'Normen voor biostimulanten garanderen niet hun effectiviteit'

Maar het is volgens het expertteam 'extreem onwaarschijnlijk' dat biostimulanten werking hebben op zo'n breed spectrum aan gewassen. 'De NEN zegt dat de werkwijze juridisch correct is, maar wij begrijpen dat niet. Ons onbegrip wordt versterkt omdat producenten van biostimulanten hun eigen proeven mogen doen, producenten sneller dan gebruikelijk een significant effect aan een proef toekennen en er geen verplichting is om melding te maken van experimenten waarin geen effecten zijn gevonden.'

Normaal gesproken wordt een effect als significant gerapporteerd als de kans op een fout kleiner is dan 5 of 10 procent. De NEN-commissie hanteert een marge van 15 procent.

Baat bij vertrouwen

Het expertteam stelt dat veel middelen die op de markt zijn, niet of nauwelijks werken of slechts specifieke toepassingen hebben op bepaalde gewassen onder bepaalde omstandigheden. 'Telers hebben baat bij een normering waarbij zij erop kunnen vertrouwen dat middelen ook echt werken. Dat zal met de komende NEN-normen niet het geval zijn.' De NEN-conceptnorm gaat nu ter goedkeuring naar het Europees Comité voor Normalisatie (CEN). 'Hopelijk wordt bij de CEN de procedure van normering heroverwogen.'