'Doelen voor het terugbrengen van de methaanuitstoot zijn haalbaar'
De melkveehouderij kan via tal van maatregelen de methaanuitstoot terugdringen. Onderzoekers willen vooral de emissie vanuit ruwvoer beter kunnen inschatten. 'Het is nu nog lastig om aan te geven aan welke knoppen precies kan worden gedraaid bij de teelt en het conserveren van ruwvoer', zegt projectleider Léon Šebek van Wageningen Livestock Research.
Veruit het meeste methaan dat aan de melkveehouderij is toegeschreven, wordt gevormd in de pens van de koe. Daarin zitten micro-organismen die een voorvertering mogelijk maken waarbij de nutriënten uit gras en mais vrijkomen. Bij dat proces worden onder andere vluchtige vetzuren gevormd, waardoor een overschot aan waterstof ontstaat. Deze waterstof moet worden weggewerkt, omdat het de micro-organismen schaadt en er methaan wordt gevormd.
Een goed verdienmodel of dwingende wet- en regelgeving zijn nodig om doelstellingen te halen
In de dikke darm vindt eenzelfde proces plaats, legt wetenschapper Léon Šebek uit. 'Het is een fabeltje dat koeien methaan vooral via scheten uitstoten. Dat is maar in enkele procenten het geval. Koeien ademen het methaan uit of ze boeren het op.'
Is de emissie van methaan in Nederland voor een groot deel toe te schrijven aan de melkveehouderij?
'Ja. We spreken in Nederland in totaal over ongeveer 19 megaton CO2-equivalenten aan methaanuitstoot. Ongeveer 8 megaton daarvan is afkomstig van de pakweg vijftienduizend melkveehouderijen.'
De ambitie in de Nationale Methaanstrategie is om in 2030 30 procent minder methaanemissie te hebben dan in 2020. Is dat haalbaar?
'In theorie zeker. Dat laat ons onderzoek ook zien. Maar als boeren geen vergoeding krijgen voor de maatregelen die ze nemen, waarom zouden ze dat dan doen? Een goed verdienmodel of een dwingende wet- en regelgeving zal nodig zijn om de doelstellingen te behalen.'
Koeien & Kansen-bedrijven lopen voorop als het gaat om inspelen op milieuwetgeving. Deze zestien bedrijven zijn er in 2022 echter niet in geslaagd om de methaanemissie te verminderen ten opzichte een jaar eerder. Hoe komt dat?
'Allereerst wil ik benadrukken dat deze melkveehouderijen al een 10 procent lagere methaanemissie hebben dan een gemiddeld melkveebedrijf. Uit ons onderzoek blijkt dat via voermanagement een extra reductie van 10 procent mogelijk is, maar dat dit in de praktijk moeilijk te realiseren is. Enerzijds omdat het kosten met zich meebrengt en anderzijds omdat het jaarafhankelijk is of en hoe maatregelen moeten worden ingezet.'
'Dat laatste heeft vooral betrekking op de potentiële emissiereductie via sturen op ruwvoerkwaliteit. Daarbij is het weer een belangrijke factor, waardoor maatregelen als het kiezen van het juiste oogstmoment lastig toe te passen zijn. Daar zit een kennisleemte die aandacht krijgt in lopende projecten.'
Als onderzoekers proberen jullie voor vers gras, kuilgras en -mais te voorspellen wat de emissiefactor voor methaan is. Hoe verloopt die studie?
'Voor ruwvoer – en dan met name dat wat uit de graskuil komt – werkt het veelgebruikte schattingsmodel op basis van alleen het NDF-gehalte (het totale gewicht aan celwanden) onvoldoende. Dit terwijl het rantsoen voor het grootste gedeelte uit ruwvoer bestaat. Het inschatten van de methaanemissie van een gemiddelde kuil kunnen we goed genoeg, maar voor andere kwaliteiten silages blijkt het lastig om een goede inschatting te maken.'
'We willen daarnaast graag de ruwvoerproductie over meerdere jaren in beeld krijgen, omdat de weersinvloeden groot zijn. Als je bijvoorbeeld altijd 4.000 kilo droge stof per hectare van het land wil halen, dan is de kwaliteit in een groeizaam jaar heel anders dan in een droog jaar.'
Dus meer weidegang, een deel kuilgras vervangen door snijmais, het percentage vet verhogen en voederbieten vervangen door bierbostel?
'Dat zijn allemaal goede mogelijkheden, maar het zijn ook opties die veel vragen van het management. Het verhogen van het vetgehalte in het rantsoen is effectief, maar door prijsstijgingen laten agrarisch ondernemers die mogelijkheid vaak links liggen. En het effect van weidegang tikt alleen aan wanneer je bijvoorbeeld van deelweidegang naar volledige weidegang gaat.'
'Het is voor een lage methaanemissie ook beter om meerdere korte sneden gras van het land te halen. Maar dat gaat gepaard met lagere drogestofopbrengsten en hogere kosten. Bovendien is het risico groot dat het rantsoen eiwitrijk wordt en dat pakt weer nadelig uit voor de ammoniakuitstoot. Je moet echt denken aan een optelsom van maatregelen om uiteindelijk die benodigde 30 procent reductie te kunnen realiseren.'
Zijn er nog meer mogelijkheden?
'Een efficiënte bedrijfsvoering is heel belangrijk. Denk daarbij aan maatregelen als minder jongvee aanhouden en een duurzame veestapel nastreven. Dat is goed voor het beperken van de ammoniak- én methaanemissie. Het toevoegen van methaanremmers aan het voer is effectief, maar ik zie deze producten vooralsnog als vangnet.'
'Voor de toekomst is ook fokkerij een optie. Een ander toekomstig perspectief ligt wellicht in het sturen op de ontwikkeling van het microbioom in de pens. We zijn al vijf jaar bezig om de ontwikkeling van dit microbioom, dus de micro-organismen, zodanig te beïnvloeden dat daardoor op een natuurlijke manier minder methaan wordt gevormd. De eerste resultaten zijn veelbelovend.'
Milieumaatregelen als het terugdringen van de methaanuitstoot komen al snel in conflict met andere belangen. Denk aan diergezondheid of het beheersen van de kosten. Klopt die stelling?
'Dat is inderdaad zo. Daarom kijken wij in ons onderzoek ook integraal, met speciale aandacht voor methaan- en ammoniakreductie. Het is en blijft een ingewikkelde puzzel om aan alle maatschappelijke doelstellingen tegemoet te kunnen komen. Maar zo lang het beperken van de methaanemissie geen geld oplevert, dreigt die doelstelling bij ondernemers uit het zicht te raken.'
Hoe kijkt u naar alle ontwikkelingen?
'Hoe beloftevol onderzoeksresultaten ook kunnen zijn, de ervaring leert dat ze lang niet altijd de dagelijkse praktijk worden. Als burger vind ik het wel spannend welke ruimte de melkveehouderij gaat krijgen om zich verder te ontwikkelen en welke randvoorwaarden daarbij worden gesteld. Blijven we het belang zien van voedselproductie of komt er een sterke reductie van de veestapel om emissies te reduceren? En als het een substantiële krimp wordt, wat gebeurt er dan met het landschap waar boeren en tuinders voor zorgen?'
Sector én maatschappij combineren
Al sinds zijn kinderjaren komt Léon Šebek (65) regelmatig op een melkveehouderij. Als DLO-onderzoeker op de afdeling Diervoeding van Wageningen Livestock Research combineert hij zijn betrokkenheid bij de agrarische sector met het werken aan maatschappelijke doelstellingen, zoals het tegengaan van klimaatverandering. Šebek is sinds 2002 betrokken bij het in kaart brengen van de nutriëntenkringlopen van de melkveehouderij en mede betrokken bij de ontwikkeling van de handreiking die de basis vormt van de huidige KringloopWijzer. De wetenschapper heeft Veevoeding en Fokkerij gestudeerd in Groningen en is gepromoveerd aan Wageningen University & Research.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kuhn GA 8121
2011, € 13.000
-
Fendt 718S4 ProfiPlus RTK
2018, P.O.A.
-
Stihl RT 5097.1
Nieuw, P.O.A.
-
Massey Ferguson MF 6713-S D6 EF
2017, P.O.A.
Vacatures
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %