'Wat kan ik nog geloven?'

Column Melkvee Bennie Stevelink 20 jul 2022 om 12:00uur

Twee weken geleden las ik bij Foodlog een artikel waarin werd uitgelegd dat ammoniak 50 procent lichter is dan de lucht en daardoor in droge vorm moeilijk kan neerslaan. Het wordt gemakkelijk opgenomen in water dat zich in de lucht bevindt. Willekeurig waar de wolken regen vormen, zal het via regen naar beneden komen. Dat kan in heel Noord-Europa zijn. Zonder regen zal het zich opwaarts in de lucht bewegen en niet neerwaarts.

In depositiemodellen wordt ervan uitgegaan dat twee derde van de depositie uit droge depositie bestaat. Mensen uit de wetenschap discussieerden bij Foodlog hoe ammoniak toch droog zou kunnen neerslaan ondanks dat het 50 procent lichter is dan de lucht. Met alles wat ze konden bedenken, kwamen ze niet verder dan een verwaarloosbare 3 mol per hectare.

Dit betekent niet dat er geen stikstofprobleem is. Het betekent wel dat ammoniakdepositie geen lokaal of nationaal probleem is, maar een continentaal probleem. Het betekent dat het geen enkele nut heeft boeren bij natuurgebieden uit te kopen of bufferzones aan te leggen.

Tegelijk viel mij op dat de kleurenkaart van minister Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof in hoge mate samenvalt met het hedendaagse belang bij het platteland. Na de oorlog had Nederland maar één belang bij het platteland en dat was voedselproductie. Het platteland werd dan ook voor dat doel ingericht. Beken werden rechtgetrokken, houtwallen opgeruimd, percelen samengevoegd en de grondwaterstand verlaagd.

In stadstaat Nederland heeft de bevolking een ander belang bij het platteland dan voedselproductie

Bennie Stevelink, melkveehouder in Deurningen

Inmiddels is Nederland zo volgebouwd dat het is geworden tot een stadstaat. In stadstaat Nederland heeft de bevolking een ander belang bij het platteland dan voedselproductie. Er is tegenwoordig vooral behoefte aan een platteland met natuur, rust, ruimte en een nostalgische beleving.

Terecht wordt erop gewezen dat de landbouw zich heeft ontwikkeld tot een vorm die nauwelijks nog bijdraagt aan de voedselzekerheid in Nederland. 70 procent is voor export en de overige 30 procent is afhankelijk van import van veevoer of reststromen van producten die op hun beurt ook weer worden geïmporteerd. Het zijn argumenten waarmee het belang van recreatieve ruimte boven het belang van voedselproductie wordt geplaatst. De kleurenkaart van Van der Wal sluit naadloos aan bij dit belang. Het roept de vraag op of de kaart misschien voor dit doel is ingekleurd.

Ik weet ondertussen niet meer wat ik moet geloven. Het beste wat ik kon bedenken om te doen, was een vlag kopen die ik ondersteboven voor de stal heb opgehangen.