Kaasboerderij Speksnijder extensiveert met aankoop grond

De familie Speksnijder in Lekkerkerk maakt al generaties lang kaas van de melk van hun eigen koeien, die ze jarenlang verkochten in een winkel aan huis. In 2020 hebben de 37-jarige Jan Speksnijder en zijn partner Jan-Herm Bokdam (36) de boerderij overgenomen van Jans ouders Gerrit en Nel Speksnijder. De nieuwe eigenaren hebben geïnvesteerd in een nieuwe winkel met meer ruimte en twee kassa’s, een kaasopslag, een kantine en parkeergelegenheid.

‘We hadden toen al een prettig contact met accountmanager Korwin van Vliet van Rabobank’, zegt Bokdam. ‘Samen met financieringsspecialist Janneke van den Heuvel heeft hij geregeld dat we zorgeloos onze plannen konden waarmaken.’

Bokdam legt uit dat het hele traject slechts twee jaar heeft geduurd dankzij het goede team dat ze om zich heen hadden verzameld. Naast Rabobank waren dat hun architect, de gemeente Krimpenerwaard en vooral zijn schoonouders en de vier personeelsleden. ‘We hebben nu een leuke plek, waar ieder zijn eigen ding kan doen en die ook de mogelijkheid biedt om eens een dag vrij te nemen.’

Sinds 2020 is de kaasboerderij aangesloten bij het concept Landwinkel, een coöperatie die naar de mening van Bokdam en Speksnijder mooie begeleiding heeft geboden bij het vormgeven van het commerciële plaatje en het belevingsaspect.

Brainstorm

Het koppel heeft 105 melkkoeien. Van 60 procent van hun melk maakt Bokdam met zijn schoonmoeder zo’n twaalf soorten Goudse kaas, van jong tot extra oud en daarnaast met kruiden als fenegriek, brandnetel en bieslook-paprika. Veruit het grootste deel van de kaas verkopen ze in hun winkel, die zes dagen per week open is van 9 tot 17.30 uur. Daarin werken dagelijks twee personeelsleden, die de beschikking hebben over drie professionele snijplanken. De meeste klanten zijn inwoners van Lekkerkerk en Krimpen aan de Lek.

Een klein deel van de kaas verkoopt het tweetal via hun webshop. ‘Daar verdienen we niet veel aan, maar het is een service die we graag bieden aan trouwe klanten die iets verder weg wonen.’

In november 2023 hebben de boeren met Korwin van Vliet gebrainstormd over wat er nog tekort kwam in hun bedrijfsvoering. Dat heeft ertoe geleid dat ze naast de huiskavel van 45 hectare nog 3,4 hectare van de in totaal 9 hectare gepachte grond hebben aangekocht om voor de aankoop van ruwvoer en het afvoeren van de mest minder afhankelijk te zijn van de markt.

‘Deze investering was puur bedoeld om te extensiveren’, licht Bokdam toe. ‘Dat maakte dat we in aanmerking kwamen voor de nieuwe transitiefinanciering van Rabobank, die aantrekkelijk is vanwege de lage rente. Als ik het goed heb, zijn wij het honderdste bedrijf dat er gebruik van maakt.’

Voorlopig willen de twee boeren doorgaan op de ingeslagen weg. ‘Jan en ik willen een goede binding met onze koeien houden en daarom melken we ze ’s ochtends vroeg samen’, zegt Bokdam. Daarna gaat hij met zijn schoonmoeder kaas maken, die dan al bezig is geweest met het verpakken van de kaas in de opslag. Jan Speksnijder houdt zich samen met zijn vader vooral bezig met werkzaamheden op en rond het erf. De kaasmaker is ervan overtuigd dat ze het bedrijf samen met het personeel kunnen voortzetten als de oudere generatie de komende jaren geleidelijk een stapje terug wil doen.

Verder opschalen

In de toekomst zou Bokdam nog wel verder willen opschalen om een nog groter deel van de eigen melk tot kaas te verwerken, maar 100 procent is volgens hem een uitdaging. Ze zetten wel in op nieuwe producten, zoals schepijs dat een lokale ijsboer in het seizoen maakt voor in de winkel en de softijsmachine die ze sinds vorig jaar hebben, een actie die volgens Bokdam erg goed heeft uitgepakt.

‘We willen onze klanten graag betrekken bij onze boerderij’, zegt hij. ‘We delen veel op sociale media en creëren graag een belevenis door het geven van rondleidingen en ons terras voor de winkel, dat op warme dagen in het voorjaar en de zomer vaak helemaal vol zit. Maar uiteindelijk blijft kaas onze kracht.’

Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Rabobank