VVD, CDA en SGP bezorgd om toenemende wolvenschade

Van Campen, Boswijk en Bisschop willen onder meer van Adema weten of hij ook ziet dat wolven minder schuw lijken te worden. Volgens de Tweede Kamerleden lijkt de wolf menselijke aanwezigheid steeds minder uit de weg te gaan, in weerwil van wat deskundigen en voorstanders van de wolf hierover hebben gezegd. 'Wat betekent dit in termen van gevaar voor mensen en door mensen gehouden huisdieren?' willen ze weten. 'Sluit u uit dat kinderen of kwetsbaren kunnen worden aangevallen door wolven?'

De Kamerleden van VVD, CDA en SGP willen weten op wiens deskundigheid de minister vaart bij beleidskeuzes. 'Is daarbij voldoende mate van feitelijkheid, onafhankelijkheid en zekerheid geborgd?' Ze willen verder weten waarom de bewindsman de jacht op hazen en konijnen verbiedt, terwijl de wolf 'ongemoeid zijn gang kan gaan'. 'Vindt u een gunstige staat van instandhouding van de wolf belangrijker dan andere soorten binnen de Habitatrichtlijn?'

Emotionele schade

De Kamerleden vragen naast de financiële compensatie die getroffen veehouders en andere dierhouders krijgen aandacht voor de emotionele gevolgen van een wolvenaanval. 'In hoeverre wordt rekening gehouden met de emotionele schade onder dierenhouders die (soms herhaaldelijk) hun dieren verscheurd en verminkt aantreffen en stress ondervinden door vrees voor aanvallen door wolven?'

Van Campen, Boswijk en Bisschop willen van Adema weten hoeveel wolven Nederland volgens hem kan verdragen en wanneer dat populatiepunt zal worden bereikt. De Kamerleden zien een trend dat veehouders hun dieren vanwege de wolf meer binnenhouden, terwijl de maatschappij juist graag wil dat dieren meer buiten zijn. Ze constateren bovendien dat hoge hekwerken onvoldoende helpen om schade te voorkomen. De vraag van de Kamerleden is daarom wat voor advies de minister heeft aan dierhouders om hun dieren beter te beschermen.

Afschot en verjagen

De vragenstellers willen verder in beeld gebracht zien in welke landen welke maatregelen tegen wolven mogelijk zijn, zoals afschot van probleemwolven. De Kamerleden willen weten wat hiervoor in die landen de juridische grond is, aangezien er Europese beschermingsregels zijn. Ze zouden graag zien dat de minister in Nederland ook meer ruimte biedt om probleemwolven te verjagen en te doden.

Tot slot willen de Kamerleden weten welke andere soorten dieren die in het wild leven hinder ondervinden door de afrasteringen die voor de wolf worden gemaakt. 'Kunnen bijvoorbeeld dassen, hazen en reeën het afgezette terrein wel ongehinderd betreden? Of wordt hun leefgebied hierdoor beperkt? Welke gevolgen kan dit hebben voor de instandhouding van deze soorten?' vragen ze de minister.