Statenfracties: 'Overijssel, werk aan boerderijeducatie'

'Vroeger had iedereen wel een boer in de familie of in de klas. Nu wordt de afstand tussen voedselproducent en consument steeds groter. Maar ook de kennis over hoe voedsel geproduceerd wordt, kan nog veel beter', is de motivatie achter de motie.

Het is volgens de Statenfracties een mooie ambitie voor Overijssel als elke leerling op de basisschool minstens één keer een bezoek brengt aan een boerderij. Ook zou elke leerling op de middelbare school bijvoorbeeld een kook- en proefles moeten krijgen met lokale producten, of moeten debatteren over de voedselproductie.

Hogere eisen aan voedselproductie

Niet alleen kinderen, maar ook volwassenen weten steeds minder over hoe voedsel wordt geproduceerd, stellen de partijen. In de jaren zestig gaf een huishouden 30 procent van het inkomen uit aan voedsel, nu is dat nog maar 10 procent. 'Tegelijkertijd stelt iedereen wel steeds hogere eisen aan de productie van voedsel. Deze eisen kunnen niet alleen op het bordje van de boer worden gelegd', zegt Karin van der Toorn van CDA Overijssel.

'Voedseleducatie moet helpen de kennis van voedsel (in de breedste zin van het woord) te vergroten, maar ook om lokaal geproduceerd voedsel te waarderen. Ook het bereiden van voedsel hoort bij voedseleducatie', stelt Van der Toorn.

'Gebrek aan kennis'

'Koken met pakjes en zakjes, of met verse producten van de lokale boer. Het gaat niet om wat goed of fout is, het gaat om bewust een keuze maken', vervolgt de CDA'er. 'Dat doen veel mensen nu niet altijd, simpelweg door gebrek aan kennis. Wij hopen dat te stimuleren met meer aandacht voor voedsel- en boerderijeducatie.'

Er is een landelijk programma 'Jong leren eten' waaraan de provincie heeft meebetaald, maar dat stopt in de loop van dit jaar. De zes partijen dienen in de vergadering van Provinciale Staten op woensdag 22 april een motie in. Daarmee worden Gedeputeerde Staten gevraagd om als onderdeel van het nieuwe Agro & Food programma door te gaan met voedseleducatie.