Rechter: boomkweker mag coronasubsidie houden

Het ministerie van LNV is van mening dat de ondernemer onvoldoende inkomstenverlies heeft geleden om een beroep te doen op de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers Covid-19 (TLTO). Om die reden moet hij bijna 43.000 euro terugbetalen. De ondernemer is het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. De man kweekt sierplanten met een teeltperiode variërend van drie tot en met tien jaar.

Het grootste deel van de planten op het teeltareaal is in 2010 en 2013 opgezet met als doel deze in het voorjaar van 2020 te verkopen. Door het uitbreken van de coronacrisis en de daaropvolgende maatregelen kon hij slechts 43 planten afzetten. Noodgedwongen besloot hij om bijna dertienduizend planten te vernietigen. De ondernemer komt uit op een omzetverlies van 158.000 euro, een verlies van ruim 80 procent.

Nul euro tegemoetkoming

Toch stelt het ministerie van LNV de tegemoetkoming uiteindelijk vast op nul euro, omdat de boomkweker in de periode van 12 maart tot en met 11 juni 2020 minder dan 30 procent omzetverlies had ten opzichte van de gemiddelde omzet in de periode over de jaren 2017 tot en met 2019.

De ondernemer verweert zich door te stellen dat er in de referentieperiode geen sprake is van omzet, maar wel van kosten doordat de bedrijfsvoering is gebaseerd op langjarige teelt. Daarop doet de boomkweker een beroep op het evenredigheidsbeginsel dat de mogelijkheid biedt om rekening te houden met de voor een belanghebbende onevenredige gevolgen.

Geen hardheidsclausule

Het ministerie gaat daar niet in mee en stelt dat de TLTO geen ruimte biedt om op andere wijze te bepalen of een gedupeerde onderneming voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. Ook herhaalt ze dat er nadrukkelijk geen hardheidsclausule in de TLTO is opgenomen. Om te zorgen dat de regeling uitvoerbaar blijft, wordt slechts in zeer bijzondere gevallen een uitzondering gemaakt.

Niettemin stelt College van Beroep voor het bedrijfsleven de boomkweker in het gelijk. Hoewel het op nul euro vaststellen van de subsidie op zichzelf een geschikt en noodzakelijk besluit is, is het college van oordeel dat het gelet de bijzondere omstandigheden van de boomkweker geen evenwichtig besluit is.