Kwaliteitssystemen balen van geringe belangstelling retail

Uit onderzoek van adviesbureau Berenschot blijkt dat de retail en voedselverwerkers meer waarde hechten aan internationale standaarden om de voedselveiligheid te borgen via zelfregulering. Bedrijven in de voedselketen halen daardoor geen direct voordeel uit het werken met private kwaliteitssystemen die op ketenborging.nl staan. Op deze website staat een overzicht van erkende kwaliteitsschema's, die voldoen aan criteria die samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn opgesteld.

Secretaris Ben Dullaert van Ovoned, de eigenaar van kwaliteitszorgsysteem IKB Ei, noemt de bevindingen in het onderzoek 'zeer teleurstellend'. 'Je zou verwachten dat de retail voorrang zou geven aan bedrijven die produceren via de hoge voedselveiligheidseisen. Dat ze een streepje voor hebben.'

Opnieuw in gesprek gaan

Dat dit niet zo is, komt voor Dullaert niet onverwacht. 'Het is wel reden om hierover opnieuw met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) in gesprek te gaan. Er zijn ook andere voordelen van ketencertificering, maar waardering van de retail en afnemers is erg belangrijk en in lijn met eerdere afspraken.'

Dullaert wijst erop dat controles via nationale ketencertificering vaak specifieker zijn en verder gaan dan de Global Food Safety Initiative-standaarden, waar de retail veel naar kijkt. 'Bij IKB Ei is monitoring op kritische stoffen daar een voorbeeld van.' Bij IKB Ei worden alle schakels in de keten gecontroleerd.

Reactie van overheid en politiek

Directeur Sven van der Weg van SKV is er eveneens verbaasd over. 'Wij zijn vooral benieuwd naar een reactie van de overheid en politiek. Ketenborging.nl is immers een initiatief van de overheid.' SKV staat op ketenborging.nl vanwege de inspectie van vleeskalveren tijdens de boerderij en verwerkingsfase op de afwezigheid van verboden groeibevorderende stoffen.

Voor stichting Ketenborging is het rapport van Berenschot aanleiding voor een herbezinning van de verantwoordelijkheid, rol en taken die zij hebben. In deze stichting zijn LTO Nederland, de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi), de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (Nepluvi), de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) ), de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) vertegenwoordigd.