Bonenvlieg en uienvlieg extra bedreiging door late zaai

Daarvoor waarschuwen verschillende teeltdeskundigen opnieuw. Volgens onder meer teeltmanagers van toeleverancier Ten Brinke zijn de zaaiomstandigheden dit jaar al niet optimaal. Waar de omstandigheden redelijk tot gunstig waren, zijn de afgelopen weken uien gezaaid. Veel uien moeten nog worden gezaaid. 'Lang niet alle uien zijn onder optimale omstandigheden gezaaid. Dat zie je nu terug in verslempte percelen waar na enkele uren zon al een korstje op komt.'

In de prognoses wordt uitgegaan van een uitbreiding van 10 procent van het uienareaal. Maar bij Ten Brinke houden ze er al rekening mee dat die 10 procent uitbreiding niet tot 10 procent meer uien leidt, door de matige omstandigheden. Andere bedreigingen zijn de beperkte beschikbaarheid van onkruidbestrijdingsmiddelen en middelen om valse meeldauw mee te bestrijden. Ook het beheersbaar houden van trips is een belemmering.

Extra aandacht

Op dit moment worden al veel bonenvliegen gesignaleerd en een redelijk aantal uienvliegen. Dit vraagt volgens de teeltdeskundigen om extra aandacht van telers en een andere aanpak. Wanneer uien op een normaal tijdstip worden gezaaid, vaak eind maart, duurt het vier tot zes weken voordat de bonenvlieg of de uienvlieg wordt gesignaleerd.

Telers die nog (een deel) moeten zaaien, kunnen middelen als Belem en NEMguard gebruiken met het zaaien. Dit soort middelen heeft een werking van zes tot acht weken onder optimale omstandigheden. Na tien dagen, rond de opkomst, wordt al werking verwacht van dit type middelen. Dit is van invloed op de bonenvlieg en de eerste vlucht van de uienvlieg. De tweede vlucht van de uienvlieg zal ook eerder zijn, wanneer de uien nog niet zo groot zijn.

Monitoring

Ook de adviseurs van HLB zien het grotere risico dit jaar. Het bedrijf is in week 15 begonnen met de monitoring. In de vluchtcurven van de bonenvlieg is nog steeds een stijgende lijn te zien. Ook zijn er maden van de bonenvlieg gevonden op percelen. Bij net gezaaide percelen ligt het gevaar van plantwegval door de bonenvlieg op de loer. Schade kan al plaatsvinden vanaf de kieming van het uienzaad tot en met het eerste pijpje. De maden van de bonenvlieg voeden zich met ontkiemende zaadjes. Hierdoor kan het in het veld lijken alsof het zaad niet opkomt, meldt HLB.

Zodra de uienplant groter is gegroeid, zijn de kaken van de bonenvlieg niet meer sterk genoeg om door het uienplantje heen te bijten. De kaken van de uienvlieg zijn sterker en kunnen tot een later groeistadium nog schade aanbrengen.