Biologisch Noord-Nederland vergt plus van 21 procent

Dat blijkt uit een studie van onderzoeksbureau Avalon in opdracht van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Volgens de onderzoekers liggen de opbrengsten van een potentiële omschakeling niet zo zeer in de economische vooruitgang, maar meer in milieuwinst die het oplevert.

Zo is bij volledige omschakeling naar biologisch een reductie aan broeikasgassen te verwachten tot 12 procent, in fosfaatverlies tot 50 procent en voor stikstof tot 31 procent. In de huidige situatie is de landbouw in staat 7 procent meer koolstof op te slaan in de bodem.

Milieukosten

De onderzoekers wijzen er op dat de milieukosten ook bij omschakeling van de hele regio nog steeds aanzienlijk zijn. Nu zou dat rond de 62 procent van de bruto toegevoegde waarde liggen, bij volledige omschakeling varieert dat van 46 tot 91 procent.

Met een aandeel van 50 procent blijft de schade aan de luchtkwaliteit volgens de onderzoekers de grootste kostenpost. Tegelijk merken ze op dat bijvoorbeeld de aan ammoniak toe te rekenen kosten moeilijk zijn te bepalen. 'Er is een grote onzekerheid over de ammoniakemissie van de biologische sector.'

Biodiversiteit

De studie biedt daarmee niet het sluitende antwoord of biologische landbouw beter is voor de samenleving in Noord-Nederland. Zo speelt mee dat moeilijk concreet is te maken in hoeverre de biodiversiteit profiteert van omschakeling. Datzelfde geldt voor het gebruik aan antibiotica of de kwaliteit van het voedsel in het algemeen.

De Friese landbouwgedeputeerde Johannes Kramer verklaarde onlangs voorstander te zijn van volledige overstap op biologisch. De drie provincies zeggen in een gezamenlijke reactie zich nog niet uit te laten over de voor- en nadelen van een omschakeling. Daarvoor is meer onderzoek nodig.

Aanknopingspunten

Wel biedt het rapport volgens de drie provincies goede aanknopingspunten voor de noordelijke landbouwaanpak. 'Het geeft vertrouwen om de noordelijke biologische landbouw te blijven stimuleren, evenals overige landbouwvormen.'

LTO Noord-regiovoorzitter Trienke Elshof wijst er op dat er meerdere opties zijn op weg naar meer duurzaamheid. 'De biologische landbouw is een goede sector, maar de markt moet het wel kunnen opnemen. Het zou goed zijn als de provincies zich inzetten om juist de markt te vergroten.'

Optimisme

Biologisch melkveehouder Auke Spijkerman uit Wapserveen is optimistisch over de groei van de biologische sector. 'In de afzetmarkt is er nog genoeg ruimte, ik denk tot 10 of 12 procent biologisch. In de groente- en fruitsector kan dat zelfs nog wel meer worden. Kijk naar een land als Denemarken, daar boert inmiddels 30 procent van de melkveehouders biologisch.'

• Klik op bijgesloten pdf voor complete rapport