Maisseizoen verloopt goed: voldoende water, nu mist alleen nog warmte

Dedde Jan Tilma in het Friese Hantumhuizen is tevreden: 'De Conclusion-mais is 2,5 meter hoog, de pluim wordt zichtbaar. Op een ander perceel begint de Papageno ook te bloeien, die is zelfs nog hoger. Het mag nu wat warm worden.'

Bij teler Guido Frijns in Reijmerstok staat de mais er ook goed bij en de plant kleurt mooi donkergroen. 'Het gewas begint in bloei te komen, de pluim komt eraan.' De graszode onder de maisplanten begint door de vele regen van afgelopen weken nu te verteren. 'Dat had eigenlijk wel iets eerder gemogen', constateert de Limburgse melkveehouder.

Net als bij Frijns begint ook de mais van Roelof de Jong in Abbega in bloei te komen. De planten tikken de 190 centimeter aan. De Fries is tevreden over zijn Maismeetnetperceel, het staat mooi egaal. Maar dat kan hij niet zeggen over het naastgelegen perceel. 'Die mais valt me tegen, de lengte is heel wisselend.'

Bij Pieter Peters in het Brabantse Oirschot vond de bestuiving in de mais twee weken geleden plaats. Hij is blij dat er daarna voldoende regen viel, want tijdens de korrelvulling is droogte funest. 'De mais had echt behoefte aan water. Aan het einde van een zonnige dag begonnen de bladeren al te krullen', zegt de teler.

'Het lijkt wel herfst, met al die regen', grapt Gerrit de Jong in het Utrechtse Meerkerk. In de afgelopen twee weken is zijn maisgewas gegroeid van 230 naar 280 centimeter gemiddeld. 'De lengte zit er goed in. Op dit perceel is er geen vogelvraat, op een ander perceel helaas wel.'

Planten met drie kolven

Voor Wim Vedder in Gasselternijveenschemond lijkt de teelt prima uit te pakken dit jaar. 'Zonder hagel of temperaturen boven de 40 graden Celsius moet het goed komen.' Wel ziet de Drentse melkveehouder aan de buitenkant van het perceel verschillende planten met drie kolven. 'Binnenin hebben ze er één.'

Albert van Egdom in Woudenberg ziet op meerdere plaatsen planten met een minikolf op de gewone kolf. Normaal gesproken geeft dit minder opbrengst, stelt de Utrechter.

'Opbrengstverschil was onverwacht, maar zie je niet terug'

Van de bovenkant zie je een bruine gloed, het gewas staat volop in boei. 'Ik heb vrijdag nog 260 centimeter lengte gemeten zonder pluim. Het staat zelfs beter dan in 2022, ondanks dat er dit jaar tien dagen later is gezaaid', zegt Tilma. 'Het is een goed maisjaar. We hebben nu genoeg regen gehad. Laat de zon maar komen, want dit tropische gewas houdt van zon en temperatuur.'

Vooral het perceel bij Tilma's huis doet het goed, bij een wat kleiner perceel op afstand zijn de kopakkers vanuit de satelliet als rode stukken op de biomassakaart goed te zien. Dat betekent dat er fors minder gewasmassa staat dan gemiddeld.

Onkruid

'Hier staat nauwelijks mais, meer onkruid', vat de melkveehouder de situatie daar samen. Dergelijke verschillen ziet hij dus niet op het Maismeetnetperceel, dat staat er in zijn ogen mooi egaal bij.

Dat de kaart iets anders toont, vindt Tilma verwonderlijk. Maar hij snapt de verschillen. 'Het voorgewas was met gras hetzelfde. Twee jaar geleden stonden er aardappelen. Op het bovenste perceel stonden die te lang op het veld. Dat is toen omgeploegd. In het daaropvolgende grasland was het verschil al duidelijk. De aardappelen gaven structuurschade in de bovengrond.'

Die schade wil de Friese teler volgend jaar of het jaar erop repareren. 'Ik denk dat de veldbonenteelt met gras als onderzaai de storende lagen prima doorbreekt.'