Bedrijf van Janssen is financieel gezond met drie takken

Toen Sef en David Janssen de boerderij van hun overleden vader in 1998 overnamen, besloten ze om stallen en schuren plat te gooien en opnieuw te beginnen. David Janssen startte met vrije-uitloopkippen en Sef Janssen zette een familietraditie voort van schapen houden.

'We hebben bikkelhard gewerkt om te komen waar we nu zijn en we hebben de kans gehad om echt te gaan doen wat we leuk vinden. Dat pakt goed uit voor het welzijn van onze dieren, maar ook voor ons eigen welzijn.'

Zorgboerderij

Het familiebedrijf in Veulen telt nog een derde tak: zorgboerderij De Haam die beide echtgenotes – Gerdie en Annerie – runnen. Het is een dagopvang voor ouderen, van wie sommigen dementerend zijn. Door de coronacrisis is het in de zorg hectisch geweest. Na de sluiting in het voorjaar zijn stapsgewijs meer ouderen op het bedrijf tot het huidige maximum van twaalf is bereikt.

Bij de familie Janssen hebben de vrouwen de zorg voor de mensen, en de mannen de zorg voor de dieren. De 38.000 kippen hebben volop de ruimte in de stal en deels overkapte buitenruimte. De eieren mogen daardoor met drie sterren van het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming aan de man worden gebracht.

Begrazing

Naast een hondenkennel met labradors en teckels houdt Sef Janssen zeshonderd ooien die hij inzet voor begrazing en tegelijkertijd fokt voor het produceren van lamsvlees.

'Alleen schapen houden zou een lastig verhaal worden. Maar juist omdat we flexibel zijn en ik mijn broer kan helpen in drukke tijden en hij en de medewerker mij ondersteunen bij het lammeren, past het goed binnen het bedrijf. De schapen, de zorg en de pluimveehouderij zijn gelijkwaardige takken en we zijn financieel gezond.'

Acht plekken

Soms begrazen de schapen wel acht verschillende plekken in de buurt. 'Aan de ene kant is het relaxed als ik een middagje kan rondrijden. Aan de andere is er altijd werk: afrasteringen zetten of repareren, water brengen, klauwen behandelen. En je wilt de dieren toch graag elke dag zien, want een schaap dat op zijn rug terecht is gekomen, kan vaak zelfstandig niet meer overeind komen en stikken.'

Een andere zorg is de komst van de wolf. 'Het blijkt een echte schapenkiller. Met hoge afrasteringen is het maar de vraag of je de ooien voldoende kunt beschermen. Ik vind het echt een probleem dat we allemaal Nederland als onze grote achtertuin zien waar iedereen graag een andere invulling van ziet: de wolf in Nederland en het begrazen met schapen gaan niet samen.'

Tegenstellingen als deze ziet Janssen ook in de pluimveehouderij. 'We hadden een nieuwe stal en toen moest er meer licht in komen, vervolgens stokken voor de kippen om te rusten en niet veel later konden we weer groeien in aantal.'

Meer fijnstof

'Het scharrelen van kippen vinden we als maatschappij mooi, maar het veroorzaakt meer fijnstof. Dat pakt slecht uit voor mensen met longproblemen en goed uit voor andere omwonenden die minder vaak allergieën hebben.'

Janssen ziet ook hoe andere agrariërs worstelen. Of het nu gaat om fosfaat- of stikstofreductie in de melkveehouderij, ammoniakreductie in de varkenshouderij of de beschikbaarheid van gewasbescherming in de tuinbouw.

Stip op horizon

'Veel boeren en tuinders missen de stip op de horizon waar ze de komende jaren naartoe kunnen werken en dat frustreert. Wij zitten nu op de stip die we jaren terug hebben gezet. Dat geeft rust.'