Joost van Strien via telen met veel minder naar telen zonder dierlijke mest
Hij wilde laten zien dat de teelt van gewassen met minder mest kon en begon een experiment met maaimeststoffen. Sinds 2020 besloot akkerbouwer Joost van Strien helemaal plantaardig te gaan telen. Balans en beschikbaarheid van mineralen dankzij een gezond bodemleven zijn het uitgangspunt.
Vegan telen was eerst niet zijn doel. ‘Ik wilde aanvankelijk niet volledig uit de dierlijke mest stappen, maar de mestbehoefte verlagen. Bij dat experiment heb ik voor mezelf allerlei manieren uitgevonden om de bodem vruchtbaar te houden. Met het Louis Bolk Instituut deed ik vanaf 2008 proeven met vegan telen. Sinds 2020 zijn we er volledig op overgegaan’, aldus biologisch-dynamische teler Joost van Strien.
Van Strien wil de bodemvoorraden aan nutriënten op peil houden. ‘Die zijn groot, maar ik wil tekorten voor volgende generaties voorkomen. Daarom werk ik niet volledig zonder inputs van buiten. Als analyses tekorten tonen, moet ik iets extra’s doen.’
‘De lichte zavel in de Noordoostpolder is een bodem waar mineralen vooral beschikbaar komen wanneer het bodemleven gezond is. Op school leer je dat je bemesting naar behoefte moet geven. Ik zie dat bacteriën en schimmels je hierbij helpen. Het wordt steeds duidelijker dat schimmels voedingstoffen mobiliseren.’
‘Het stikstofstroomdiagram is voor 95 procent krachtvoer en kunstmest. Wij doorbreken dat totaal’
Een functionerend bodemleven maakt de bodem minder kwetsbaar voor tekorten en droogte. Dat is volgens Van Strien de basis van zijn systeem. ‘Eigenlijk wil ik dus de ultieme bodemboer zijn. Ik kan het niet-dierlijke van mijn systeem nuanceren. Er zijn veel meer dieren op mijn land gekomen, maar ik ben niet meer afhankelijk van vee of productiedieren.’
Rust
Er zijn veel factoren van invloed op de bodemgezondheid en het bodemleven. Een van de belangrijkste is niet meer ploegen, stelt Van Strien. Hij kiest daarnaast voor een extensiever bouwplan en laat de bodem meer met rust. Twee jaar luzerneteelt in de gewasrotatie draagt bij aan herstel van de grond.
Financieel schat de ondernemer dat hij meekan met een gemiddeld bedrijf. ‘Ik heb best goed gedraaid in de afgelopen jaren. Het belangrijkste vind ik de verdiencapaciteit op de lange termijn. Ik mag verwachten dat die toeneemt.’ De onafhankelijkheid van dure en schaarse inputs en de lagere gevoeligheid voor stress door klimaat en plagen zijn deel van het model. ‘Behalve zaai- en pootgoed heb ik weinig nodig. We gebruiken vrijwel geen middelen. Uitgaand van krimp in de veehouderij is de kwetsbaarheid voor kostprijsstijging minimaal bij mij, mits de opbrengsten niet dalen.’
Hoewel een deel van de grond bij Zonnegoed, de naam van de onderneming, in gebruik is voor de productie van maaimeststoffen en bodemherstel, rekent Van Strien uit dat zijn methode van landbouw met minder grond toe kan: ‘Nu is wereldwijd driekwart van de landbouwgrond in gebruik voor veevoer. Los daarvan heb ik ook minder energiegebruik, dat bij gangbare bedrijven nodig is voor kunstmest en middelen. Kijk je naar Nederland, dan zie je dat 95 procent van het stikstofstroomdiagram bestaat uit krachtvoer en kunstmest. Dat hebben we in dit model totaal doorbroken.’
Eigen markt
Onder de merknaam No Shit Food liggen de producten van Zonnegoed in de eigen webshop. Dankzij de steun van trouwe afnemers kon Van Strien zich deze kant op ontwikkelen en hij wil verder gaan met een geïnteresseerde ondernemer om ook de winkelschappen daarbuiten te veroveren. ‘Ik zoek die samenwerking, want ik ben geen marketeer en ik wil niet uitgespeeld worden tegen anderen. Wat wij nu doen is nog uniek.’
Er zullen consumenten zijn die het initiatief van No Shit Food willen omarmen. Veganisme is een nichemarkt, maar Van Strien zegt dat er andere thema’s zijn die een nog bredere groep uit de samenleving zullen aanspreken. ‘Wij zijn bezig met zaken als klimaat en biodiversiteit. Landbouw kan een rol spelen, al is het lastig de grote vraagstukken bij boeren en consumenten te leggen. Toch zullen steeds meer bedrijven het initiatief oppakken. Het kost aandacht om biodiversiteit op orde te brengen en klimaatpositief te produceren.’
Uiteindelijk moeten we naar een systeem dat ecosysteemdiensten beloont en voedsel betaalbaar houdt, denkt de teler. Hij hoopt dat geld naar de juiste initiatieven gaat stromen. Volgens Van Strien zitten de plannen van het ministerie van LNV best goed in elkaar en moet het nu in de praktijk voor ketenpartners in de voedselproductie aantrekkelijk gemaakt worden om duurzaam te produceren.
Versnellingstafel
Inge Ezinga van Rabobank in de regio Midden Oost Nederland liet Van Strien aanschuiven bij een Versnellingstafel. ‘Doel daarvan is om ondernemers een stap verder te helpen in hun ontwikkelingsvraagstuk. Ondernemers kijken met experts naar welke vervolgstappen ze nodig hebben en wij van Rabobank kijken dan welke marktpartijen erbij passen. Bij Joost zagen we dat hij wat goeds had en we vroegen hem of hij wilde opschalen of verdiepen. Gesprekken met andere ondernemers zetten je op scherp.’
Ezinga zegt dat het doel bij deze intensieve begeleiding van ondernemers niet is om alles één kant op te sturen. ‘Er zijn meerdere smaken en voor sommige initiatieven is geen markt als iedereen dat zo gaat doen. Alle ondernemers kunnen leren van zijn aanpak. Omgaan met biodiversiteit en water raakt alle boeren.’
Met duurzame en innovatieve oplossingen helpt Rabobank omschakelende ondernemers door de eerste tijd heen, waarin ze al wel duurzaam of biologisch produceren, maar daar nog niet de prijs voor kunnen krijgen omdat ze ‘in omschakeling’ zijn. Rabobank onderneemt initiatieven om telers te belonen voor ecologische meerwaarde. ‘Het draait steeds meer om sociaal-ecologisch én financieel rendement’, zegt Ezinga.
Transitie faciliteren
Sectormanager Akkerbouw Gea Bakker van Rabobank zegt dat de bank de transitie naar een duurzamer voedselsysteem wil faciliteren. ‘Daarvoor zijn alle schakels in de keten nodig inclusief consumenten. Vanuit onze rol als bank willen we een rentekorting geven aan duurzame bedrijven. Bij melkvee krijgen voorlopers al rentekorting en nu maken we dit in 2023 beschikbaar voor andere agrisectoren, zoals de akkerbouw. Graag zien we ook beloning voor duurzame producten vanuit andere ketenpartners, zodat het voor ondernemers aantrekkelijk wordt om duurzamer te produceren. Omdat dit belangrijk wordt in de toekomst houden we hier in onze financieringsaanvragen al rekening mee. Wij denken ook dat innovatie nodig is en denken daarom graag mee met ondernemers. Wat Joost laat zien is knap en krachtig.’
Overstappen?
Denk je erover om ook over te stappen op biologische landbouw? Neem dan contact op met jouw Rabobank accountmanager of via food-agri@rabobank.nl. Wist je dat Rabobank beschikt over een expertteam Biologisch? De specialisten vanuit de verschillende sectoren staan klaar om met ondernemers in gesprek te gaan over hun toekomstplannen in de biologische landbouw en foodketen. Zij sparren graag met je over de mogelijkheden.Kom bij ons langs tijdens de Biokennisweek
We gaan graag met je in gesprek tijdens de Biokennisweek van 16 tot en met 19 januari. Rabobank geeft een workshop over de trends, ontwikkelingen en kansen in de biologische sector op 17 januari van 12.30 – 13.00 uur. Op 18 en 19 januari vind je onze medewerkers op de Biobeurs (standnummer 80) in de Brabanthallen in Den Bosch. Meer informatie over de Biokennisweek: biokennisweek.nl.Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Rabobank
Rabobank
Rabobank is een coöperatieve bank met een missie. Samen met onze stakeholders zetten we ons al 125 jaar in voor een toekomstbestendige samenleving en...
Lees verder »