programma biedt geen garantie dat uitbraken uitblijven

Hoewel met een verplicht programma de kans op nieuwe uitbraken klein is, geeft het geen garantie dat er geen uitbraken meer komen. Dat blijkt wel in België. Dat land is al sinds 2007 bezig met een IBR-programma en sinds 2012 is dit verplicht. Het programma is in 2014 erkend door de Europese Unie, waardoor België de grens dicht kan gooien voor besmette runderen uit andere landen.Sinds september 2023 waart IBR rond in België; eerst in één regio, later in meerdere provincies. Nog altijd is het enkele keren per maand raak, zo waren er in september nog twee uitbraken. Volgens Diergezondheidszorg Vlaanderen komt het vaak door niet-hygiënisch werken of een risicovolle aankoop.Dat gebeurt terwijl er bij de zuiderburen wordt gewerkt aan een verplicht bestrijdingsprogramma. Zo moeten alle in juni bekende zevenduizend IBR-dragers, met enkele uitzonderingen, uiterlijk 31 oktober 2024 tegen een vergoeding zijn afgevoerd naar het slachthuis. De combinatie van afvoer van IBR-dragers en het opstallen van vee geeft een extra risico op IBR-verspreiding bij transport. Veehouders krijgen het advies om goed te letten op de reinheid van de vrachtwagen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer