Extreme claims op biostimulanten niet realistisch in Nederland

Bin is bij Cebeco specialist in deze relatief nieuwe groep producten. Cebeco is het onderdeel van Agrifirm dat zich bezighoudt met meststoffen. Bin: 'Sinds 16 juli 2022 vallen de biostimulanten onder de mestwetgeving. Dat is gunstig omdat dit helpt bij de normering. Het is mogelijk ze te testen en de producten met aangetoonde meerwaarde uit te zoeken.'

Gangbaar en biologisch

Biostimulanten moeten aantoonbaar effectief zijn zonder toevoegingen. Het aardige aan biostimulanten is dat ze zowel gangbaar als biologisch bruikbaar zijn. 'Voor bioteelt moeten ze wel Skal-gecertificeerd zijn, maar dat kan bij de meeste producten', benadrukt de productmanager van Cebeco.

Biologische telers moeten altijd controleren of het product een biologische registratie heeft. Onderzoek en evaluatie van deze producten gebeurt in Zwitserland bij het biologische instituut FiBL.

Bin deelt de biostimulanten in twee subcategorieën: plantversterkers en bladmeststoffen. Een andere verdeling is het splitsen in levende en niet-levende soorten: microbieel en niet-microbieel. De microbiële soorten werken op basis van een bacterie of een schimmel. Niet-microbiële producten bestaan bijvoorbeeld uit humuszuren, plantenextracten, mineralen of bewerkte eiwitten en suikers.

De belangrijkste functies van biostimulanten zijn gericht op betere groei en weerbaarheid. De productmanager noemt verbetering van de nutriëntenefficiëntie, lagere gevoeligheid voor abiotische stress, verbetering van de productkwaliteit of het vrijmaken van voedingselementen in de bodem. Het betreft dus geen gewasbeschermingsmiddel, dat zijn de biocontrols.

Keuze en werking

Wie als boer gericht wil sturen op een sterker gewas, kan zich eens gaan verdiepen in de mogelijkheden. Volgens Bin kan de teler met zeewier- en plantenextracten de hormoonhuishouding van het gewas zo beïnvloeden dat het sterker wordt tegen droogte en hittestress.

Sturen op basis van eiwitten en suikers kan in lelies met Ianus. 'Met antioxidanten vang je dan ozon af, die de plant aanmaakt bij stress. Door ophoping daarvan tegen te gaan, voorkom je slijtage aan het loof', zegt de productmanager.

Bij nuttige mineralen noemt Bin selenium, jodium en silicium. Silicium maakt de celwand sterker. 'Rupsen kunnen dan ook minder gemakkelijk aan de planten vreten. Je ziet dat aan de slijtage van de tanden van de rupsen', legt de productmanager uit.

Nuttige bacteriën en schimmels vergroten de opnamecapaciteit van nutriënten door de wortels of maken meer vrij in de bodem. Daarnaast zijn er stikstofbindende soorten, die in de bodem of in de plant hun werk doen.