Zorgen om verdwijnen Brabantse melkveebedrijven

Een vrolijk verhaal is het niet, dat vorige week in de Brabantse regionale kranten verscheen. Het gaat over de afname van het aantal melkveehouderijen rondom Brabantse natuurgebieden, meer specifiek in het Brabantse deel van de Peel.

Brabants Dagblad citeert voorzitter Henk Raaijmakers van Gebiedsgerichte Aanpak Vitale Peel. Volgens hem stopt 80 procent van de melkveehouders aan de Brabantse zijde van de Peel, al dan niet via een stoppersregeling.

Aantrekkelijkste bod

Het beoogde doel van de stoppersregelingen – natuurversterking door een afname van de stikstofuitstoot – komt door de stoppers niet in zicht. De graslanden van de melkveehouders komen namelijk voornamelijk in bezit van akkerbouwers en tuinders, met vaak intensieve teelten die veel gewasbeschermingsmiddelen en beregening nodig hebben. Deze bedrijven kunnen vaak het meest aantrekkelijke bod doen op de gewilde grond van melkveehouders.

'Elke keer als ik in de laatste jaren bij de provincie of het ministerie kwam, zei ik: Denk er nou aan; als de melkveehouderijen verdwijnen, komt er iets voor terug dat je niet wilt. Dat blijkt nu', zegt voorzitter Wim van Opbergen van Werkgroep Behoud de Peel in de krant.

Helpen extensiveren

Van Opbergen krijgt bijval van ZLTO-bestuurder Hendrik Hoeksema. 'Het beleid zou erop gericht moeten zijn om melkveehouders niet te laten stoppen, maar om hen te helpen met extensiveren. Hoe krijgt een melkveehouder genoeg grond onder zijn bedrijf, zodat hij gezond verder kan? Nu maken boeren noodgedwongen andere keuzes, mede veroorzaakt door contraproductief overheidsbeleid.'

De zorgen van boeren- en gebiedsorganisaties hebben ook de Brabantse politiek bereikt. Vier coalitiepartijen – GroenLinks, PvdA, D66 en SP – hebben vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten.

Motie aangenomen

In november werd al een motie van deze vier partijen aangenomen waarin Provinciale Staten hun zorgen uitspraken over het ontbreken van bepalingen over toekomstig grondgebruik bij de landelijke stoppersregelingen Lbv en Lbv-plus. Ook werd aan Gedeputeerde Staten gevraagd te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om ongewenst grondgebruik te voorkomen en de ontwikkelingen rondom verandering in grondgebruik te monitoren.

De vier partijen willen nu weten hoe het met deze monitoring en het onderzoek naar sturingsmogelijkheden gaat.