Verplichting BVD-vrij vleeskalf uitgesteld naar medio 2024

Het borgen van de BVD-status van kalveren zou worden opgenomen in het Protocol Gezonde Kalveren. Deze aanpak rond BVD-vrije kalverhouderij is een initiatief van Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK), Vee & Logistiek Nederland en Zuivelnl.

Enkele jaren geleden was het streven om vanaf 1 januari 2023 in de kalverhouderij nog enkel BVD-vrije kalveren op zetten. Inmiddels was dit al verschoven naar 1 januari 2024.

Het blijkt dat het in de praktijk lastig is om de BVD-status van kalveren in een systeem borgen. De initiatiefnemers laten de eis om BVD-vrije kalveren op te zetten, daarom samenvallen met regelgeving vanuit het landbouwministerie om te komen tot een verplicht bestrijdingsprogramma voor BVD en Infectieuze Bovine Rhinotracheitis (IBR).

De sector werkt samen met het ministerie om aan het programma invulling te geven. Doel van de regelgeving is om als EU-lidstaat de vrije status voor zowel IBR als BVD te behalen. Dit kan alleen worden behaald wanneer alle aanwezige runderen meedoen, dus ook kalveren en vleesrunderen in natuurgebieden.

Grote stappen gezet

Vooral in de melkveehouderij worden grote stappen gezet om de sector vrij te krijgen. In het tweede kwartaal van 2023 nam 98,9 procent van alle melkveebedrijven deel aan de bestrijding van BVD en van deze bedrijven had 90 procent de gunstige status BVD-vrij of BVD-onverdacht. Van de niet-melkleverende bedrijven nam 23 procent deel aan de bestrijding. Van deze bedrijven had 85,1 procent een zelfde gunstige status.

Bij IBR had in het tweede kwartaal van dit jaar 81 procent van de melkveebedrijven de status IBR-vrij of IBR-onverdacht. 21 procent van alle niet-melkleverende bedrijven had deze zelfde status.

Negatief effect

Beide virusziekten hebben een negatieve impact op de diergezondheid en daarmee op het dierenwelzijn van runderen. Er is ook sprake van aanzienlijke economische schade voor de rundveesector door de aanwezigheid van IBR en BVD.