Ruim de helft van Nederlandse consumenten ziet aardappel als groente

De Nederlandse overheid onderzoekt of het mogelijk is de btw op groente en fruit in 2024 af te schaffen en zoekt naar een juridisch houdbare afbakening van wat valt onder groente en fruit. De aardappel is daarbij een van de discussiepunten.

In het onderzoek werden Nederlanders gevraagd om verschillende producten in te delen in de categorieën van de Schijf van Vijf. Ook hierbij schaart de grootste groep Nederlanders, 47 procent, de aardappel onder de categorie groente en fruit. 36 procent vindt de aardappel passen onder brood, graanproducten en maaltijdbasissen zoals rijst en pasta. 11 procent schaart aardappelen onder geen categorie en 6 procent bij overige categorieën.

Onderbouwing

In de onderbouwing voor het beschouwen van de aardappel als groente geven de consumenten de voedingswaarde en de manier van verbouwen als reden op. 'Mooi om te zien dat Nederlanders het belang inzien van het stimuleren van gezonde voeding door de overheid, en dus ook de aardappel', reageert NAO-directeur Dick Hylkema.

'In Nederland staat de aardappel in de Schijf van Vijf in dezelfde groep als rijst en pasta, maar zowel wat betreft voedingswaarde als wat betreft gebruik zou de aardappel goed passen tussen de groenten. Ook hoort de aardappel in de volksmond bij groente en fruit, zoals blijkt uit het onderzoek', zegt Hylkema.

Mensen die de aardappel als iets anders beschouwen, benadrukken dat het product veel zetmeel en koolhydraten bevat en dat deze vaak juist samen met groente wordt gegeten. Dat terwijl aardappelen vitaminen en mineralen bevatten die in pasta en rijst niet voorkomen. Vooral net geoogste aardappelen zijn een goede vitamine C-bron. Deze is niet te vinden in pasta of rijst. Verder is de aardappel ook een bron van kalium, vezels en vitamine B6.

Verkoop stimuleren

In het onderzoek kregen consumenten diverse producten te zien. Hierbij werd gevraagd van welke producten de overheid de verkoop moet stimuleren. Voor de aardappel geeft 87 procent van de respondenten dat aan. 67 procent meldt dat ze het een taak van de overheid vinden om duurzame voedselkeuzes te stimuleren, 71 procent vindt hetzelfde van gezonde voedselkeuzes.

De afbakening specifiek voor het 0 procent btw-tarief zou volgens Nederlanders moeten worden gemaakt op basis van hoe gezond een product is (71 procent), gevolgd door het aandeel groente of fruit (47 procent), de mate van bewerking (35 procent), duurzaamheid (35 procent) en anders (3 procent).