LTO Noord eist betere graafregeling voor boeren Leeuwarden

Het gaat om een paraplubestemmingsplan van gemeente Leeuwarden. Het treft alle boeren in het buitengebied die moeten graven in de bodem. Met de regeling die de gemeente heeft bedacht, kunnen de boeren absoluut niet uit de voeten, vindt de raadsman.

Als een boer voor bijvoorbeeld de bouw van een schuur moet graven in de grond, dan loopt hij snel tegen de plicht aan om een archeologisch onderzoek te laten doen. 'De pijn zit niet alleen in de onderzoekskosten, maar ook in de tijd die daarmee gemoeid is', zegt de raadsman.

Bij graven in een gebied, waarvan de verwachting bestaat dat daar archeologische waarden zijn, treedt de omstreden regeling in werking. Als een bouwplan daar een bodemingreep eist van meer dan 25 vierkante meter en die ingreep gaat dieper dan 30 centimeter, dan is een archeologisch onderzoek verplicht.

Regeling is vrij absurd'

De raadsman zegt wel te begrijpen dat de kosten voor archeologisch onderzoek voor rekening zijn voor degene die aan het bouwen slaat. Dat is namelijk gebruikelijk, maar de regeling is volgens hem wel vrij absurd. 'Je kunt bij wijze van spreken het hele buitengebied tot op iets minder dan 30 centimeter afgraven zonder de verplichting van een archeologisch onderzoek. De oppervlakte van een bouwwerk doet er niet toe. Je moet kijken naar de bodemingreep. Het gaat om de oppervlakte van die bodemingreep.'

Als voorbeeld neemt hij een foto die is gemaakt door gemeente Leeuwarden zelf van een uitgegraven bouwvlak met daarin heipalen. Die heipalen zijn volgens de raadsman eerder de boosdoener dan het uitgegraven ondiepe bouwvlak. Hij vindt het dan ook beter dat de oppervlakte van de heipalen als uitgangspunt wordt genomen om te berekenen of de norm van 25 vierkante meter wordt gehaald.

Bodemingrepen

Woordvoerders van de gemeente stelden dat de bodemingrepen voorop staan. Bovendien is dit geen nieuwe regeling. Die is al toegepast bij meerdere bestemmingsplannen van de gemeente, zeggen de woordvoerders. Toen die plannen werden vastgesteld, is daartegen ook geen bezwaar gemaakt.

Volgens de raadsvoorzitter is dit bestemmingsplan, dat overkoepelend geldt voor alle bestemmingsplannen van de gemeente, op sommige onderdelen zelfs milder dan de bestaande bestemmingsplannen waarin een archeologische regeling zit.

Belangrijk gebrek

De raadsvoorzitter ontdekte echter wel een belangrijk gebrek. In het parapluplan staat niet een expliciete planregel waarin wordt gezegd dat die voor alle onderliggende bestemmingsplannen geldt. Dat is een fors juridisch probleem. Mogelijk krijgt de gemeente nog de kans om dit te repareren. De uitspraak volgt binnen enkele maanden.