Stikstofstudie toont aan: opkopen alleen is geen oplossing
De stikstofstudie van de Universiteit van Amsterdam (UvA) toont aan dat beleid gebaseerd moet zijn op feitelijke metingen en niet op modellen, stelt LTO Nederland. Daarvoor is bovendien meer nodig dan kijken naar de complexe relatie tussen stikstofemissie en stikstofdepositie.
De belangenorganisatie reageert op het UvA-onderzoek dat dinsdag is gepubliceerd. Hieruit blijkt dat verreweg het grootste deel, zo'n 90 procent, van de stikstofemissies van melkveehouderijen terechtkomt in hogere luchtlagen van de atmosfeer en daar in de stikstofdeken samenkomt met de uitstoot uit verkeer en industrie. Binnen het meetgebied dat in een straal van 500 meter rond het boerenerf ligt, slaat het grootste deel van de resterende 10 procent neer binnen een straal van 100 meter.
Het onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Mesdag Zuivelfonds, bevestigt het standpunt van LTO dat alleen boerenbedrijven opkopen geen oplossing is voor het stikstofprobleem. De boerenorganisatie verwijst daarbij ook naar de meetresultaten over 2022 op Schiermonnikoog. Ondanks dat daar de melkveestapel kromp met 40 procent steeg de stikstofdepositie.
LTO vraagt al langer, zoals in het plan 'Een duurzaam evenwicht', om in het beleid ook in te zetten op generieke maatregelen voor andere bronnen zoals de industrie, mobiliteit en scheepvaart. Daarnaast zijn meer metingen en onderzoek nodig, zoals al gebeurt in meetnetwerken zoals FoodValley.
Onderzoek startte in 2020
Voor het UvA-onderzoek zijn bij twee melkveebedrijven over een langere periode metingen verricht. Van deze bedrijven ligt het één in een meer stedelijke omgeving en het ander meer geïsoleerd in een landelijke omgeving. De stikstofmetingen door de UvA startten in januari 2020.
Als stikstofuitstoot neerdaalt, komt dat in eerste instantie vooral terecht binnen 200 meter vanaf de bron, zien de onderzoekers. Dus als een melkveebedrijf op meer dan 300 meter afstand van een beschermd natuurgebied staat, heeft het weinig zin om specifiek dat bedrijf op te kopen om de stikstofneerslag op het betreffende natuurgebied te verminderen. Het maakt pas verschil als de stal dichterbij staat, zegt UvA-onderzoeker Albert Tietema.
De uitkomsten staven het RIVM-model, waarop in de afgelopen jaren vanuit de agrarische sector veel kritiek is geleverd. 'Het is wel belangrijk dat de lokale omstandigheden nog worden meegenomen in het model. Zoals: hoe ziet de boerderij eruit en wat zijn de weersomstandigheden', legt Tietema uit.
Tenzij stal dicht op natuur staat
Het overgrote deel van de stalemissies komt dus terecht in de landelijke stikstofdeken waarin ook de uitstoot van verkeer en industrie zich ophoopt. Dat is volgens het Mesdag Zuivelfonds het bewijs dat beleid gericht op piekbelasters dicht bij natuur niet effectief zal zijn, tenzij het om stallen gaat op minder dan 300 meter afstand van die natuur.
'In plaats van te sturen op depositie is het veel effectiever om te sturen op emissie door beheers- en technische maatregelen. Daar hebben niet alleen de Natura 2000-gebieden baat bij, maar alle natuur.' Bij die maatregelen doelt het fonds op mestbewerking, het toevoegen van additieven aan mest en het sturen op het rantsoen van het vee.
Volgens de BoerBurgerBeweging (BBB) toont het onderzoek aan dat het 'onzin' is om in de stikstofaanpak onderscheid te maken tussen industriële en agrarische uitstoters. Alle ammoniak en stikstof komen immers samen in de stikstofdeken, stelt de partij.
'Het goede nieuws is dat het besteedbare budget veel beter kan worden ingezet en dat het beleid voor iedereen gelijk kan worden getrokken. Het beleid moet van depositiebeleid, waarbij modellen berekenen hoeveel depositie een bedrijf tot aan 25 kilometer verderop veroorzaakt, naar emissiebeleid. Dit beleid geldt voor alle sectoren, dus ook de industrie. Het is eenvoudiger en rechtvaardiger.'
Het UvA-onderzoek toont volgens BBB aan dat doorzetten van de piekbelastersaanpak 'zinloos is'. De partij ziet liever een brede vrijwillige stoppersregeling voor boeren die graag willen stoppen. Ook LTO Nederland vindt dat de regelingen voor vrijwillige stoppers moeten worden doorgezet. 'Veehouders die gebruikmaken van de vrijwillige beëindigingsregelingen, dragen bij aan het terugdringen van de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Frontgewicht, staal - beton gewicht , 600, 800 ,1100 kilogram
Gebruikt, € 750
-
Weidesleep 5 meter
Gebruikt, P.O.A.
-
T7.200 Auto Command CVT
Gebruikt, € 69.750
-
Kuhn GA 9531+
Nieuw, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / -2°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %