Zeeland heeft grootste toename stikstofdepositie

Inmiddels is in zes Zeeuwse natuurgebieden sprake van overbelasting van stikstof. Naast De Manteling van Walcheren en de Kop van Schouwen, die al op de lijst stonden, gaat het om Yerseke en Kapelse Moer, het Groote Gat (bij Oostburg), de Vogelkreek (Hengstdijk-Kuitaart), en de Canisvliet (Westdorpe).

Verantwoordelijk provinciebestuurder Wilfried Nielen (BBB) zegt bezorgd te zijn over de uitkomsten, maar vindt het nog te vroeg om harde conclusies te trekken. 'De precieze impact van de uitkomst van deze berekeningen is nog niet bekend. Maar het baart ons wel veel zorgen. Eind dit jaar moet er meer bekend zijn over de gevolgen', aldus gedeputeerde Nielen.

De provincie gaat uitzoeken wat de verklaring is voor de slechtere stikstofcijfers voor de Zeeuwse natuurgebieden, zo staat in een brief van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten.

Actualisatie

Het Aerius-model wordt ieder jaar geactualiseerd. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is dat nodig, omdat er nieuwe data van depositie en emissies beschikbaar zijn. Maar ook vanwege nieuwe inzichten in modelberekeningen. Boerenorganisaties, waaronder LTO, uiten forse kritiek op het rekenmodel, onder meer omdat er continu wijzigingen plaatsvinden.

LTO vindt het onbegrijpelijk dat deze voortdurend veranderende gegevens worden gebruikt als basis voor wetgeving en beleid. Dat heeft in potentie vergaande gevolgen voor de land- en tuinbouw in het algemeen en individuele bedrijven in het bijzonder.

De belangenbehartiger wil af van het systeem van beoordelen op basis van de kritische depositiewaarde. De stand van de natuur moet moet volgens LTO zo spoedig mogelijk op basis van deskundige waarnemingen in de natuur vast worden gelegd.