Kamer vraagt tussendoelen om middelen uit te faseren

Nieuws Politiek Martijn van Rossum 06 okt 2021 om 12:35uur

De Tweede Kamer heeft dinsdag voor een motie gestemd die de regering oproept om tussendoelen vast te stellen om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen uit te faseren. In de doelen moet worden vastgelegd hoeveel middel er tussentijds nog mag worden gebruikt.

Kamer+vraagt+tussendoelen+om+middelen+uit+te+faseren

Een motie hierover werd ingediend door Tweede Kamerlid Leonie Vestering van de Partij voor de Dieren. Ze wijst erop dat meer dan 1 miljoen mensen het Europese burgerinitiatief 'Red bijen en boeren' hebben getekend, waarin wordt opgeroepen tot een volledige uitfasering van chemische gewasbescherming in 2035.

De motie roept ook op om boeren te helpen bij de 'benodigde omschakeling'. De motie werd gesteund door SP, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, Volt, Bij1, Denk, D66, Fractie Den Haan en PVV.

• Lees ook: Verdwijnen van mancozeb wordt puzzel voor telers

Tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer werd eerder op de dag ook al gesproken over gewasbeschermingsmiddelen. Vestering wil dat demissionair landbouwminister Carola Schouten het voorzorgsprincipe toepast en bepaalde middelen zoals glyfosaat niet meer toestaat vanwege een volgens haar mogelijk verband met de ziekte van Parkinson. Schouten is dat niet van plan zolang er geen duidelijk wetenschappelijk bewijs voor is.

Het gebruik van de werkzame stof mancozeb is wel al verboden per 2022. Dit middel wordt gelinkt aan de ziekte van Parkinson.

• Lees ook: Onderzoek naar parkinsonconcentraties in Nederland

Schouten laat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op dit moment onderzoek doen naar hoe bij die risicobeoordeling van de werkzame stoffen ook de eventuele gevolgen van neurologische aandoeningen, zoals Parkinson, beter in beeld kunnen komen. Begin november wil ze het RIVM-rapport kunnen delen met de Tweede Kamer. Uiteindelijk worden de toelatingscriteria in Europa bepaald. Schouten hoopt dat het rapport kan helpen Europese criteria verder aan te scherpen.

Volgens de minister is het debat over gewasbescherming sterk gepolariseerd. 'Mij werd altijd verweten dat ik of te streng was op gewasbescherming of niet streng genoeg. Ik heb steeds gezegd: de wetenschap is hier voor mij bepalend.'

Bij bijvoorbeeld neonicotinoïden had Schouten een deel van de Kamer tegen zich. 'Ze zeiden: 'Waarom verbied je dat? Het heeft zoveel effect?' Aan de andere kant zegt de Kamer 'verbied iets', terwijl ik de resultaten nog niet heb. Ik vind dat we eerst de resultaten moeten hebben om het te kunnen onderbouwen, zodat het ook standhoudt als hierover eventueel rechtszaken worden gevoerd.'