Kwart Nederlandse bijenvolken overleefde winter niet

Onderzoekers van WUR voerden zoals ieder jaar een wintersterftemonitoring uit. Nederland telt ruim 11.000 actieve bijenhouders, waarvan de meesten hobbyist zijn. Onder 2.779 geënquêteerde bijenhouders melden 1.075 geen wintersterfte. 280 bijenhouders zeggen al hun volken verloren te hebben tijdens de winter.

Provinciaal bekeken heeft Utrecht gemiddeld met 41,6 procent het hoogste wintersterftepercentage en Limburg met 16,6 procent het laagste. Verder meldt WUR dat uit onderzoek blijkt dat de varroamijt en daarmee geassocieerde bijenvirussen de belangrijkste factor is voor de wintersterfte. Bepalend voor verspreiding zijn wisselwerkingen met bijenvolkenontwikkeling in het jaar. Dat hangt af van het voedselaanbod in de omgeving in combinatie met weersomstandigheden.

Wanneer bijen verzwakt de winter ingaan, vergroot dit de kans op sterfte. Daarnaast kunnen onbekende of incidentele factoren een rol spelen voor wintersterfte, maar daarvoor is volgens de WUR nader onderzoek nodig.

Aan de jaarlijkse COlony LOSSes-enquête deden dit jaar een record aantal Nederlandse bijenhouders mee: 2.779. De enquête wordt in meer dan veertig landen uitgevoerd. In het onderzoek worden bijenhouders gevraagd naar informatie over onder meer voedselaanbod, bedrijfsvoering en bestrijding van ziekten en plagen. Als de huidige enquêtegegevens verder zijn geanalyseerd, worden de resultaten hiervan later dit jaar bekend, kondigt WUR aan.