Vida: zie periode na spenen als 'biggenbootcamp'

Deze groei is volgens Haanschoten zeker haalbaar, als je zorgt voor een goede voorbereiding. 'Dat begint met zorgen voor goed en voldoende drinkwater. Dus per zeven biggen één drinkplek en het liefst een apart schoon drinkbakje erbij. Het is belangrijk dat de biggen goed drinken. Want een dip in de wateropname zorgt ook voor een dip in de voeropname.'

Bij het schoonmaken van de afdeling hoort ook het schoonmaken van de waterleiding die je vlak voor opleg nog eens goed doorspoelt. 'Je wilt niet dat de big met het water dat deze de eerste dag drinkt entero's of andere ziektekiemen binnenkrijgt.'

De biggen moeten na het spenen in een goed opgewarmde afdeling komen. Dat betekent in de ogen van de specialist van het Vida-team een temperatuur van 30 graden. Dat moet ook gelden voor de vloeren en hokafscheidingen. Met daarbij een relatieve luchtvochtigheid van 60 procent. 'Dat klimaat moet dag en nacht top zijn. Het liggedrag van de biggen vertelt of dat klopt.'

Geleidelijke stijging van voeropname

Het gaat er volgens Haanschoten allemaal om dat de voeropname van de biggen in de eerste dagen na spenen hoog genoeg is en mooi geleidelijk stijgt. 'Veel zeugenhouders weten niet hoe hoog de voeropname van de biggen is. Het is wel van belang en eenvoudig uit te voeren. Vul de voerbakken met 120 gram voer per big, dan weet je of ze ook de opname halen. Hebben ze het twee uur voor die tijd al helemaal leeg, dan kunnen ze meer op. Komt de bak niet leeg, dan moeten we kijken naar het voer. Past het voer wel bij de opname van de big? Als de opname maar 60 gram is of aan de andere kant 200 gram, moet je het voer daarop afstemmen.'

De eerste dagen mag de opname stijgen met 20 gram per dag tot deze 200 gram per dag is. Daarna gaat de voeropname sneller omhoog met 30 gram per dag. Is de opname in het begin te laag, dan kan het volgens Haanschoten helpen om nat voer te geven. Is de opname te hoog, dan kan droog voer beter zijn. Het is een kwestie van goed kijken en het is ook niet iedere ronde hetzelfde.

Kijken na opname voor spenen

Wat helpt bij het inschatten van de opname na spenen, is de opname voor spenen. Haanschoten: 'Een zeugenhouder kijkt per toom hoe de opname is in het kraamhok. Bij de tomen met een goede opname doet hij een groene knijper aan de hokkaart, bij de tomen die minder eten een rode. Na spenen krijgen de tomen met de rode knijper een geconcentreerder luxer speenvoer. Het is iedere ronde weer anders. De ene keer eet 40 procent van de tomen weinig, de andere keer 70 procent.'

Voor een goede voeropname na spenen is het van belang dat de zeugenhouder zorgt dat er zo weinig mogelijk stressfactoren zijn. Dat houdt volgens de Vida-specialist in dat je vijf dagen voor en vijf dagen na spenen niet moet gaan vaccineren.

Stress voorkomen

'En houdt de tomen zoveel mogelijk bij elkaar, mengen geeft veel stress', vervolgt Haanschoten. 'De laatste zeven dagen in het kraamhok en de eerste zeven dagen na spenen geef je hetzelfde voer. Niet alleen qua samenstelling, maar ook qua voervorm. Belangrijk is dat de vezelstructuur in het speenvoer de darmontwikkeling stimuleert. Die investering verdien je daarna ruimschoots terug.'

Zorg verder voor ruimte in het hok, tipt Haanschoten. 'Zo kunnen de biggen een eetkamer, slaapkamer en toilet maken. Dan hoeven ze niet over elkaar heen te kruipen en hoeven ze niet naast het toilet te eten of drinken.'

Kijk hier de Kennissessie Vitale Varkenshouderij: De gespeende big, terug.