Bijenhouders noemen bijensterfte zorgwekkend hoog

In een bericht over de resultaten van de enquête noemt de NBV de wintersterfte zorgwekkend hoog. Het sterftecijfer is weliswaar minder hoog dan vorig jaar, maar voor het seizoen 2022-2023 was het ruim tien jaar geleden dat meer dan 20 procent van de bijenvolken de winterperiode niet overleefde.

De imkerenquête is dit jaar ingevuld door 2.640 bijenhouders verspreid over Nederland en is uitgevoerd door Wageningen University & Research in samenwerking met de NBV, Imkers Nederland, de biologisch-dynamische imkers en beroepsimkers. Het ministerie van LNV is formeel opdrachtgever voor de inventarisatie. Deze sluit aan op de op de jaarlijkse 'colony losses'-enquête waaraan imkers in meer dan veertig landen meewerken.

Van de bijenhouders meldde bijna de helft (48,3 procent) dat al hun bijenvolken de winter hebben overleefd. Dat is een verbetering ten opzichte van vorig jaar, toen dat aandeel 38,7 procent was. Zo'n 6,7 procent van de bijenhouders had te maken met een compleet uitgestorven bijenstand. De NBV constateert dat vooral het zuiden en noorden van het land te maken hadden met een relatief hoge wintersterfte.

Verklaringen voor de wintersterfte zijn volgens de vereniging zeer divers. Zo is sterfte van de koningin in de winter fataal voor bijenvolken. Vaak brengen combinaties van factoren de gezondheid van de bijen in gevaar. Twee andere belangrijke oorzaken voor een slechte bijengezondheid zijn bijenvirussen en de parasitaire mijt Varroa destructor. In welke mate de snelle opmars van de Aziatische hoornaar in Nederland effect heeft op wintersterfte is nog onbekend, stelt de NBV.