Vier knoppen om aan te draaien voor meer eiwit

De vier factoren die de meeste invloed hebben op de eiwitoogst van een melkveebedrijf, zijn het aandeel grasland in het gebruik van de grond, de graslandopbrengst, de mate waarin vers gras wordt gevoerd en de intensiteit van het bedrijf. Dat blijkt uit een analyse van data uit de Kringloopwijzer.

De melkveehouderij streeft ernaar om 65 procent van het eiwit van eigen land te halen. Het project 'Home Made Eiwit' richt zich hierop.

Een ton droge stof meer gras per hectare zorgt gemiddeld voor 4 procent meer eiwit van eigen land. Voorwaarde hierbij is dat de andere parameters gelijk blijven, zoals het percentage eiwit in het kuilgras. Voor de mate van zelfvoorziening kan investeren in een goede grasmat en weidemanagement dus rendement opleveren.

Meer gras in bouwplan

Bedrijven met 10 procent meer grasland in het bouwplan halen gemiddeld 2,5 procent meer eiwit van eigen land. Maar de ruimte voor verbetering lijkt hier niet zo groot, omdat veel bedrijven vanwege de derogatie al over minimaal 80 procent grasland beschikken in hun bouwplan.

Verder blijkt dat een toename van 3 procent meer vers gras – in het rantsoen van de hele melkveestapel op jaarniveau – voor gemiddeld ruim 1 procent meer eiwit van eigen land zorgt. Hoeveel toename daadwerkelijk mogelijk is op een bedrijf, hangt mede af van bijvoorbeeld de huiskavel, mechanisering en arbeidssituatie.

Intensiteit bedrijf

Stijgt de intensiteit op een melkveebedrijf met 5 ton melk per hectare, dan daalt het aandeel eiwit van eigen land met 9 procent. Andersom geldt dit natuurlijk ook: wanneer het bedrijf extensiever wordt, neemt dit percentage juist toe.