Nieuwe FAJK-voorzitter Hannah Geerse is ambitieus

Geerse (22) windt er geen doekjes om: ze is best ambitieus en houdt graag meerdere ballen tegelijk in de lucht. Naast een masterstudie Crop Science in Wageningen is ze sinds vorig jaar november als voorzitter actief bij het Flevolands Agrarisch Jongeren Kontakt (FAJK) en vindt ze ook nog tijd om geregeld een handje toe te steken op het biologische akkerbouwbedrijf van haar broer Thijs in Zeewolde. 'Ik zoek graag de uitdaging.' En: 'Als ik iets wil, doe ik alles wat daarvoor nodig is.'

Door vertrouwen te wekken naar buiten, krijg je erkenning en kun je regels beperken

Hannah Geerse, voorzitter Flevolands Agrarisch Jongeren Kontakt

Eerst een studie natuur- en milieukunde in Utrecht en daarna plantwetenschappen kiezen als afstudeerrichting. Blijft de agrarische sector u toch trekken?

'Wat je leuk vindt, daar blijf je bij. In de landbouw ben je met natuurlijke en basic dingen erg praktisch bezig. Die manier van leven vind ik erg waardevol. Overigens is die studie in Utrecht erg breed. Het leert je systematisch denken en hoe je met bepaalde vraagstukken moet dealen. Door die studie heb ik ook wat van de 'andere kant' meegekregen. Zo zei een vegan-studiegenote eens tot mijn verrassing tegen mij dat ze het zo leuk vond dat ik boer was.'

Wat bedoelt u daarmee?

'Je leeft in de boerenwereld eigenlijk in een eigen bubbel. Ik merk dat bij andere agrarische jongeren net zo goed als bij veel randstedelingen. Als je niet een keer wat verder om je heen kijkt, blijft het lastig om de wereld om je heen te begrijpen. Door die bubbel wordt het voor je als boer lastig om consumenten duidelijk te maken wat je doet en waarom je dat zo doet. Ik moest zelf uit die luchtbel treden om er achter te komen wat ik echt wil.'

U bent als voorzitter van het FAJK met uw neus in de boter gevallen. Er gebeurt nu van alles. Boeren voelen zich in hun bestaan bedreigd en laten dat luid en duidelijk horen. Hoe gaat u daar als bestuurder mee om?

'Ik voel me verantwoordelijk voor de sector. Er komt zo veel op de agrarische sector af. Zeker in de veehouderij is het echt spannend. Ik denk dat het belangrijk is het spelletje mee te spelen in de politiek. Boeren denken al snel dat alles tegen hen werkt. De kunst is dan toch positief te blijven denken en dat ook te uiten. Door vertrouwen te wekken naar de buitenwereld, krijg je erkenning en kun je regels beperken.'

Zou u onder de huidige omstandigheden zelf nog wel boerin willen worden?

'Ik wil zeker in de agrarische sector werken. Die manier van ondernemen is heel vrij en we zijn er als boeren en tuinders maar mooi tweede exporteur van de wereld mee geworden. Als je iets doet wat goed is, hoef je weinig last van kritiek te hebben. Alleen is het wel zo dat het huidige verdienmodel een probleem is, zeker voor de veehouderij en de traditionele akkerbouw.'

De actiebereidheid is groot, zeker onder agrarische jongeren. Hoe gaat het FAJK daarmee om?

'We merken als FAJK-bestuur dat er een stemming heerst van wij tegen de rest. Daar is uiteraard plek voor. Je moet mogen zeggen wat niet kan. Maar je moet het ook hebben over wat wel kan en wat je wel wilt. Als je niets constructiefs te bieden hebt, wordt er door anderen voor jou beleid gemaakt. Je moet er tijdens de beleidsvorming ook wel bij zijn. Je kunt niet verzaken. Daarvoor zijn de belangen te groot. Veel van onze leden zien dat ook wel. Die hoef je niet te overtuigen.'

Krijgt het FAJK-bestuur daarmee iedereen op één lijn?

'Ik heb in de afgelopen tijd gemerkt dat er behoudende leden zijn en leden die meer vooruitstrevend denken. De behoudende leden maken overigens vaak wat harder geluid. Die verschillen moet je als bestuurder wegen en dat is best lastig. Het is duidelijk wat er niet moet. De kunst is de leden te laten zeggen wat er wel moet.'

Lukt dat ook?

'Dat lukt tot nu toe wel. We hebben ons constructief kunnen opstellen, zoals in het overleg over het stikstofbeleid, regionaal maar ook landelijk. Je merkt dan dat er best wel goodwill is voor de positie van jonge boeren en tuinders.'

Bij sommige AJK's lijkt het vooral om de gezelligheid te gaan. Hoe is dat in Flevoland?

'Voor mij is het een combinatie van gezelligheid en inhoudelijk bezig zijn en dat gaat goed samen. Mijn streven is dat iedereen ons kent als bestuur, zodat als je wat vindt, je dat ook tegen ons moet kunnen zeggen. Als jongerenorganisatie kunnen we ook sneller iets hardere uitspraken doen dan bijvoorbeeld LTO. We doen mee in het stikstofoverleg en hebben daar dan onze eigen rol.'

Sinds een half jaar is Farmers Defence Force erbij gekomen als nieuwe speler in de belangenbehartiging. Hoe kijkt u daartegenaan?

'Het is goed dat er eens een rauwere stem klinkt tussen de huidige organisaties. Ze zijn ook top waar het gaat om actievoeren. Maar Farmers Defence Force moet wel bereidheid tonen. Dat stralen ze nu nog niet uit. Zeg eens wat je wel wilt. Ze zijn niet sterk in communiceren met beleidsmakers. Dat is meer de rol van LTO.

Hoe vindt u dat LTO het doet dan?

'LTO doet het goed, maar ze moeten meer uitleggen naar hun leden waar ze mee bezig zijn. En dat leden voelen dat ze erbij horen. Doe je dat onvoldoende, dan word je al snel de kop van Jut.'