Opening restaurants geeft kalverhouders sprankje hoop

Voor de kalversector zijn het ongekende tijden. Niet eerder viel de vraag uit de horeca en vanuit de export voor zo'n groot deel weg. De prijzen voor kalveren zijn door de coronacrisis tot een dieptepunt gedaald. Voor blanke kalveren wordt ongeveer 3,50 euro per kilo geslacht gewicht uitbetaald. Voor jong- en oudrosé 2,50 euro. Voor de vrije kalverhouders, ongeveer 40 procent van de kalverhouders, heeft dit enorme consequenties.

Kenners van de markt verwachten dat het dieptepunt bereikt is. 'Dat mogen we toch hopen, ja', zegt directeur Corporate Affairs Marijke Everts bij de VanDrie Group. 'En dat is ook wat wij verwachten. De restaurants gaan langzaam open. Dat betekent dat de afzet weer enigszins op gang komt. Maar in welke mate dat zal zijn, is wel afwachten. Er zijn nog veel onzekerheden.'

Voorraad in koelhuizen

Ook als de vraag goed aantrekt, zullen de donkere wolken boven de markt niet ineens weg zijn. Everts: 'Er ligt nog ontzettend veel kalfsvlees in de koelhuizen. Dat komt eerst ook nog allemaal de markt op. Wij verwachten dat er zeker meer dan een jaar overheen gaat, voordat de marktsituatie weer is genormaliseerd.'

90 procent van het Nederlandse kalfsvlees is bestemd voor het buitenland. Voor de VanDrie Group geldt dat 90 procent wordt afgezet in Europa. De laatste jaren heeft het bedrijf wel toegang gekregen tot markten buiten Europa.

'In 2016 tot Noord-Amerika, in 2018 tot China en vorig jaar tot Zuid-Korea', somt Everts op. 'Daar willen we groeien. Vanuit China is de vraag er alweer, maar het betreffen toch nog relatief kleine markten.'

Hogere kosten

Om de klappen van de markt enigszins op te vangen, worden kalveren langer aangehouden en staan de stallen acht tot tien weken leeg, voordat er opnieuw wordt opgezet. Dat betekent voor kalverhouders dat er niet alleen minder wordt gebeurd per kalf, maar dat ook de kosten een stuk hoger liggen. Afgelopen week gingen de prijzen voor alle grondstofprijzen voor kalvervoeders ook nog eens omhoog.

Voorzitter Wim Thus van LTO-vakgroep Kalverhouderij maakt zich vooral zorgen over de financiële positie van vrije kalverhouders. 'De afgelopen twee jaar waren niet heel goed. Voor 2020 was het perspectief juist best goed. Zo'n jaar was eigenlijk ook nodig voor de financiën. Het perspectief daarop is nu natuurlijk helemaal weg.'

Tonnen schade

Volgens Thus loopt de schade op jaarbasis voor veel kalverhouders in de tonnen. Voor een vrije kalverhouder met 1.500 rosékalveren kan de schade oplopen tot 250.000 euro volgens berekeningen.

De hoop op Europese steun voor particuliere opslag van kalfsvlees is nog niet opgegeven. Thus: 'Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski zoekt daarvoor naar mogelijkheden binnen het vastgestelde budget van 80 miljoen euro. De Fransen zijn een lobby gestart om vlees vanaf vijf maanden hiervoor in aanmerking te laten komen. Het huidige resultaat uit de EU is bij elkaar niet wat we hoopten, maar er is nog perspectief.'

Atypische situatie

Volgens onderzoeker Willy Baltussen van Wageningen Economic Research is de huidige situatie atypisch. 'Normaal is de kalversector een van de meest stabiele sectoren in de landbouw. Dat heeft ermee te maken dat er met de VanDrie Group een grote speler is. Wat je daar ook van vindt, het kan nu een voordeel zijn. Als er veel kleine slachthuizen zijn, bestaat het risico dat een aanzienlijk deel zo'n diepe crisis niet overleeft.'