Zomerkuilen van 2023 hebben hoge voederwaarde

De VEM ligt hoog als gevolg van een hogere verteerbaarheid van het gewas. Bij de voorjaarskuilen lag de voederwaarde ook al op een hoog gemiddeld niveau in vergelijking met andere jaren. Het bedrijf dat in Nederland veel kuilen bemonstert en analyseert van melkveebedrijven, spreekt van een wisselvallige zomer.

Het seizoen begon met een koel en nat voorjaar, gevolgd door een recordwarme en droge junimaand. Juli en augustus waren juist weer nat gevolgd door een warme septembermaand. 'Dit groeizame weer zorgde voor een hoge opbrengst', meldt Eurofins. 'Het leidde ook tot flinke uitdagingen in de planning. De meeste zomerkuilen zijn in de tweede helft van juni en begin juli gemaakt.'

Ruweiwitgehalte

Er zat wel een verloop in de VEM. De gemiddelde VEM nam af van 917 in juni tot 889 in augustus. Het ruweiwitgehalte was gemiddeld 170 gram per kilo en nam toe van 163 gram per kilo in juni tot 176 gram per kilo in augustus. Het gemiddelde suikergehalte daalde van 93 gram per kilo in juni naar 76 gram per kilo in augustus.

Het aandeel celwanden ligt iets lager dan het langjarig gemiddelde. Dat was bij de voorjaarskuilen ook al zo. Volgens Eurofins Agro zijn de kuilen over het algemeen goed geconserveerd met een gemiddeld drogestofgehalte van 44,7 procent en een pH van 4,8.

De vooruitzichten voor de najaarskuilen zijn volgens het laboratorium in Wageningen ook goed. 'De bodemtemperatuur is hoog en er is voldoende vocht in de bodem aanwezig wat zorgt voor veel mineralisatie in de bodem.'