Voor de Lbv-regeling meldden zich 447 veehouders

Met 548 aanvragen voor een van beide stoppersregelingen is de varkenshouderij de grootste deelnemer. Van deze ondernemers vallen 201 onder de Lbv en 263 onder de Lbv-plus. Van de 548 aanvragen moeten er nog 84 worden beoordeeld. Bij pluimvee gaat het in totaal om 220 aanvragen. Daarvan betreft het 30 voor de Lbv en van 26 aanvragen moet nog worden beoordeeld of ze voor een van de twee regelingen in aanmerking komen.

Vanuit de melkveehouderij dienden 383 bedrijven een aanvraag in voor een van beide stoppersregelingen. Voor de Lbv zijn er 197 goedgekeurd en 26 moeten nog worden beoordeeld. In de vleeskalverhouderij gaat het om 178 aanvragen, waarvan twee voor de Lbv. De resterende 176 opteren voor de Lbv-plus. Van gemengde bedrijven (varkens en kippen) kwamen 88 aanvragen binnen, waarvan 17 een Lbv-beschikking ontvingen. 8 aanvragen moeten nog worden beoordeeld.

De beschikking voor deelnemers aan de Lbv-regeling is verstuurd. Een deel van de bedrijven die piekbelaster zijn en meedoen aan de Lbv-plus regeling ontving al een beschikking. In totaal stuurden 158 van hen de overeenkomst retour.

De grote vraag die iedereen bezighoudt, is hoeveel dieren in welke categorieën zijn aangemeld voor een van beide regelingen. Daarover doet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), zolang het traject nog niet is afgerond, geen uitspraken.

Grote regionale verschillen

Per regio zijn er grote verschillen in aanvragen. De meeste aanvragen voor alle diercategorieën komen uit Gelderland, Brabant en Limburg. De meeste aanvragen kreeg RVO uit de gemeenten Venray, Ede, Barneveld, Land van Cuijk en Nederweert.

Voorzitter Linda Verriet van de Producentenorganisatie Varkenshouderij krijgt signalen dat meer vleesvarkenshouders intekenden dan vermeerderaars. Haar zorg is dat dit leidt tot een verdere scheefgroei tussen biggenproductie en vleesvarkensplaatsen en wellicht meer biggen die geëxporteerd worden.

'Een volgende opkoopregeling moet echt bijdragen aan een structuurverbetering in onze sector. Een betere balans tussen biggenproductie en vleesvarkensplaatsen en behoud van goede locaties', stelt Verriet.