Puzzelen met Groninger natuurpostzegel

Een regionale adviescommissie is al bijna anderhalf jaar bezig om de puzzel op te lossen van een stikstofaanpak voor het Groningse Natura 2000-gebied het Lieftinghsbroek bij Vlagtwedde. De commissie is daarmee een voorloper in de gebiedsgerichte aanpak. 'Het levert pittige discussies op, maar de sfeer is goed.'

Puzzelen+met+Groninger+natuurpostzegel
© Huisman Media

In een klein uurtje loop je er zo omheen, het 20 hectare grote Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek in Zuidoost-Groningen. Maar het gebiedsproces dat tot een regionaal stikstofbeleid moet leiden, vergt nog zeker een paar jaar. Komende zomer hoopt de regionale adviescommissie met een eerste tussenadvies te komen naar de provincie.

Vanuit de regio zijn afgevaardigden van boeren, natuurorganisaties en de gemeenten Stadskanaal en Westerwolde met elkaar in gesprek om tot een oplossing te komen. Daarmee is het project in Groningen een van de voorlopers in Nederland voor een gebiedsgerichte aanpak van het stikstofprobleem.

Hoe die oplossingen eruit gaan zien, daar kan onafhankelijk voorzitter Rika Pot van de commissie nog niets over zeggen. 'We zijn nog niet in de fase van de details. Eerst analyseren we de stikstofsituatie in het gebied, de staat van de natuur en wie daarbij is betrokken. Daarna moeten we zien tot een gedragen advies te komen voor landbouw en natuur.'

Eerst meten, daarna kun je altijd nog aankopen

Aike Kuper, melkveehouder en namens LTO Noord lid van adviescommissie

Niet dat er in de tussentijd niets gebeurt in en rond het Lieftinghsbroek. Vorige week werd bekend dat de provincie in gesprek is met een naburige veehouder over de landelijke opkoopregeling. Daarnaast wordt in het gebied zelf al gewerkt aan verbetering van de natuurkwaliteit. Zo wordt in het kader van het Natura 2000-beheer zoveel mogelijk gebufferd grondwater vastgehouden en worden de blauwgraslanden zo goed mogelijk in conditie gehouden.

De sfeer in de gebiedscommissie is goed, stelt Pot. 'Er zijn soms wel pittige discussies, maar er heerst ook een gevoel van gezamenlijke verantwoording voor het gebied. Via het gebiedsproces hebben regionale partijen een krachtige stem in de ontwikkeling, ten opzichte van het algemene beleid uit Den Haag.'

Herinrichting

Dat het overleg tussen de commissieleden ondanks alle spanningen rond het thema stikstof toch redelijk soepel verloopt, stamt volgens Pot deels uit het verleden. In Westerwolde is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een omvangrijke herinrichtingsoperatie uitgevoerd, waarbij de spelers in het gebied gaandeweg leerden samenwerken. Kleine boerenbedrijven werden gesaneerd, er kwam meer natuur en ook de landbouwstructuur werd aangepakt.

'Er is al dertig jaar of langer een traditie in het gebied om samen te werken. De huidige gebiedsaanpak is een soort vervolg daarop. De partijen in de commissie kennen elkaar ook goed en de afgevaardigden uit de gemeenten zorgen voor een goed evenwicht', legt Pot uit.

Naast de gebiedsanalyses die nu worden gemaakt is ook al een andere stap gezet. De commissieleden zijn het erover eens dat er ook moet worden gemeten aan de stikstofsituatie in en rond het Lieftinghsbroek. Dat gaat onder meer met hulp van onderzoeksorganisatie TNO en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, die meetpunten plaatsen. Waar de meetpunten precies komen, is nog onderwerp van gesprek, zegt Pot.

Tekst gaat verder onder kader.

Lieftinghsbroek

• Het Lieftinghsbroek is een loofbos op de dalflank van het riviertje de Ruiten Aa in Oost-Groningen. Het bos behoort tot het eiken-haagbeukenbos, beuken-eikenbos en broekbos met een ondergroei van hulst.

• Het Lieftinghsbroek is in 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied en is ongeveer 20 hectare groot. Het ligt ten westen van de provinciale weg N976 van Vlagtwedde naar Sellingen. Het bos is eigendom van Vereniging Natuurmonumenten.
• De gebiedsaanpak in Groningen rond Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek is onderdeel van de Groninger Aanpak Stikstof om de stikstofdepositie op natuur te verminderen. Maar de stikstofreductiemogelijkheid in Groningen is beperkt. Circa 10 procent van de depositie op Lieftinghsbroek wordt veroorzaakt door Groningse bedrijven in een straal van 10 kilometer rond het natuurgebied, de resterende 90 procent komt van over de (provincie)grens.
• Voor de gebiedsgerichte aanpak rond Lieftinghsbroek wordt een meetproef opgezet. Daarbij vindt realtime monitoring plaats van de luchtkwaliteit op stikstof en ammoniak, met een uitgebreid meetnet van sensoren zoals ontwikkeld door onderzoeksorganisatie TNO. In het natuurgebied zelf worden depositiemetingen uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam.

'Meten is belangrijk, ook voor de agrarische sector. Er wordt nu geschermd met allerlei data, het lijkt soms wel goochelen met modellen', stelt de commissievoorzitter. 'Meten is voor ons een voorwaarde om tot een goed maatwerkadvies te komen. Het gebied zal niet verder komen zonder meetproject. Onze pilot heet niet voor niets 'Maatwerk met Meetwerk'. Je ziet scherper waar de belemmeringen zitten en welke de oplossingen erbij horen.'

Melkveehouder Aike Kuper is namens LTO Noord lid van de adviescommissie. Hij vindt het heel begrijpelijk dat veel boeren in het overwegend akkerbouwgebied sceptisch aankijken tegen het stikstofprobleem. 'We zien nog te veel theoretische berekeningen waar we liever harde cijfers hebben. Die mening wordt ook gedeeld door de andere partijen in de commissie. Er is behoefte aan meetgegevens en een duidelijke analyse. Dat proces staat nu in de steigers', laat de melkveehouder weten.

Dat de provincie met onderhandelingen over grondaankopen al voorsorteert op mogelijke oplossingen vindt Kuper verklaarbaar, al had hij het liever anders gezien. 'Persoonlijk zeg ik: wacht eerst eens af. Eerst meten, daarna kun je altijd nog aankopen. Maar ik kan me voorstellen dat veehouders contact hebben met de provincie over vrijwillige verkoop van hun bedrijf. Ook de provincie wil meters maken en die cijfers uit de metingen heb je niet van vandaag op morgen op tafel. Meten moet toch over een langere termijn, daar is iedereen het wel over eens.'

Perspectief houden

Mede-commissielid Henk Wortelboer die namens de Trekkerclub Westerwolde in het overleg zit, ondersteunt het betoog van Kuper: 'We hebben als landbouw al heel veel gedaan aan beperking van de stikstofuitstoot. Het is goed dat er nog wat gebeurt, maar we willen als agrarische sector wel perspectief houden. Door te meten kun je zeggen of iets wel of niet haalbaar is en kun je het ook uitleggen.'

Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) zei eerder deze week tijdens een werkbezoek aan Lieftinghsbroek dat het alleen maar goed is eerst te gaan meten. 'We moeten niet zo meteen miljarden gaan verbranden voordat we zeker weten of dat zin heeft. Je moet daar tijd voor maken. Tegelijkertijd is het geen excuus om helemaal niks te doen.'

Tekst gaat verder onder video.
 

Gebiedsmanager Rombout Bennema van Natuurmonumenten vindt het ook belangrijk dat er een eigen meetsysteem komt dat door landbouw- en natuurpartijen in de regio wordt onderschreven. 'Hoe de uitkomsten er exact uitzien is niet bekend. Het kan voor beide kanten goed of slecht uitpakken. Maar hoe je het ook wendt of keert, we weten dat er stikstof moet worden gereduceerd. Je hebt met onzekerheden te maken, daarom moet je investeren in harde metingen zodat we de herkomst en neerslag van stikstof nog beter leren doorgronden.'

Natuurherstel

De natuur in Lieftinghsbroek staat er slecht voor, benadrukt Bennema. 'Met de doelsoorten in de blauwgraslanden gaat het hard achteruit door verzuring en een tekortschietende hydrologie. Het gaat ons niet alleen om het in stand houden van de natuur, maar ook om het herstellen ervan.'

Heeft zijn organisatie dan geen haast? Bennema: 'Ja, hoe eerder hoe beter, als je kijkt naar de achteruitgang van de natuurkwaliteit. Als de eerste uitkomsten van metingen bekend worden, kun je beginnen met verdere brongerichte maatregelen.'

Daarbij is volgens Bennema ook de industrie in beeld. 'Lieftinghsbroek is een klein natuurgebied, maar het is niet voor niets aangewezen. We hebben niet zoveel van dit soort oernatuur. Laten we er dan met elkaar trots op zijn.'



melkveehouder Ronald Koskamp Vlagtwedde
melkveehouder Ronald Koskamp Vlagtwedde © Huisman Media

‘Wij hebben gelukkig een vergunning en beschikken over voldoende ruimte’


Veehouder Ronald Koskamp boert samen met zijn broer Gerben in maatschap op een melkveehouderij die op zo’n 1.400 meter van het natuurgebied Lieftinghsbroek af ligt. Ze hebben samen 240 tot 250 koeien aan de melk. De familie kwam zo’n 35 jaar geleden uit de Achterhoek naar Groningen om daar de ruimte te zoeken om te ondernemen.
 

‘Het natuurgebied ligt redelijk dichtbij, maar er zit nog een melkveebedrijf tussen en we hebben een NB-vergunning. Met de in 2014 nieuwgebouwde stal en de huidige veestapel kunnen twee gezinnen hun brood verdienen. Er is zelfs nog een beetje ruimte over om uit te breiden’, vertelt Koskamp.

Van het gebiedsproces rond Lieftinghsbroek merkt de veehouder naar eigen zeggen tot nu toe helemaal niets. ‘Ik heb er dus geen beeld van, maar zou wel graag informatie krijgen.’

Koskamp zegt blij te zijn met de Natuurbeschermingswet (NB-)vergunning. ‘Al kostte het ons wel een jaar of vijf voordat we die rond hadden. Als ondernemer wil je altijd dat zoiets sneller gaat. Ik weet overigens niet of het vandaag nog zou lukken, als je ziet dat bijvoorbeeld nu weer het effect van emissiearme vloeren in twijfel wordt getrokken. Ik vind dat de PAS-melders die nu nog zonder zitten ook recht op een vergunning hebben.’

Uitgangspunten

Het wordt de veehouderij er al met al niet makkelijker op gemaakt, stelt Koskamp vast. ‘Meten van stikstofemissie en -depositie wordt als kans gezien. Maar welk meetsysteem je dan hanteert, daar hoor je nog niemand over. Er is geen acceptatie van de uitgangspunten, niet bij de politiek en niet bij de milieugroeperingen.’ Juist een sluitend meetsysteem kan kans bieden de huidige impasse te doorbreken, denkt Koskamp. ‘Maar ik sta nog niet direct te juichen. Waar blijft bijvoorbeeld de stikstofruimte die dan kan overblijven?’

Koskamp verhaalt van een buurman op leeftijd die naast zijn akkerbouwbedrijf een vleeskuikenstal had. Omdat de buurman het wat rustiger aan wilde doen, stopte hij met de vleeskuikens. ‘De rechten kon hij inleveren, de vergunning daarvoor werd weggestreept. Die ruimte wordt nu niet gebruikt voor anderen, zoals PAS-melders, terwijl dat heel veel boeren in Groningen had kunnen helpen.’

Wat Koskamp ervan heeft geleerd? ‘Dat je heel zuinig moet zijn op je vergunningen. Eenmaal ingetrokken, krijg je ze nooit meer terug. Wat dat betreft maak ik me wel zorgen over de latente ruimte die wij nog hebben. Ik ga er maar van uit dat de gebiedscommissie haar werk netjes doet.’



Boswachter ecologie Warner Reinink van Natuurmonumenten in Noord Nederland
Boswachter ecologie Warner Reinink van Natuurmonumenten in Noord Nederland © Natuurmonumenten

Lieftinghsbroek is klein maar als ‘oerbos’ bijzonder genoeg om te behouden


Het slechts 20 hectare tellende Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek ligt aan de rand van het beekdal van de Ruiten Aa, een riviertje in Oost-Groningen dat via de Westerwoldse Aa uitmondt in de Dollard.
 

Het is een nooit ontgonnen en dus ongerept perceel drassig broekbos met eiken, beuken en hulstbomen en kleine open plekken met schraal blauwgrasland dat al eeuwenlang ongemoeid is gelaten. De eerste vermeldingen van het Lieftinghsbroek dateren uit de vijftiende eeuw. Het is het enige stikstofgevoelige Groningse Natura 2000-gebied en kenners noemen het ook wel een van de laatste oerbossen van Nederland.

In oppervlakte is het gebied beperkt, maar zelfs als zo’n kleiner gebied is het erg gevarieerd en waardevol, geeft boswachter Warner Reinink van terreinbeheerder Natuurmonumenten aan. ‘Het is een overgangsgebied tussen hoog en laag. Dat verschil in hoogte maakt dat het grondwater er als kwelwater omhoogkomt en het er doorgaans heel nat en vochtig is.’

Het natuurreservaatje is onderdeel van het veel grotere natuurgebied Westerwolde, het stroomdal van de Ruiten Aa dat loopt van Sellingen tot Vlagtwedde, in totaal zo’n 2.500 hectare. De Ruiten Aa is in de afgelopen decennia omgevormd van gekanaliseerde waterloop tot een meanderend riviertje in een beekdal en onderdeel van het Nationaal Natuur Netwerk.

Ouderdom

Volgens Reinink zorgt juist die waterhuishouding in combinatie met de hoge ouderdom van de begroeiing voor een grote soortenrijkdom die het waard is om te behouden. Niet alleen rietorchis en dalkruid, maar ook klaverzurings, bosanemonen en een brede variëteit aan mossen zijn er te vinden, naast een onaangetast veld met adelaarsvaren.

Toch kent het gebied ook zijn problemen. Het aantal soorten neemt af, de verzuring neemt toe, stelt Reinink vast. ‘Zo’n bos reageert langzamer op de veranderende omstandigheden, maar je ziet het achteruitgaan. Het is relatief natter geworden. Dat komt doordat vooral meer regenwater wordt vastgehouden. Voor de natuurkwaliteit hebben we liever meer kwelwater in het gebied.’ Juist dat opkomende grondwater bevat volgens boswachter en ecoloog Reinink de mineralen die plantensoorten nodig hebben en heeft ook in het verleden gezorgd voor de bijzondere natuur.

‘Het regenwater, samen met de stikstof die hier neerslaat, zorgt voor de verzuring van het bos en maakt dat het hele systeem uit balans raakt.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer