Kwart minder ganzenschade in Friesland

In de winterseizoenen 2015-2016 en 2016-2017 bedroeg de schade respectievelijk 44 en 45 miljoen droge stof. Afgelopen winter was dat 34 miljoen kilo droge stof.

Dit betekent dat de schadevergoeding voor boeren buiten foerageergebieden niet naar beneden gaat. Zij krijgen 80 procent van hun schade vergoed. Wanneer boeren niet 5 tot 10 procent schadevermindering haalden, dan zou de schadevergoeding het jaar daarop naar beneden gaan.

• Lees ook: LTO Noord verlangt vergoeding oktoberschade Friese boer

Doel hiervan was om boeren en jagers aan te sporen zich extra in te zetten om de schade omlaag te brengen. Deze zogenoemde bonus-malusregeling hoeft de provincie nu niet toe te passen. Boeren binnen foerageergebieden krijgen alle de schade volledig vergoed.

Veel tijd

De exacte reden van de schadevermindering is nog niet bekend, geeft de provincie aan. Daarvoor zijn ook gegevens nodig rondom ganzenaantallen en de precieze maatregelen die boeren en jagers troffen. Het verwerken van deze informatie door Bij12-Faunafonds kost veel tijd en is nog niet klaar.

Wel is de conclusie al te trekken dat de schadevermindering van 5-10 procent, zoals beschreven in de Fryske Guozze-oanpak, sowieso is gehaald. Dat stelt de provincie.

De ganzenaanpak die in 2014 inging bleek niet voldoende te werken. Daarom maakte de provincie een nieuwe aanpak, waarin onder andere de winterrust voor de ganzen verviel. In de foerageergebieden worden de ganzen van 1 november tot 1 april opgevangen.

Niet achteroverleunen

Gedeputeerde Johannes Kramer is blij dat de aangepaste aanpak werkt. 'Het betekent niet dat boeren en jagers achterover kunnen leunen. We moeten ook dit ganzenseizoen, dat op 1 november begint, weer volop aan de bak, omdat het aantal ganzen internationaal gezien erg toeneemt', zegt hij.

Kramer: 'Daarom werken we ook met andere landen samen aan een internationale aanpak. Daarin nemen wij de leidende rol op ons.'