'Wonderlijk jaar' voor weidevogels

Het voorjaar van 2021 was koud en nat waardoor het gras langzaam groeide. Daardoor was er voldoende voedsel voor de vogels en hun pullen aanwezig.

Door de relatieve rust in de weilanden hadden de weidevogels een tamelijk onbezorgde broedperiode. Door de natte meimaand is het grootste deel van het land namelijk pas rond eind mei voor de eerste keer gemaaid. In de percelen die zijn uitgesteld van maaien voor de weidevogels, gaat dit weekend pas het mes.

107 broedparen

Uit tellingen van Water, Land & Dijken blijkt dat op percelen met pakketten voor agrarisch natuurbeheer 107 broedparen weidevogels per 100 hectare aanwezig waren. Aan de hand van die telling is het broedsucces bepaald.

In het werkgebied van de Noord-Hollandse agrarische natuurvereniging heeft 63 procent van de grutto's en 79 procent van de tureluurs dit jaar pullen vliegvlug gekregen. Voor de instandhouding van de weidevogelpopulatie is 60 procent noodzakelijk.

Bij dit alles was wel sturing nodig, meldt Water, Land & Dijken. Voorafgaand aan het weidevogelseizoen zijn boeren, vrijwilligers en veldcoördinatoren druk geweest met het plaatsen van bijna 25 kilometer vossenraster. Ook het uitrijden van ruige mest, strategisch beweiden, stroken uitmaaien en hier en daar wat extra water op het land hebben de weidevogels geholpen.

Nieuw stelsel

Water, Land & Dijken werkt aan de voorbereiding van het nieuwe stelsel voor agrarisch natuurbeheer dat ingaat per 1 januari 2023. 'Het is nog niet duidelijk welke gebieden er mee kunnen doen vanaf dat jaar en in welke vorm, maar de ambitie is groot', zegt voorzitter Frank de Wit van de agrarische natuurvereniging.

'We denken verder dan alleen weidevogels. Biodiversiteit is een term die veelvuldig voorbijkomt, hoog op de agenda's staat en wij zien de meerwaarde hiervan, ook voor het agrarisch natuurbeheer. Om die reden gaan we in 2022 al aan de slag met het vergroten van kruidenrijkdom van percelen, bekijken we hoe we eenvoudig, snel en met behoud van rendement kunnen vernatten en voeren we laagdrempelige onderzoekjes uit in de richting van voedselbeschikbaarheid voor de weidevogels.'