Geopolitiek en klimaat vragen om visie op voedselproductie

De voedselzekerheid voor een groot deel van de wereldbevolking staat onder druk. Geopolitieke conflicten zorgen voor schokken in de lange voedselketens. Het wispelturige klimaat bedreigt oogsten. En dan zorgt de snelgroeiende wereldbevolking ook nog voor een verdubbeling van de vraag naar voedsel, schetst oud-commandant Tom Middendorp bij zijn lezing op het LTO Najaarsevent op 31 oktober in Den Haag.

Geopolitiek+en+klimaat+vragen+om+visie+op+voedselproductie
© Tony Tati

Daarbij plaatst Middendorp het voedselvraagstuk in de geopolitieke ontwikkelingen. Bij zijn werk in oorlogsgebieden zag hij hoe voedseltekorten leiden tot vluchtelingenstromen en hoe ruzies over waterverdeling kunnen oplaaien tot gewapende conflicten.

De oplossing ligt volgens Middendorp niet in een verhoging van de voedselproductie, want klimaat en milieu vragen er juist om een stapje terug te doen, zegt hij. ‘Het is een verdelingsvraagstuk.’

Geopolitieke ontwikkeling zoals de oorlog in Oekraïne en de strijd rond de Gazastrook maakt het volgens oud-generaal Middendorp lastiger om tot oplossingen te komen op veel terreinen waar Nederland belang bij heeft, zoals de landbouw. 'Het is van belang dat conflicten klein worden gehouden. We zien een soort destabilisering ontstaan. Oekraïne en Israël zijn kruitvaten die een regio kunnen doen ontvlammen. En dan hebben we nog veel grotere problemen.'

Bij het exporteren van kennis moet je sleuteltechnieken niet uit handen geven

Rob de Wijk, hoogleraar internationale betrekkingen

Middendorp pleit voor een visie op de voedselproductie en -strategie. Hij vindt daarbij een medestander in LTO-voorzitter Sjaak van der Tak die wijst op de klimaatrampen die dit jaar de landbouw in Zuid-Europa troffen. 'Binnen één generatie dreigen die landen hun voedselproductie te verliezen. De Europese Unie moet haar voedselautonomie veiligstellen en daarbij zijn landen in de noordelijke breedtegraad onmisbaar', zegt Van der Tak. Brussel legt in zijn ogen de focus te veel op regelgeving. 'Het is ontluisterend dat een voedselstrategie ontbreekt.'


Oud-commandant der strijdkrachten Tom Middendorp wijst op de risico’s voor de voedselzekerheid.
Oud-commandant der strijdkrachten Tom Middendorp wijst op de risico’s voor de voedselzekerheid. © Dirk Hol

Middendorp, die als bijnaam de klimaatgeneraal geniet, ziet dat in crisistijd bij overheden de waan van de dag overheerst. 'Terwijl de urgentie alleen maar groter wordt, blijft men bezig met de korte termijn.'

En de belangrijkste langetermijntrend is dat de aarde een verdubbeling van de vraag niet aankan. Niet qua grondstoffen, niet qua waterverbruik en niet qua milieubelasting. 'Schrikt u niet, als Nederland zijn we in ons verbruik van vers drinkbaar water slechts in 20 procent zelfvoorzienend. De landbouw is een grote speler in dit probleem en dus ook een belangrijke oplossing.'

De klimaatgeneraal pleit onder meer voor meer circulariteit van grondstoffen, het minimaliseren van de milieu-impact en ketenbeheer om verstoringen in aanvoerroutes te voorkomen. 'Tijdens de coronacrisis moesten we soms maandenlang op onze producten wachten en dat was nog maar een kleine verstoring ten opzichte van wat nog komen kan. Dus reden te meer om dit heel serieus te nemen. Daarnaast is er sprake van een wereldwijde groeiende ongelijkheid in de verdeling van goederen en voedsel.'


Verdeling en koopkracht

Met dat laatste is senior onderzoeker voedselsystemen Bart de Steenhuijsen Piters van Wageningen University & Research (WUR) het roerend eens: 'Politici die pleiten voor een toename van de voedselproductie hier om de wereldwijde voedselzekerheid te waarborgen, praten onzin. Er wordt in de wereld meer dan genoeg voedsel geproduceerd. Het gaat hier om de verdeling van voedsel en koopkracht.'

Volgens de WUR-onderzoeker wordt in de westerse wereld zo'n 30 procent meer voedsel geconsumeerd dan nodig. 'Met als gevolg een obesitasepidemie. En daarnaast gooien we ook nog 20 tot 40 procent van ons voedsel weg en gebruiken we een heel groot areaal voor de productie van veevoer.'

Daarbij komt dat landbouwgrondstoffen zoals graan, mais en soja door de vrije wereldhandel dominant zijn geworden in de wereldwijde voedselvoorziening, stelt De Steenhuijsen Piters. 'In Afrika eten ze wat wij produceren en daar op de markt dumpen. Het heeft de eigen landbouw in die landen op achterstand gezet, waardoor ze niet meer kunnen produceren wat ze zelf nodig hebben. En dat maakt ze zeer kwetsbaar voor schokken in de voedselketen, zoals we zien door de oorlog in Oekraïne en klimaatverandering.'


Lokale voedselproductie voorop

Voor een robuust en klimaatbestendig voedselsysteem dat verstoringen aan kan, moet lokale voedselproductie vooropstaan. Daarna dat van de regio en dan het internationale aanbod, schetst De Steenhuijsen Piters.

'De globalisering van de voedselproductie heeft niet gedaan wat het beloofde: voedsel brengen daar waar het nodig is', vervolgt de onderzoeker. 'We moeten het systeem niet inrichten op meer productie. Het gaat om de betrouwbaarste balans tussen binnenlandse productie en import en een verzekerd aanbod van goed geproduceerd en gezond voedsel.'

Voorzichtig begint de noodzaak van een voedselstrategie met een internationale visie ook door te dringen tot Brussel. Tijdens het reguliere overleg tussen de EU-landbouwministers stelde Oostenrijk drie weken geleden voor om tot een 'New Deal for Farmers' te komen.


Gevolgen van Green Deal

Als reden voerde Oostenrijk aan dat de grote ambities van de EU op het gebied van onder meer klimaat en dierenwelzijn niet ten koste mogen gaan van het concurrentievermogen van de Europese landbouwsector en zijn primaire rol van voedselproducent. Oostenrijk wil, met brede steun van andere lidstaten, dat de commissie de gevolgen van de Green Deal voor de strategische voedselautonomie in kaart brengt voor er nieuwe stappen worden gezet in de vergroening van de landbouw.


Bij het voedselvraagstuk speelt ook een eerlijke verdeling van koopkracht een rol. Er zijn handelsafspraken tussen Afrika en de EU die ervoor zorgen dat bijvoorbeeld de import van onbewerkte cacaobonen goedkoper is dan bewerkte producten. Daarmee beschermt Europa haar verwerkende industrie en blijft de toegevoegde waarde hier. 'Op dergelijke bilaterale afspraken kan ook geacteerd worden om de voedselproductie daar te versterken', zegt De Steenhuijsen Piters.

En de gedachte dat verschuiving van de productie van hier naar elders minder efficiënt is en meer milieubelasting veroorzaakt, moeten we ook laten varen, bezweert de WUR-onderzoeker. 'Die landen willen niet dat de natuur en het milieu kapotgaan, zoals bij ons. Daarvan kunnen wij profiteren door onze kennis van bijvoorbeeld duurzame melkproductie te exporteren. Als wij onze duurzame sector vergroten ten koste van gangbaar, slaan we een andere weg in die nieuwe kansen biedt.'


Voorzichtig met kennisexport

Hoogleraar internationale betrekkingen Rob de Wijk is voorzichtiger over het exporteren van kennis. 'Dat moet met mate gebeuren, anders ben je de kip met de gouden eieren aan het slachten. En wil je kennis exporteren, dan moet de sector een omvang hebben om de kennis op peil te houden.'

De Wijk vergelijkt het met defensie: 'Die industrie is enorm verkleind en de kennis is bijna verdwenen. Bij de landbouw moet je kijken naar de sleuteltechnieken, bijvoorbeeld de zaadveredeling. China wil die hebben en dan moeten wij dat echt niet uit handen geven.'


Kennis uitruilen

In plaats daarvan ziet De Wijk meer in kennis uitruilen, waarbij landbouwkennis wordt ingezet om bijvoorbeeld de levering van zeldzame metalen veilig te stellen. 'Dat idee begint in te dalen en moet vorm krijgen in Brussel. Als je kijkt wat Europa in de aanbieding heeft, is de landbouw een van de weinige sectoren die er voor andere landen echt toe doet.'

De hoogleraar concludeert dat deze discussie in Europa nog amper wordt gevoerd. 'Het wordt verengd tot een discussie over CO2. Maar als je alles gaat uitvoeren wat er bedacht is, gaat de output met 20 procent omlaag, becijfert Wageningen. Dan word je afhankelijk van landen waar je niet afhankelijk van wil zijn.'

Maar het begint volgens De Wijk te schuiven. 'Eisen voor verduurzaming worden versoepeld. Er komt ruimte voor discussie. De verduurzaming zal doorgaan en daar ben ik ook voor, maar op een manier die in verhouding staat tot andere vraagstukken.'



Verkiezingsborden langs de Hofvijver in Den Haag.
Verkiezingsborden langs de Hofvijver in Den Haag. © Dirk Hol

‘Voedsel, het goud van de 21ste eeuw’


De uitdagingen voor de wereld zoals die door Middendorp en De Wijk worden geschetst, worden ook benoemd in de verkiezingsprogramma’s.

Er is aandacht voor klimaatverandering, bevolkingsgroei, migratiestromen en de mogelijke gevolgen voor de wereldwijde voedselvoorziening. De partijen geven er wel minder urgentie aan dan Middendorp en De Wijk. Ook wordt de samenhang tussen de verschillende uitdagingen amper genoemd.

BBB wijdt een paragraaf aan mondiale voedselzekerheid en de rol van Nederland daarin. Ze wijst op het belang van voldoende voedsel. ‘Voedsel is het goud van de 21ste eeuw’, schrijft de partij van lijsttrekker Caroline van der Plas.


Morele verantwoordelijkheid

‘Nederland heeft geen kostbare grondstoffen als ijzererts of goud, maar wel vruchtbare grond.’ Mede door die vruchtbare delta heeft dit land volgens BBB een morele verantwoordelijkheid om voedsel te produceren en mensen te voeden. ‘Export is wat ons betreft geen vies woord, maar noodzaak.’

Ook NSC benoemt de strategische waarde van voedsel. De partij wil een strategie voor het waarborgen van de voedselzekerheid op nationaal niveau. Samenwerking op internationaal niveau is nodig, want ‘de uitdagingen worden alleen maar urgenter, zoals op het gebied van klimaat, water, voedsel, energie en migratie.’ De Nederlandse kennis van voedselproductie en watermanagement kan oplossingen bieden, stelt de partij van Pieter Omtzigt.

VVD pleit binnen de EU voor de uitwerking van het noodplan voor voedselvoorziening en -zekerheid in tijden van crises, zoals pandemieën.


Gemeenschappelijk Voedselbeleid

PvdA-GroenLinks zetten voedselzekerheid ook in het kader van internationale samenwerking. De nadruk in dit verkiezingsprogramma ligt wel op duurzaamheid. Binnen Europa ziet de partij het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU omgevormd tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid.

Het CDA benoemt strategische autonomie op onder meer voedselgebied, medische producten, chips en energie.


Ceo Jan van Hoogen tijdens het Agrico-symposium over voedselsystemen.
Ceo Jan van Hoogen tijdens het Agrico-symposium over voedselsystemen. © Peter Smit


Opbouwen voedselsysteem vraagt lange adem

Een Nederlandse bedrijf dat helpt bij het opzetten van nieuwe voedselsystemen in ontwikkelingslanden is Agrico. Deze wereldspeler op het gebied van nieuwe aardappelrassen en pootaardappelen bestaat vijftig jaar en vierde dit deze week met een symposium over de transformatie van voedselsystemen. Agrico heeft in de afgelopen decennia veel ervaring opgedaan met het opzetten van teelt- en logistieke ketens in zogenoemde 'emerging markets'. Volgens CEO Jan van Hoogen is de aardappel bij uitstek geschikt voor deze landen. 'De aardappel is het meest duurzame gewas wat er is. Het kan met veel minder water toe, met minder input, is makkelijker te telen en is redelijk klimaatresistent. Een aardappel kan een periode van droogte lang doorstaan. Uiteindelijk moet het wel een keer gaan regenen, maar er is altijd een opbrengst.' Het opbouwen van relaties in bijvoorbeeld Afrika is een kwestie van een lange adem, zegt Van Hoogen. Tegenwoordig levert Agrico daar een grote bijdrage aan de teelt van aardappelen. 'Noord-Afrika is volledig afhankelijk van pootgoed hier uit Nederland. Daar is de aardappel het tweede brood. Een land als Algerije importeert 100.000 tot 140.000 ton pootgoed per jaar. En dat zijn ze gewoon volledig afhankelijk van Noordwest-Europa.' In sommige landen, zoals India en China, verbieden fytosanitaire regels de import van pootgoed. 'Daar moeten we dus met plantjes beginnen en dat opbouwen naar een teelt- en afzetketen', zegt Van Hoogen. 'En daarvoor hebben we goede partners nodig. En dat kost gewoon ontzettend veel tijd, daar zijn we denk ik bijna tien jaar mee bezig.' Doel van het symposium voor Agrico was om politiek en ngo’s te tonen wat er nodig is in een ontwikkelingsland om een voedselsysteem op te bouwen met lokale teelten. 'Wij als Agrico zijn gewend om lange termijn te denken. En de politiek is gewend om in een hele korte termijn te denken. Wij hebben een project in Kenia waarmee we in 2014 zijn begonnen. Daar hebben we echt jaren verlies op geleden. En nu eindelijk zien we daar succes.' Hoogleraar Rob de Wijk en WUR-onderzoeker Bart de Steenhuijsen Piters deelden tijdens het symposium bij Agrico Research in Bant ook hun visie met de aanwezigen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer