'Wellicht biedt biostimulant oplossing voor beperkte stikstofruimte'

Als proef spoot akkerbouwer Gerrit van de Westeringh in zijn wintertarwe dit voorjaar met de eerste fungicidebespuiting ook de biostimulant BlueN mee. 'Ik zie nog geen effect in het gewas van een mogelijk hogere stikstofopname, maar wellicht zijn de uiteindelijke opbrengsten beter.'

%27Wellicht+biedt+biostimulant+oplossing+voor+beperkte+stikstofruimte%27
© Dick van Doorn

Het akkerbouwbedrijf van Gerrit van de Westeringh in het Gelders Zennewijnen ligt strak tegen Tiel aan. 'Tussen 2000 en 2010 heb ik hier akkerbouwgrond kunnen aankopen, omdat gemeente Tiel andere grond van mij wilde hebben voor stadsuitbreiding. Vandaar dat wij nu 130 hectare hebben', zegt hij.

Van de Westeringh kiest er bewust voor om extensief te telen. Daarom bestaat 60 hectare van de 130 hectare uit wintertarwe. Sinds 2007 heeft de Betuwse akkerbouwer 8 tot 9 hectare zaaiuien in het bouwplan. Plantuien zijn volgens hem geen optie, 'want daar is de grond niet vroeg genoeg voor'. Ook teelt hij 10 hectare wintergerst. 'Dat doe ik vooral vanwege het beter spreiden van de oogstperiode. Tarwe op tarwe geeft toch minder opbrengst is mijn ervaring, dus kun je beter wat wintergerst erbij hebben', stelt hij.


Wintergerst in het bouwplan geeft meer oogstspreiding.
Wintergerst in het bouwplan geeft meer oogstspreiding. © Dick van Doorn

Verder teelt de ondernemer 20 hectare tafelaardappelen van het ras Mozart en Milva en 26 hectare suikerbieten. Hij teelt alleen binnendijks. Van de Westeringh: 'Ik zit hier grotendeels op zware rivierklei met een afslibbaarheid van 50 tot 70 procent en daar is het wat moeilijker aardappelen telen. Ik heb ook betere stukken rivierklei die 25 tot 45 procent afslibbaar zijn en die percelen zijn beter geschikt voor aardappelen.'

Tekorten aan fosfaat gaan ook een probleem worden in veel akkerbouwgewassen

Gerrit van de Westeringh, akkerbouwer in Zennewijnen

Op de goede gronden teelt de akkerbouwer de aardappelen in een rotatie van 1-op-4 en op de minder goede gronden in een rotatie van 1-op-6. De betere gronden met een lagere afslibbaarheid liggen dicht bij de Waal op de vroegere oeverwallen. Hoe verder van de rivier af, hoe zwaarder de rivierklei.

De grond die de ondernemer tussen de jaren 2000 en 2010 aankocht, werd gelijk verbeterd door te egaliseren en te draineren. 'Het is wel zo dat als de ontwatering op die zwaardere rivierkleigronden goed op orde is, je er wel meer mee kunt wat betreft teelten. Deze zomer ga ik weer enkele percelen kilveren om zo de lage plekken weg te werken. In principe zou ik daarmee 10 hectare aardappelen extra kunnen zetten, maar dan kom ik opslagruimte tekort. Nadeel van hoog salderende gewassen is dat je er vaak meer tijd aan kwijt bent', legt hij uit.

De tarwe levert dit jaar met zo'n 200 euro per ton niet echt veel op, zegt Van de Westeringh. Een deel van de tarwe zit in de pool bij AgruniekRijnvallei en een deel is bestemd voor de vrije handel.


Voorkeur voor vaste mest

Als bemesting voor het land gebruikt de akkerbouwer in zijn gewassen naast drijfmest in tarwe vooral vaste geiten- of rundveemest. Van de Westeringh: 'Dat bevalt het beste, ook omdat vaste mest zorgt voor meer organische stof in de bodem.' Ook gebruikt hij standaard groenbemesters in zijn rotatie. Hij gebruikt een mengsel van zijn leverancier met sowieso gele mosterd.

Omdat het dit voorjaar extreem nat was, kon de akkerbouwer geen varkensdrijfmest toepassen op de tarwepercelen. 'Jammer, want daardoor moest ik kunstmest gebruiken. Dat kost flink meer geld en gaat ten koste van de plaatsingsruimte voor stikstof. Daardoor kan ik komende herfst minder vaste mest aanvoeren. Normaliter bemest ik na de tarweoogst over de stoppel namelijk nog een keer, voordat ik een groenbemester inzaai', zegt hij.


Studieclub

Van de Westeringh zit in de Akkerbouwstudieclub Tiel met zo'n twintig collega-akkerbouwers. Afgelopen winter was er een lezing van een bemestingsspecialist over het middel BlueN. Deze biostimulant zou de gewassen in staat stellen om op natuurlijke wijze omgerekend gemiddeld 30 kilo stikstof per hectare uit de lucht in het gewas te binden.

'Omdat mijn stikstofruimte door de kunstmestgift flink minder is geworden, dacht ik dat BlueN mogelijk de oplossing hiervoor kon bieden', zegt de ondernemer. Het moet volgens het etiket van het middel wel onder bepaalde voorwaarden en weersomstandigheden worden toegepast en dat deed de akkerbouwer ook. 'Ik heb het onder geschikte weersomstandigheden meegespoten met de eerste fungicidebespuiting.'


Afwisselende spuitbanen

Het meespuiten van BlueN ziet Van de Westeringh in eerste instantie vooral als een experiment. 'Om te zien of het middel echt effect heeft, heb ik het voorlopig alleen in tarwe toegepast en dan op 18 hectare in afwisselende spuitbanen.' De bespuiting met BlueN is nu ongeveer een maand geleden. Het gewas was in het eerste tot het tweede knoopstadium.

De akkerbouwer ziet voorlopig nog geen zichtbaar resultaat van de toepassing. 'Het is nu nog alleen op het oog natuurlijk. Het behandelde gewas zou mijns inziens groener moeten zijn als het meer stikstof heeft opgenomen, in vergelijking met de omliggende spuitbanen die geen BlueN hebben gehad. Het kan natuurlijk zijn dat bij de oogst blijkt dat de opbrengst van de behandelde stroken iets meer kilo's opleveren. Dat ga ik vragen aan de combinemachinist bij het dorsen van het gewas in juli of augustus.'

Als BlueN toch niet blijkt te werken en het bespoten deel geen meeropbrengst geeft, dan stopt de ondernemer met deze toepassing. 'Je betaalt flink voor dit middel, dus het moet wel werken. Mocht ik een ander middel vinden, dan ga ik daar proeven mee doen. Ik sta altijd open voor nieuwe ontwikkelingen en nieuwe producten die tot verbetering leiden.'


Tegenvallende tarweopbrengst

Het afgelopen jaar viel de tarweopbrengst in tonnen per hectare bij Van de Westeringh tegen. 'In het verleden had ik nog regelmatig een dikke 11 ton per hectare gemiddeld tegen het afgelopen jaar slechts zo'n 9 ton. Zeker minder dus dan ik gewend was.'

De vraag is of dit alleen afhangt van de lagere bemestingsnormen. Volgens de Betuwse akkerbouwer niet. 'Als ik eerlijk ben, dan denk ik dat het sombere, natte weer van het afgelopen jaar eerder de boosdoener is geweest van de lagere oogstopbrengsten dan de steeds iets lagere bemestingsnormen.'


Het natte voorjaar zorgt voor een matige stand van het tarwegewas.
Het natte voorjaar zorgt voor een matige stand van het tarwegewas. © Dick van Doorn

In principe zou Van de Westeringh BlueN ook in zijn andere gewassen kunnen toepassen, maar zover is hij nog niet. 'Ik heb de proef bewust in de tarwe gedaan, omdat ik denk dat in dit gewas de eventuele meerwaarde het best zichtbaar is.' Genoeg stikstof in een gewas is belangrijk natuurlijk, maar te veel stikstof kan ook funest zijn.

Vorig jaar had de akkerbouwer in de suikerbieten een laag suikergehalte, slechts 14,5 procent. 'Nou zit ik wel vrijwel altijd bij de vroegste levering, dus is het suikergehalte sowieso lager dan bij een latere levering, maar ik wil het graag toch wat hoger hebben. Ook omdat ik hier in de regio bij collega's hogere gemiddelde suikergehaltes zie en die telen onder dezelfde omstandigheden.'


Evenwicht zoeken

Daarom is Van de Westeringh aan het minderen met de stikstofgift bij de suikerbieten, want te veel stikstof kan bij suikerbieten juist tot een lager suikergehalte leiden. 'Dat is niet de bedoeling. Daarom zoek ik naar het beste evenwicht tussen voldoende kilo's en een zo hoog mogelijk suikergehalte.'

Een andere methode die de ondernemer toepast om zoveel mogelijk opbrengst te genereren, is niet-kerende grondbewerking. 'Dat pas ik al vijftien jaar ieder jaar gedeeltelijk toe op mijn percelen. Of ik het toepas, hangt af van hoe de herfst is.'


Voorzetwoeler of ploeg

Bij een droge herfst zet de akkerbouwer een voorzetwoeler in voor de grondbewerking en niet de ploeg. Bij een natte herfst ploegt hij meer van zijn areaal of alles, omdat een voorzetwoeler dan volgens hem te veel versmering geeft. Een deel van de groenbemesters ploegt hij in de herfst onder. Het deel dat blijft staan in de winter, freest hij in het voorjaar bij de zaaibedbereiding met een Biomulch-frees van Kuhn. 'Die heb ik dit voorjaar gekocht en bevalt goed', zegt de ondernemer.

Waar Van de Westeringh zich misschien nog wel meer zorgen over maakt dan tekorten aan stikstof in het gewas, zijn toekomstige fosfaattekorten. 'Uit metingen van Eurofins blijkt dat de fosfaatgehaltes hier in de bodem jaar op jaar lager worden. Ik maak mij daar meer zorgen over dan om de krappere stikstofnormen. Dat is ook de reden om meer vaste mest met veel organische stof en een hoog fosfaatgehalte aan te voeren.'

Om gewassen goed op gang te helpen, geeft de akkerbouwer bij het inzaaien sinds een aantal jaren standaard in de rij startfosfaat mee. De opbrengsten bij zowel de tafelaardappelen als de zaaiuien liggen, afhankelijk van de weers- en groeiomstandigheden, op zo'n 50 ton per hectare.


Gerrit van de Westeringh, akkerbouwer in Zennewijnen
Gerrit van de Westeringh, akkerbouwer in Zennewijnen © Dick van Doorn

Bedrijfsgegevens

Naam: Gerrit van de Westeringh (64) Plaats: Zennewijnen (GD) Bedrijf: Akkerbouwbedrijf Grootte: 130 hectare akkerbouw met 60 hectare wintertarwe, 26 hectare suikerbieten, 20 hectare tafelaardappelen, 10 hectare wintergerst en 9 hectare zaaiuien. Op de zware rivierklei (50 tot 70 procent afslibbaar) teelt hij voornamelijk wintertarwe en wintergerst, op lichtere percelen (25 tot 45 procent afslibbaar) teelt hij tafelaardappelen en zaaiuien.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer