Drogestofgehalte mais loopt nu snel op

'Ik ga de loonwerker vragen om komende week te hakselen', zegt maisteler Corné Rommens in Hoeven. De Brabander schat het drogestofgehalte van de mais met zaaidatum 2 mei deze week op 34 tot 35 procent. Er kwam nagenoeg geen vocht meer uit de korrel. Gemiddeld stijgt het drogestofgehalte van mais 1 procent per drie dagen. 'Maar met dit mooie weer is dat waarschijnlijk 1 procent per twee dagen.'

Niet al zijn percelen zijn zo ver afgerijpt. Bij de mais die Rommens een maand later zaaide spuit het sap nog recht uit de korrel.

De planten van Peters hebben een drogestofpercentage van gemiddeld 27 procent. Ze zijn nog helemaal groen. De kolven zijn volgens hem mooi ontwikkeld, beter dan vorig jaar.

Bij Bas Fokkert in het Overijsselse Holthone zijn de planten ook nog vrij groen, waarschijnlijk door de natte augustusmaand. 'Ik zie bij een aantal planten wat schimmel in de kop ontstaan.' Verder ziet hij dat de mais ongelijkmatig afrijpt, dat komt door de verschillende grondsoorten binnen het perceel.

Op een paar zanderige plekken waar het deze zomer droog was, is Fokkerts gewas al verder in afrijping, met 28 tot 29 procent droge stof. Maar het gros kwam maandag niet verder dan 24 procent.

Kruislings door perceel

'Wil je een goed beeld van het gemiddelde drogestofgehalte, check dan niet alleen de mais langs de kanten, maar loop kruislings door je perceel', tipt de veehouder. Bij aanhoudend zomerweer verwacht Fokkert over drie weken te hakselen.

Dedde Jan Tilma in het Friese Hantumhuizen schat het drogestofgehalte van zijn maisplanten op gemiddeld 25 procent. 'We hebben geduld, pas over vijf tot zes weken gaan we nadenken over het oogstmoment.'

Bij Marco Heijblok in Hippolytushoef komt het drogestofpercentage niet verder dan 26 tot 27. 'Het moet nog even drogen.' Opvallend is dat er bij de maisplanten op een van zijn percelen een tweede kolfje groeit vanuit dezelfde oorsprong als de hoofdkolf. Dat kan ontstaan door hitte, kou of droogte tijdens de kolfaanleg. Ook extreem late zaai kan dit verschijnsel opwekken. 'Dat laatste is misschien bij ons de oorzaak', zegt de Noord-Hollandse teler die pas op 23 mei kon zaaien.

Satellietbeelden tonen goed en egaal perceel in Hengelo

De melkveehouder is tevreden over de mais tot nu toe. Deze werd door een te nat perceel op 27 mei gezaaid, drie weken later dan vorig jaar.

Terwijl Wissels het gevoel heeft dat de maisgroei door de gunstige omstandigheden iets is ingelopen, blijft de ontwikkeling wat achter ten opzichte van andere jaren. 'De bloei startte drie weken later. Met het daaropvolgende bewolkte en regenachtige weer loop je dit niet in. Met de zon van deze week gaat het de goede kant op.'

Kopeinden goed te zien

Op het satellietbeeld van de FieldScout-biomassakaart zijn de kopeinden goed te zien. Vooral boven in het perceel, op het lage gedeelte. Wissels: 'Daar stond begin mei het water nog op het land, nu lijkt de opbrengst ook hier wel goed.'

Deze kaart laat verder zien dat de mais vrij egaal staat. In andere jaren is dat weleens anders. Dit komt ook door het hoogteverschil. Op het grote vlak is dit 1,5 meter. 'Bij een droog jaar doet het lage deel het goed. Dit is ook wat meer leemhoudend, waardoor het vocht goed wordt vastgehouden. Het hoge deel is meer zandachtig, waardoor de mais extra snel verdroogt', aldus Wissels.

De verschillen met de vorige opname binnen het perceel zijn goed te zien op basis van de bijgroeikaart van FieldScout. Het lage perceel scoorde hier vooral in de droge junimaand beter, het hoge deel groeide juist sneller in de wat nattere maand juli. 'Je kunt er bijna de kalender naast leggen', glimlacht Wissels.