Raad van State spaart Reeuwijkse PAS-melder Olieman

Milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) vraagt al jaren om maatregelen tegen Olieman. Maar de Raad van State vindt het te verstrekkend om provincie Zuid-Holland te dwingen om de varkenshouder aan te pakken.

Dat is opmerkelijk. Weliswaar besliste de Raad begin dit jaar dat provincies tot medio 2025 ruimte hebben om af te zien van handhaving tegen activiteiten van zogenoemde PAS-melders, maar ze moeten dan wel motiveren dat er een redelijk evenwicht is tussen de belangen van PAS-melders aan de ene kant en het natuurbelang aan de andere kant.

In de spoedprocedure van Olieman constateert de Raad van State dat de provincie die belangen níet goed heeft afgewogen. Toch is handhaving bij Olieman nu niet nodig. De provincie krijgt een nieuwe kans om te motiveren waarom de varkensboer met rust moet worden gelaten. Als de provincie besluit om wél te gaan handhaven, dan kan Olieman altijd nog schorsing vragen van zo'n besluit, adviseert de Raad.

Grote vragen

Dit oordeel van de Raad van State roept waarschijnlijk grote vragen op bij bestuursrechters van de Haagse rechtbank. Die oordeelden namelijk al vijf keer dat de provincie geen goed verhaal had om af te zien van handhaving bij Olieman.

Valentijn Wösten, woordvoerder van MOB, is na tien jaar procederen tegen de provincie woest. 'Uitstel, uitstel, uitstel, daar draait deze zaak om', klaagde hij onlangs. Ook klaagde hij over juridische trucs die de provincie uithaalde om meer tijd te rekken met het oog op mogelijke legalisatie van de activiteiten van Olieman in 2025. De Raad zegt de frustratie van MOB wel te begrijpen.

De provincie kreeg in juni opdracht van de rechtbank om de gevolgen van het werken zonder natuurvergunning in kaart te brengen. Dat heeft de provincie gedaan. Het onderzoek werd kritisch ontvangen door de Raad van State, maar ze pakt nu niet door in deze spoedprocedure. Het onderzoek naar het natuurbelang wordt in een zitting later dit jaar uitgebreid tegen het licht gehouden.