Eens een piekbelaster, altijd een piekbelaster?

De overheid merkt 3.001 Nederlandse bedrijven aan als piekbelaster. Veehouders ervaren die term als een stigma. Emotioneel en zakelijk betekent het nogal wat als je een piekbelaster bent. Maar nog erger noemen ze de zorg of ze ooit nog van dat stempel afkomen. Is eens een piekbelaster, altijd een piekbelaster?

Eens+een+piekbelaster%2C+altijd+een+piekbelaster%3F
© Ilona Lesscher

‘Wanneer het stikstofbeleid is uitgevoerd, moet de term ‘piekbelaster’ van tafel’, zeggen de vakgroepvoorzitters van LTO Melkveehouderij, LTO Kalverhouderij, NOP/LTO Pluimveehouderij en Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV). Als het aan demissionair minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof ligt, is dat ook het geval. De term hoort bij de ‘aanpak piekbelasting’, wat een aanvulling is op de stikstofaanpak, zegt Van der Wal.

De term geeft alleen aan dat het bedrijf boven de drempelwaarde van 2.500 mol stikstofneerslag in gevoelige natuur per jaar uitkomt. ‘Daarbuiten heeft de term ‘piekbelaster’ voor de overheid geen betekenis en wordt het ook niet gebruikt als grondslag voor toekomstige verplichtende maatregelen’, stelt de minister.

Dat mag dan zo zijn, veehouders vrezen evengoed dat het stempel blijft hangen aan hun bedrijven. Eens een piekbelaster, altijd een piekbelaster. Van der Wal noemt die vrees ongegrond. De LTO-vakgroepvoorzitters en POV denken daar anders over. Zij noemen de zorg terecht. Het is nu al zo dat in de volksmond elke veehouder een piekbelaster is. En de druk op Natura 2000-gebieden blijft, ook in de toekomst.

De term 'piekbelaster' zet boeren gevoelsmatig in het hokje 'geen perspectief'

Linda Verriet, voorzitter POV

De landelijke aanpak piekbelasting is vrijwillig en richt zich op zo’n drieduizend bedrijven die 2.500 mol stikstof neerslaan op kwetsbare natuur. De melkveehouderij is daarbij met 1.063 bedrijven de grootste groep, gevolgd door de kalverhouderij (630), varkenshouderij (561) en pluimveehouderij (542).



© RVO

'Als veehouder krijg je een stempel alsof je een topcrimineel bent'


Het is vrijdag 1 september. De Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) brengt jonge ondernemers in gesprek met Harold Zoet, namens BBB gedeputeerde voor landbouw in Gelderland. De provincie telt 1.800 als piekbelaster aangemerkte bedrijven, de meeste in Nederland. In de vertrouwelijkheid van de keukentafel vertellen de ondernemers hoe 'piekbelaster zijn' aan hen vreet. Ze benoemen het stille leed achter de staldeur.

Hoe moet ik boer blijven? Als ik stop, wat betekent dat dan voor mij en mijn gezin? Kunnen wij op de locatie blijven wonen? Hoe komt het goed met de vergunningverlening?

De jonge varkenshouders willen hun persoonlijke worsteling niet aan de grote klok hangen. Ze blijven liever anoniem. Niet alleen bij hen, maar bij veel veehouders speelt een diepgeworteld wantrouwen richting de overheid. Het stikstofbeleid dat in 2019 is ingezet heeft dat versterkt.

De eerste trekkeractie op 1 oktober 2019 getuigde daarvan. De stikstofkaart die minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof in 2022 dropte, gooide nog meer olie op het vuur. De kaart ging van tafel en de minister beloofde in februari 2023 in april duidelijkheid over welke bedrijven het stempel piekbelaster zouden krijgen.


Piekbelasterscheck

April werd mei, mei werd juni. Bijna vier jaar na de start van de stikstofaanpak, stelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland eindelijk de site open waarop veehouders zelf kunnen checken of het bedrijf meer of minder dan 2.500 mol per jaar uitstoot op stikstofgevoelige natuur. Dat is de grens die de overheid hanteert om een bedrijf aan te merken als piekbelaster.

Telefoontjes en mails van bezorgde leden overspoelen de LTO's, POV, coaches en het platform voor geestelijke nood Taboer. Veehouders en partners die stoom moeten afblazen of een luisterend oor zoeken omdat ze worstelen met de vraag hoe nu verder. Ruim een jaar vol onzekerheid en daardoor stress aan keukentafels. 'De term alleen al. Je krijgt een stempel alsof je een topcrimineel bent', schreef een boerin.


Als klap op de vuurpijl werd eind september bekend dat Schiphol – een door de overheid financieel gesteund bedrijf – melkveehouders uitkoopt om de natuurvergunning van de luchthaven te legaliseren. 'Dan ontploft zelfs de meest rustige boer', reageert Erwin Wunnekink van LTO-vakgroep Melkveehouderij. Wunnekink spreekt van onbehoorlijk bestuur. 'Als 20.000 passagiers niet kunnen worden vervoerd, gaan andere krachten werken. Dat helpt niet om wantrouwen bij boeren weg te nemen.'

Het is eerder een bevestiging van het tegendeel. Veehouders zijn daarom ook terughoudend om in te schrijven voor de LBV Plus-regeling. De vraag die hen bezighoudt is wat de overheid doet met alle gevraagde bedrijfsinformatie die moet worden ingevuld om het bedrijf aan te melden. Worden aanvragen wel echt vernietigd wanneer een ondernemer alsnog besluit toch niet mee te doen? Gaat de gedeelde informatie niet misbruikt worden om bijvoorbeeld het bedrijf alsnog te onteigenen?

Het vertrouwen in de overheid is gewoon klein. 'De term 'piekbelaster' doet ook wat met mensen. Gevoelsmatig zet hen dat in het hokje 'geen perspectief'', reageert POV-voorzitter Linda Verriet. De vakgroepvoorzitters Erwin Wunnekink van LTO Melkveehouderij, Kees de Jong van NOP/ LTO Pluimveehouderij en Wim Thus van LTO Kalverhouderij herkennen dat gevoel bij hun achterban.


In de houdgreep

Door de aanhoudende onduidelijkheid over het flankerende beleid en daardoor blijvende onzekerheid, kan niemand voor- of achteruit. Overheid, provincies en banken zorgen voor een houdgreep. Dat vreet aan mensen. 'Er is altijd beloofd dat er perspectief zou zijn, maar dat blijft tot nu toe uit. Zolang de kaders van het speelveld niet duidelijk zijn, wat de gebiedsgerichte opgave wordt en hoe het verdienmodel er dan uit komt te zien, kan een ondernemer niet veel', geeft Thus aan.

Aan het flankerende beleid wordt 'heel hard gewerkt', reageert Van der Wal. Het streven is dat eind 2023 de verplaatsings-, innovatie- en extensiveringsregeling worden opengesteld. 'Het tijdspad is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder toetsing bij de Europese Commissie', zegt de demissionaire minister. De georganiseerde landbouw reageert daar sceptisch op. Zij hoorden onlangs in Brussel dat de speelruimte groter is als de Nederlandse overheid zelf meer regie neemt.

Veehouders willen zeker wel meewerken aan de transitie om te verduurzamen, stellen de vakgroepvoorzitters en POV. Door de jaren heen hebben zij niet anders gedaan dan inspelen op veranderende omstandigheden. Maar ze willen wel weten waar ze 'ja' tegen zeggen. Ondertussen stuiten boeren die wel de ruimte en mogelijkheid hebben om te investeren bij banken op een gereserveerde houding als het gaat om een nieuwe financiering.


Perspectief beoordelen

‘De term ‘piekbelaster' hanteren wij niet. Dat is een tijdelijk begrip dat weer van tafel moet, wanneer over een aantal jaren het gebiedsgerichte beleid is uitgewerkt. Maar banken hebben wel een zorgplicht’, geeft Rene Veldman, sectorspecialist Intensief bij Rabobank aan. Bij banken is onzekerheid over hoe zij het toekomstperspectief van een bedrijf moeten beoordelen.

Onduidelijkheid over wat de gebiedsgerichte opgave voor een ondernemer wordt en wat dan de technische mogelijkheden en managementmaatregelen zijn om daaraan te voldoen, versterken dat. Veldman: ‘Wat een bank wil voorkomen is dat een ondernemer nu investeringen doet, waarmee het bedrijf naar de toekomst toe wordt klem gezet.’

Van der Wal geeft aan dat ze bekend is met de problemen die zich voordoen bij financieringsaanvragen. Ze zegt hierover in gesprek te zijn met banken. Wanneer het bedrijf wordt aangemerkt als piekbelaster zou dat geen directe consequenties moeten hebben, vindt de stikstofminister.


Banken spelen ook rol

'Tegelijkertijd vind ik ook dat banken een rol te vervullen hebben in de opgaven waar we voor staan. Ik vind het dan ook niet meer dan logisch dat ze aanvragen toetsen aan die opgaven', aldus Van der Wal. De verwachting is de klimaat- en milieudoelen het agrarische landschap de komende 10 jaar rigoureus over de kop halen. Een herstructurering in het aantal dieren, maar zeker ook in het aantal ondernemers.

Van der Wal: ‘Elke ondernemer zal moeten gaan nadenken over het verduurzamen van zijn of haar bedrijf; we kunnen niet meer op de dezelfde voet voort blijven gaan.’ LTO beaamt dat, maar voegt toe dat daar ook een opdracht ligt voor verkeer en industrie. Twee sectoren waarvoor er nog geen concrete plannen liggen. LTO: ‘Dat ontslaat ons er echter niet van om niets te doen.’



Paulien Hogenkamp, ondernemerscoach
Paulien Hogenkamp, ondernemerscoach © Koos Groenewold

‘Stoppen is niet hun toekomstdroom’


Voor boeren tussen de 35 en 45 jaar is de aanpak piekbelasting met de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij (Lbv)-plus het lastigst. ‘Zij kunnen nog wat anders oppakken, maar stoppen is niet hun jongensdroom’, stelt Paulien Hogenkamp van Hogenkamp Agrarische Coaching.

Veehouders in die leeftijd zitten vaak nog in maatschap met de ouders die het bedrijf graag in de familie houden. En ze weten doorgaans nog niet of ze zelf een bedrijfsopvolger hebben. Die jonge ondernemers voelen ook loyaliteit richting zussen en broers. ‘Zorg ervoor dat je stoppen bespreekbaar maakt’, is Hogenkamps advies.

‘Laat het idee los dat er na de verkoop een mooie buffer op de rekening moet staan, als je meedoet aan de opkoopregeling’, vervolgt Hogenkamp. Van oudsher leeft die gedachte in de sector. ‘Maar stel dat je schuldenvrij bent als je meedoet. Wie in de leeftijd tussen de 35 en 45 heeft de woning schuldenvrij? Sta daar ook eens bij stil.’

In zijn algemeenheid ziet Hogenkamp bij stoppende ondernemers dat ze hun familie te laat meenemen in de vraagstukken die hen bezighouden en de keuzes waar ze voor staan, geeft Hogenkamp aan. ‘Familie mist daardoor een stuk van de film, wat vaak leidt tot onnodige spanningen.’ En, weet ze uit ervaring, heb je iets eenmaal uitgesproken, dan gaat het proces gemakkelijker.


Betrouwbaar netwerk

Verder raadt Hogenkamp boeren aan te zorgen voor een betrouwbaar netwerk. ‘Sparringpartners die niet commercieel gedreven met je meedenken. Dat kan een boekhouder zijn, dierenarts, voeradviseur of collega. Mensen die weten wat voor jou belangrijk is. Het gaat namelijk niet alleen om wat financieel aantrekkelijk is, maar ook om wat jij en je gezin willen.’

De ondernemerscoach noemt het opvallend hoe snel de term ‘piekbelaster’ door de sector zelf is geadopteerd. Met hoeveel vanzelfsprekendheid ‘ik ben piekbelaster’ in de mond wordt genomen. ‘Je bedrijf is aangemerkt als piekbelaster. Dat is wezenlijk iets anders dan een piekbelaster zijn.’

Wim Thus, vakgroep-voorzitter LTO Kalverhouderij begrijpt wel waarom ondernemers zeggen ‘ik ben piekbelaster’. 'Op het boerenerf zijn bedrijf en ondernemer een. Die kun je niet los van elkaar zien.’ Het kwalijke aan de woordkeus vindt Hogenkamp dat het door de omgeving dan ook zo wordt gehoord. ‘De term ‘piekbelaster’ blijft daardoor hangen in de perceptie van mensen.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer