Corona speelt schapenhouders in de kaart

De aanvoer van schapen en lammeren op de Nederlandse veemarkten zakte vorige week in. Dat komt doordat het islamitische Offerfeest voorbij is en de meeste slachtlammeren zijn aangevoerd voorafgaand aan het feest. Momenteel vinden veel schapenhouders het veel te warm om schapen op te laden. Bovendien zijn er vervoersbeperkingen, eveneens vanwege de hitte.

Vooral in Leeuwarden en Purmerend daalde de aanvoer sterk. In Bunnik bleef de aanvoer redelijk op peil. Al met al was er sprake van een daling van de aanvoer met zo'n 40 procent. De prijzen bleven wel op peil, vooral voor de slachtschapen. Daarvoor werd tot wel 110 euro betaald, afhankelijk van de kwaliteit. Dat is meer dan in de voorgaande weken. Vooral vanuit Italië is er momenteel vraag naar schapenvlees.

De noteringen voor slachtlammeren en zuiglammeren bleven stabiel. Voor zuiglammeren wordt maximaal 123 euro betaald, voor de allerbeste jonge rammen en ooien toch nog respectievelijk 137 en 117 euro.

Consument blijft thuis

Corona speelt de schapenhouders in de kaart. 'Lams- en schapenvlees vindt vooral aftrek onder mensen met een islamitische achtergrond. Deze groep consumenten vertrekt normaliter in de zomer vaak voor zes weken naar Turkije of Marokko voor vakantie en familiebezoek', zegt schapenhandelaar Piet Bouthoorn. 'Vanwege corona blijven mensen deze zomer thuis of in Europa, waardoor de vraag naar lams- en schapenvlees aanhoudt, ook na het Offerfeest.'

De handelaar verwacht de komende weken, wanneer de hitte langzaamaan verdwijnt, wel weer een groeiend aanbod van schapen en lammeren. 'Ik ga ervan uit dat daardoor de prijzen toch wel zullen dalen.'

Terugkijkend op de afgelopen periode kan worden vastgesteld dat de lammeren die tijdens het Offerfeest zijn geslacht een goede prijs hebben opgebracht. Goede slachtlammeren hebben, vergeleken met vorig jaar, zeker een halve euro per kilo meer opgebracht. Dat was het gevolg van de goede vraag en het relatief beperkte aanbod.

Vraag naar ramlammeren

'Vanwege religieuze regels is er voor het Offerfeest vooral vraag naar ramlammeren die minimaal 6 maanden oud zijn met een minimaal gewicht van 20 kilo. Omdat het Offerfeest relatief vroeg in het jaar was, van 30 juli tot en met 3 augustus, voldoen de lammeren die later in het seizoen zijn geboren daar nog niet aan', zegt schapenhandelaar Lex Verhoog.

'Daardoor was er ook sprake van import, met name uit Engeland', aldus Verhoog. Volgend jaar is het Offerfeest nog een paar weken vroeger. De vraag is of Nederlandse schapenhouders dan voldoende kunnen leveren.

Redelijk tevreden

Schapenhouders en -handelaren zijn dus redelijk tevreden over de afgelopen periode. Aanvankelijk leek corona juist voor problemen rond het Offerfeest te zorgen, een periode waarin in korte tijd veel schapen en geiten worden geslacht. De slachthuizen moesten tijdens het islamitische feest extra maatregelen nemen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.

Even leek het erop dat de aanpak van sommige slachterijen tekort zou schieten. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, politie en veiligheidsregio's hebben extra controles uitgevoerd. Uiteindelijk is de slacht zonder noemenswaardige problemen verlopen.